examentraining Blijvend omvormen deel 2

examentraining Blijvend omvormen deel 2
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Specialistische kennisMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

examentraining Blijvend omvormen deel 2

Slide 1 - Tekstslide

Welk effect heeft permanentvloeistof op de haarstructuur?
A
Het verbreekt de zwavelbruggen
B
Verbreekt de waterstofbruggen
C
Verweekt de merglaag

Slide 2 - Quizvraag

Welk product maakt alleen de zoutbruggen week?
A
Shampoo
B
voorbehandeling product
C
permanentvloeistof

Slide 3 - Quizvraag

Hoeveel procent van de zwavelbruggen worden verbroken door de permanentvloeistof?

Slide 4 - Open vraag

Welk chemisch proces wordt veroorzaakt door stabilisatievloeistof?
A
egalisatie
B
oxidatie
C
reductie

Slide 5 - Quizvraag

Welke werking heeft stabilisatievloeistof?
A
Het verweekt de zwavelbruggen
B
Het verbreekt de zwavelbruggen
C
Het herstelt de zwavelbruggen

Slide 6 - Quizvraag

Welke omschrijving over de werking van stabilisatievloeistof is juist?
A
geeft zuurstof af aan het haar
B
geeft keratine af aan het haar
C
geeft warmte af aan het haar

Slide 7 - Quizvraag

Waarom voer je bij een contra indicatie de permanentbehandeling niet uit?

Slide 8 - Open vraag

Welke stof laat de permanentvloeistof beter in het haar dringen?
A
Thioglycolzuur
B
emulgator
C
haar bevochtigende stof

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de werking van de stof ammoniak
A
opent de haarschubben
B
verweekt de haarschubben
C
verhardt de peptidespiralen

Slide 10 - Quizvraag

Welke stof geeft waterstofatomen af aan het haar?
A
Thioglycolzuur
B
ammoniak
C
emulgator

Slide 11 - Quizvraag

Welke stof heeft een reinigende werking?
A
Emulgator
B
gedestilleerd water
C
haar bevochtigende stof

Slide 12 - Quizvraag

Waarom laten nabehandelingsproducten het haar sluiten en glanzen?
A
hebben een lage PH waarde
B
hebben een neutrale PH waarde
C
Hebben een hoge PH waarde

Slide 13 - Quizvraag

Welke bewering over PH waarde is juist?
A
Stabilisatievloeistof verlaagt de PH-waarde van het haar
B
na de permanetbehandeling heeft het haar een neutrale PH-waarde
C
permanentvloeistof stabiliseert de PH waarde van het haar

Slide 14 - Quizvraag

Welke bewering(en) over nabehandelingsproducten zijn juist?
1. Nabehandelingsproducten worden gebruikt om het chemisch proces in het haar te stoppen.
2. Nabehandelinsproducten verhogen de stevigheid en sluiten het haar
A
Bewering 1
B
Bewering 2
C
Bewering 1 en 2

Slide 15 - Quizvraag

Nabehandelingsproducten bevatten verzorgende ingrediënten. Wat is het effect van deze ingrediënten?

A
Ze laten het haar extra krullen
B
Geeft het haar meer glans
C
hydrateren de hoofdhuid

Slide 16 - Quizvraag

Een klant wil graag een grove krul die over de hele lengte van de passé dezelfde krulvorm geeft.

Welke wikkeltechniek pas je toe?
A
Duowikkeltechniek
B
90 graden wikkeltechniek
C
getrokken wikkeltechniek

Slide 17 - Quizvraag