H2 par. 2 De outback in Australië

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Leg uit wat er gebeurt op de foto. gebruik in je antwoord de twee basisregels

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen voor paragraaf 2
  • je kunt de ongelijke bevolkingsspreiding in Australië beschrijven en verklaren.
  • Je weet wat de gevolgen zijn van de ongelijke neerslag voor het bodemgebruik en de soorten landschappen in Australië

Slide 4 - Tekstslide

Australië in kaart
- Wat voor soort kaarten zie je?
- Wat zie je op de kaarten?
- Waarom zie je dit op de kaarten?

Slide 5 - Tekstslide

Ongelijke spreiding

Slide 6 - Tekstslide

Outback
  • Reden ongelijke bevolkingsspreiding: de neerslag.
  •  Kustgebied: voldoende neerslag voor plantengroei, akkers, weilanden, bos 
  • intensieve veeteelt = veel vee per hectare

Slide 7 - Tekstslide

Outback
Binnenland: hoe verder van zee, hoe droger 
> outback
 geen akkers, alleen vee - weinig vee per hectare = extensieve veeteelt

Slide 8 - Tekstslide

in het kustgebied
  • akkerbouw met irrigatie rivieren.
  • veel vee per hectare = intensieve veeteelt

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag:
Wat?
§2.2
Lees: 2.2 op blz. 26 en 27 in je LB.
Maken: opdracht 1,2, 3 en 5 in je WB op blz. 26.
Hoe?
Eerste 10 minuten werk je zelfstandig, hierna meg je samen werken.
Waar?
Werkboek  
Hulp?
- Theorie: lees de tekst eerst door!
- Atlas 
- Docent 
Klaar?
Noteer in je schrift de begrippen met de betekenis
Niet af?
Huiswerk voor volgende les
Oefenen met de leerstof
timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

We beginnen met nakijken.
  • We beginnen met het nakijken van paragraaf 1.
  • Dit doe je met een andere kleur: fout? verbeter!
  • Waar? : in de AK teams > bestanden staan de antwoorden.
  • Klaar? open alvast de LessonUp : Code : Staat linksonder
timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

Wat is dit voor veeteelt?
A
Landbouw
B
Intensief
C
Extensief
D
Tuinbouw

Slide 14 - Quizvraag

Is dit een voorbeeld van intensieve veeteelt of extensieve veeteelt?
A
Intensieve veeteelt
B
Extensieve veeteelt

Slide 15 - Quizvraag

Leerdoelen voor §2
  • Je kunt de ongelijke bevolkingsspreiding in Australië beschrijven en verklaren.
  • Je kunt de neerslag in Australië beschrijven: wat de verschillen zijn per gebied, de gevolgen hiervan voor het bodemgebruik en voor het landschap.

Slide 16 - Tekstslide

droge gebieden wereldwijd

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

B60 : droogte

Slide 19 - Tekstslide

Tropisch       Savanne B82     Steppe B83  Woestijn B84   
- meer dan 2.000 mm per jaar
- 12 maanden neerslag
- tussen de 500 - 2.000 mm per jaar
- 4 tot 6 maanden droge tijd
- tussen de 250 - 500 mm per jaar
- 9 maanden droge tijd
- minder dan 250 mm per jaar
- 12  maanden droge tijd
woestijnsteppe?
Woestijn met wat grassen, struikjes en cactussen.
poolwoestijn?
Een uitgestrekt, vlak gebied van sneeuw en ijs.

Slide 20 - Tekstslide

B82 Savanne
Ten noorden en ten zuiden van de evenaar is een droge tijd: savanne 

  • in de tropen, geen tropische regenwouden  
  • lange gras met groepen bomen en struiken

Slide 21 - Tekstslide

B83 Steppe
  • Een steppe is een droog gebied waar tussen de 250 en  500 mm neerslag per jaar valt.


  • kort gras en lage struikjes

Slide 22 - Tekstslide

B84 Woestijnen

Slide 23 - Tekstslide

Droogte
V

Slide 24 - Tekstslide

Poolwoestijn
Rotswoestijn

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Aan de slag:
Wat?
§2.2
Lees: 2.2 op blz. 26 en 27 in je LB.
Maken: opdracht 6, 7, 8, en 9 in je WB op blz. 28.
Hoe?
Eerste 10 minuten werk je zelfstandig, hierna meg je samen werken.
Waar?
Werkboek  
Hulp?
- Theorie: lees de tekst eerst door!
- Atlas 
- Docent 
Klaar?
Noteer in je schrift de begrippen met de betekenis
Niet af?
Huiswerk voor volgende les
Oefenen met de leerstof
timer
10:00

Slide 27 - Tekstslide

Klimaten van nat naar droog: welke volgorde is juist?
A
Woestijn-steppe-savanne-tropisch regenwoud
B
Savanne-tropisch regenwoud-steppe-woestijn
C
Steppe-woestijn-savanne-tropisch regenwoud
D
Tropisch regenwoud-savanne-steppe-woestijn

Slide 28 - Quizvraag

Wat is de verbindende factor tussen het woestijn-, steppe-, savanne- en tropisch regenwoudklimaat?
A
Temperatuur (het is er altijd warm)
B
Neerslag (het regent er altijd)
C
Afstand tot zee
D
Windrichting

Slide 29 - Quizvraag

1. De steppe ligt dichter bij de evenaar dan de savanne
2. In de woestijn is het droger dan in de savanne
A
Beide zinnen zijn goed
B
Beide zinnen zijn fout
C
Zin 1 = goed en zin 2 = fout
D
Zin 1 = fout en zin 2 = goed

Slide 30 - Quizvraag