Thema 4 SO par. 1, 2 en 3

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Thema 4: stevigheid en beweging oefenvragen BS1, 2 en 3

SO thuis maken

Vandaag maak je de SO vanuit huis. Dit geeft natuurlijk wat uitdagingen.

Zorg ervoor dat:

- Je telefoon aan de kant is

- Je géén andere tabbladen van je browser open hebt staan (of andere browsers)

- Je op een rustig plekje zit waar je je kunt concentreren.

Natuurlijk mag je niet kijken op Biologie voor jou, googelen naar antwoorden of vragen aan je ouders :)

Heel veel succes!!!

Welke delen van je lijf bedoel ik als ik praat over "de ledematen"?

1. Je hoofd
2. Je borst en buik
3. Je armen en benen
4. Je handen en voeten

Aan welk deel van het lichaam zitten je hoofd en ledematen vast?

1. Armen
2. Benen
3. Romp

Wat is een ander woord voor "skelet"?

Om de botten van het skelet te kunnen zien, laten specialisten in ziekenhuizen vaak een röntgenfoto maken. In de afbeelding zie je een röntgenfoto.

Welk bot is met nummer 3 aangegeven?

1. Rib
2. Lendenwervel
3. Heupbeen
4. Dijbeen

Om de botten van het skelet te kunnen zien, laten specialisten in ziekenhuizen vaak een röntgenfoto maken. In de afbeelding zie je een röntgenfoto.

Welk bot is met nummer 1 aangegeven?

1. Rib
2. Borstbeen
3. Opperarmbeen
4. Schouderblad

In de afbeelding zie je een röntgenfoto.

Welk bot zie je aangegeven bij 7?

Is stevigheid geven aan je lichaam een functie van je skelet?

1. Ja
2. Nee

Waardoor kun je je skelet bewegen?

1. Door botbreuken
2. Door gewrichten
3. Door kalk
4. Door lijmstof

Welk soort bot vind je in je oren en je neus terug?

1. Bot
2. Kraakbeen
3. Kalk
4. Lijmstof

Wat kun je zonder gewrichten niet doen?

1. Liggen
2. Lopen
3. Slapen

In de afbeelding is een gewricht schematisch getekend.

Met welk nummer is het deel aangegeven dat botten op hun plaats houdt?

Ali is van zijn fiets gevallen. Als hij opstaat, merkt hij dat hij niet stevig op zijn knie staat.

Welk deel van het gewricht is hoogst waarschijnlijk gescheurd?

1. Gewrichtssmeer
2. Kraakbeenlaagje
3. Kapselbanden

Welk onderdeel wordt aangegeven bij 1?

1. Kraakbeenlaagje
2. Gewrichtskom
3. Gewrichtskogel
4. Gewrichtskapsel

Met welk nummer wordt het gewrichtssmeer aangegeven?

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Als je je gewrichten verkeerd gebruikt, kan er slijtage optreden.
Dit komt omdat er dan teveel kracht op de botten staat, waardoor het gaat slijten. Als je slijtage hebt, krijg je pijn in je gewrichten.

Welk deel van het gewricht slijt dan weg?

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Om je heupgewricht en schoudergewricht zitten dikke kapselbanden.

Leg uit wat de kapselbanden doen.

Tijdens het sporten schiet de knie van Tom uit de kom.
Welk deel van zijn gewricht is beschadigd geraakt?

1. Nummer 2
2. Nummer 3
3. Nummer 4
4. Nummer 5

Wat is een voorbeeld van een gewricht?

1. Dijbeen
2. Ellepijp
3. Elleboog
4. Wervel

Einde SO

Klik zo op "inleveren".

Steek je handje op in Teams.

De docent controleert of je het ingeleverd hebt. Als dat het geval is, mag je gaan.