12.4 tm 12.6

12.4 Nieuwe problemen, nieuwe structuren? 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

12.4 Nieuwe problemen, nieuwe structuren? 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Gevolgen van de ‘Global Village’ 
1) Een groeiende wereldbevolking produceert meer, consumeert meer, vervuilt meer, heeft meer energiebronnen en grondstoffen nodig. 
2) Opkomende economieën  gaan meepraten vanuit hun andere culturele achtergrond. 
3) Afrika liberaliseert en integreert in de wereldeconomie en dit proces gaat gepaard met armoede en ongelijkheid, zwakke staten, interne conflicten en wanbeheer van natuurlijke rijkdommen. 
4) De scheiding tussen interne en externe veiligheid is vervaagd 
5) Grote en zeer diverse belangen staan op het spel waarvan ernstige conflicten het gevolg kunnen zijn. 
6) De VN heeft moeite om consensus te bereiken over een te varen koers 

Slide 3 - Tekstslide

12.5 De betekenis en relatieve rol van het internationale recht 
Het internationaal recht is gebaseerd op soevereiniteit van staten.
Het handhaven van die regels is in het internationaal recht minder gemakkelijk dan binnen een staat. 

Het besluit om lid te worden van het Internationaal Strafhof of om de rechtsmacht van het Internationaal Gerechtshof te aanvaarden wordt door staten niet zomaar genomen en heeft ook effecten voor die staten.  


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Internationaal strafrecht en het individu 
Met de opkomst van de rechten van de mens en de ontwikkeling van het 
internationaal strafrecht heeft ook het individu een rol gekregen in het internationaal recht. 

Een individu kan zich beroepen op internationaal recht en kan worden aangeklaagd op basis van het internationaal strafrecht. 


Slide 6 - Tekstslide

 Europese Unie en de Verenigde Naties 
Internationale organisaties nemen steeds meer wetgevende en regulerende taken van staten over of krijgen zelfstandig nieuwe taken op dat terrein. 

 De VN is  zeer terughoudend in het zich bemoeien met zaken die zich binnen de staten afspelen, maar het non-interventiebeginsel heeft zijn onaantastbaarheid verloren. De VN-Veiligheidsraad staat soms gebruik van geweld tegen een land toe om humanitaire redenen. Daarnaast kan de Veiligheidsraad problemen als een burgeroorlog of een vluchtelingenstroom tegenwoordig beschouwen als een bedreiging van de internationale vrede en veiligheid wat ingrijpen in een land mogelijk maakt.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

 Rechtsgeschillen tussen staten worden o.a. door het Internationaal Gerechtshof 
of het Europese Hof van Justitie beslecht. 

Slide 10 - Tekstslide

12.6 De economische (onder)ontwikkeling van staten verklaard met behulp van theorieën

Slide 11 - Tekstslide

2 groepen theorieën
Twee groepen theorieën die een verklaring geven voor het feit dat sommige landen arm zijn en andere rijk: 
de evolutionistische en de afhankelijkheidstheorieën. 

Slide 12 - Tekstslide

Evolutionistische theorieën
Deze zien de grote verschillen tussen arm en rijk binnen ontwikkelingslanden als een kenmerk van een fase in de ontwikkeling. 
Deze verschillen zullen verdwijnen als de traditionele economie getransformeerd is in een moderne markteconomie. Als de economische ontwikkeling van een land ver genoeg gevorderd is, zal dit tot een minder ongelijke inkomensverdeling leiden,


Slide 13 - Tekstslide

Welk paradigma past hierbij?
Functionalisme paradigma:
Het functionalisme-paradigma wil het functioneren van een samenleving als systeem verklaren en legt de nadruk op de functies die een samenleving ontwikkelt om te kunnen voortbestaan. 
Bij zich veranderende externe omstandigheden zal het systeem zich geleidelijk aanpassen aan die omstandigheden en opnieuw op zoek gaan naar het hervinden van het evenwicht. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Afhankelijkheidstheorieën
Ze verklaren onderontwikkeling uit scheve machtsverhoudingen. Rijkdom is mogelijk door de armoede van anderen. 
Door bv naweeën van koloniale verhoudingen of de voordelen die geïndustrialiseerde staten hebben.
of door een wereldomvattend sociaal systeem waarin politiek en economisch handelen met elkaar verweven zijn ten gunste van een bovenstatelijk proces van kapitaalaccumulatie (de macht van bedrijfsleven en dan vooral van de multinationals) . 


Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Binnen de ontwikkelingslanden bestaat ongelijkheid. Vaak is er een elite met veel geld en macht, en daarnaast een grote groep straatarme mensen. 

Slide 19 - Tekstslide

Welk paradigma past hierbij?
Conflict paradigma
maatschappelijke tegenstellingen en de daaruit voortvloeiende conflicten zijn bepalend voor een alsmaar veranderende maatschappij. 
Ongelijkheid is de kern van de samenleving: de samenleving is de resultante van conflicten tussen verschillende groeperingen binnen die samenleving. Ongelijkheid berust op machtsverschillen, die het gevolg zijn van het feit dat actoren in verschillende mate over hulpbronnen en sociale contacten beschikken

Slide 20 - Tekstslide


Is er iets wat je nog niet zo goed snapt?

Slide 21 - Open vraag