In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
Wat is jouw maw studeertip?
Slide 1 - Open vraag
Welke onderwerpen/vragen willen jullie nog behandelen ter voorbereiding op het SE?
Slide 2 - Open vraag
Moest je onderzoek doen naar hoeveel macht een land heeft in de wereld, hoe zou je dat dan meten?
Slide 3 - Open vraag
Meten van macht (p. 122 / syllabus p. 26)
Besluitvormingsmethode: verloop en uitkomst van besluitvormingsprocessen - wie krijgt zijn zin? (kritiek: law of anticipated reactions)
Positiemethode: in kaart brengen van netwerken - wie gaat met wie om en mag meepraten?
Inventarisering van machtsbronnen
!Macht is relatief en dynamisch, en dus moeilijk te meten!
Slide 4 - Tekstslide
Robert Dahl heeft onderzoek uitgevoerd naar de politiek in New Haven. Het onderzoek was gefocust op het analyseren van beslissingen en welke actoren daarbij betrokken waren.
A
Positiemethode
B
Besluitvormingsmethode
C
Inventarisering van machtsbronnen
Slide 5 - Quizvraag
Hunter bracht in zijn onderzoek machtshebbers en hun macht in kaart. Hij maakte een onderscheid tussen machtshebbers die het beleid opstellen en degenen die het beleid uitvoeren.
A
Positiemethode
B
Besluitvormingsmethode
C
Inventarisering van machtsbronnen
Slide 6 - Quizvraag
German heeft onderzoek gedaan naar de macht van staten op verschillende gebieden. Door gegevens over bv. economie en bevolking op te tellen kon hij een rangorde maken.
A
Positiemethode
B
Besluitvormingsmethode
C
Inventarisering van machtsbronnen
Slide 7 - Quizvraag
Kritiek: gegevens zijn niet altijd openbaar en/of betrouwbaar. Landen onderling vergelijken is daardoor onmogelijk.
A
Positiemethode
B
Besluitvormingsmethode
C
Inventarisering van machtsbronnen
Slide 8 - Quizvraag
Kritiek: er wordt geen rekening gehouden met invloed van actoren bij discussies die achter de schermen plaatsvinden, bijvoorbeeld wanneer beslist wordt welke agendapunten op de agenda komen.
A
Positiemethode
B
Besluitvormingsmethode
C
Inventarisering van machtsbronnen
Slide 9 - Quizvraag
Kritiek: hiermee wordt niet de feitelijke maar de potentiele macht weergegeven. Een sociaal netwerk kan ook een nadeel vormen en is geen 1-op-1 weergave van hoeveel macht iemand heeft.
A
Positiemethode
B
Besluitvormingsmethode
C
Inventarisering van machtsbronnen
Slide 10 - Quizvraag
NAVO
Slide 11 - Woordweb
Slide 12 - Video
Wat zijn opvallende verschillen tussen de Europese Unie en de NAVO?
Slide 13 - Open vraag
Verenigde Naties
Slide 14 - Woordweb
Slide 15 - Video
Wat zijn opvallende verschillen tussen de VN en de EU?
Slide 16 - Open vraag
Nederland in de wereld: de koopman en de dominee
Slide 17 - Woordweb
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
Wat is de belangrijkste zwakte van het internationaal recht?
Slide 21 - Woordweb
Welk effect heeft het internationaal recht op de soevereiniteit van staten?
Slide 22 - Woordweb
Slide 23 - Video
Van non-interventiebeginsel naar responsibility to protect...
Te ver of niet ver genoeg?
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Video
Slide 26 - Video
Evolutionistische theorieën
Vooruitgangsgeloof: arme staten staan aan het begin van het proces dat rijke staten al hebben doorgemaakt.
Dit proces gaat geleidelijk en kan worden aangeduid als modernisering
Slide 27 - Tekstslide
Evolutionistische theorieën zijn dus...
A
Universalistisch
B
Relativistisch
Slide 28 - Quizvraag
Wat is de belangrijkste kritiek op evolutionistische theorieën?
Slide 29 - Woordweb
Slide 30 - Video
Afhankelijkheidstheorieën
Arme staten zijn afhankelijk van de export van goedkope grondstoffen aan rijke geïndustrialiseerde landen
De internationale handelsregels spelen in het voordeel van rijke landen
Verklaring in vroegere kolonialisme en imperialisme
Slide 31 - Tekstslide
Bij welk paradigma passen de afhankelijkheids-theorieën het best?
A
Functionalisme
B
Rationele actor
C
Sociaal-constructivisme
D
Conflict
Slide 32 - Quizvraag
Wat is de belangrijkste kritiek op afhankelijkheids-theorieën?
Slide 33 - Woordweb
Hoe is de ongelijke verdeling van rijkdom tussen landen in de wereld tot stand gekomen?
Slide 34 - Open vraag
Met welke stelling ben je het het meeste eens? A. Alle landen zullen zich economisch ontwikkelen, het is een kwestie van tijd. B. Ongelijkheid tussen landen zit ingebakken in ons economisch systeem en zal dus altijd blijven bestaan.
A
Stelling A
B
Stelling B
Slide 35 - Quizvraag
timer
5:00
Bedenk een originele hashtag voor zowel de evolutionistische als de afhankelijkheids-theorieën.
Gebruik lesboek p. 118 en syllabus p. 34-35
Slide 36 - Woordweb
Leg uit dat de afhankelijkheids-theorieën over globale ongelijkheid passen bij de volgende begrippen: conflict-paradigma en marxisme
Slide 37 - Open vraag
Leg uit dat de evolutionistische theorieën passen bij de volgende begrippen: functionalisme-paradigma, liberale theorieën, cultuuruniversalisme en ideologie van de modernisering
Slide 38 - Open vraag
Slide 39 - Video
Hoe kijken afhankelijkheids-theorieën en evolutionistische theorieën naar de Wereldbank, het IMF en de wereldhandelsorganisatie?
Slide 40 - Open vraag
Leg uit dat het nemen van deze maatregel niet aannemelijk is, geredeneerd vanuit de afhankelijkheidstheorieën. Gebruik in je uitleg een kenmerk van de afhankelijkheidstheorieën.
Slide 41 - Open vraag
• Formuleer een andere maatregel om de economische ontwikkeling van het land dat goud wint te bevorderen, geredeneerd vanuit de evolutionaire theorieën. • Leg uit dat het nemen van jouw maatregel wel aannemelijk is, geredeneerd vanuit de evolutionaire theorieën. Gebruik in je uitleg een kenmerk van de evolutionaire theorieën.