Herhalingsles

Herhalingsles

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhalingsles

Slide 1 - Tekstslide

Herhalingsles

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Belangrijke begrippen herhalen
  • Belangrijke formules herhalen


Extra aandacht voor de lastigere onderdelen.

Slide 3 - Tekstslide

Belangrijke begrippen

Slide 4 - Tekstslide

Herhaling belangrijke begrippen 1.1
  • Primaire behoeften
  • Secundaire behoeften
  • Middelen
  • Schaarste
  • Vrije goederen
  • Welvaart

Slide 5 - Tekstslide

Primaire behoeften zijn:
A
McDonalds
B
Netflix
C
iPhone
D
Spijkerbroek

Slide 6 - Quizvraag

Secundaire behoeften zijn:
A
Playstation4
B
McDonalds
C
Trui
D
iPhone

Slide 7 - Quizvraag

Herhaling belangrijke begrippen 1.2
  • Consument
  • Marketing(mix)
  • Reclame
  • Doelgroep

Slide 8 - Tekstslide

Reclame van bedrijven is
A
Ideële reclame
B
Commerciële reclame

Slide 9 - Quizvraag

Deze reclame geeft vooral informatie over de eigenschappen en de prijs van een product
A
Ideële reclame
B
Commerciële reclame
C
Informatieve reclame
D
Merkreclame

Slide 10 - Quizvraag

'Bob jij of Bob ik?' is een vorm van...
A
Commerciële reclame
B
Informatieve reclame
C
Merkreclame
D
Ideële reclame

Slide 11 - Quizvraag

Doelgroep

Slide 12 - Woordweb

Herhaling belangrijke begrippen 1.3
  • Budgetten
  • Soorten inkomens
  • Soorten uitgaven

Slide 13 - Tekstslide

Inkomen uit bezit
Inkomen uit arbeid
Overdrachts-
inkomen
Salaris
Winst
Rente van je spaarrekening
Huuropbrengsten
Zakgeld
Uitkering

Slide 14 - Sleepvraag

Huishoudelijke uitgaven
Vaste lasten
Incidentele uitgaven
Brood bij de bakker
Shampoo
Hypotheek
Abonnement op tijdschrift
Nieuwe spijkerbroek
Nieuwe iPhone

Slide 15 - Sleepvraag

Herhaling belangrijke begrippen 1.4
  • Koopkracht
  • Inflatie
  • Indexcijfer

Slide 16 - Tekstslide

Belangrijke formules

Slide 17 - Tekstslide

Procentuele daling/stijging
  • nieuwe bedrag - oude bedrag = verschil
  • Verschil : oud x 100 = Verandering in %

Stijging: Vorig jaar kreeg je €6 zakgeld en nu €8,50.

                   (8,50-6):6x100=41,6666, oftewel 41,7% gestegen.

Daling: Deze maand spaar je €11, vorige maand €14,50.

                (11-14,50):14,50x100= -24,1379, oftewel 24,1% gedaald.

(terug te vinden op bladzijde 22)



Slide 18 - Tekstslide

Je kleedgeld is dit jaar €85 per maand. Vorig jaar kreeg je €75 per maand. Hoeveel procent is je kleedgeld gestegen?

Slide 19 - Open vraag

Je zakgeld is €20 per maand. Je zakgeld was €32 per maand. Hoeveel procent is je zakgeld gedaald?

Slide 20 - Open vraag

Rekenen met indexcijfers
  • Indexcijfer = nieuw getal : getal basisjaar x 100


Basisjaar heeft altijd het indexcijfer 100


In het basisjaar was de prijs van een liter benzine €1,65. Drie jaar laten was de prijs 1,92.

Het nieuwe indexcijfer is dan 1,92:1,65x100=116,4

Slide 21 - Tekstslide

Kijk ook nog naar
  • Te berekenen aantal of bedrag op bladzijde 13
  • te berekenen percentage op bladzijde 17
  • Rekenen met weken, maanden en jaren op bladzijde 20
  • Rekenen met reserveren van bedragen op bladzijde 21
  • Rekenen op een rij bladzijde 253 en 254

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag
  • Formatieve toet in BookWidgets (Feedback)
  • Diagnostische rekentoets toets H1 Pincode

En dan nog een keer oefenen (X) of extra uitdaging (+) via iTunesU

Slide 23 - Tekstslide