H2 Groei van micro-organismen

Groei van micro-organismen
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
MicrobiologieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Groei van micro-organismen

Slide 1 - Tekstslide

Groei van micro-organismen
Micro-organismen kunnen alleen onder bepaalde omstandigheden overleven en groeien

Slide 2 - Tekstslide

Besmetting
Besmetting is het overbrengen van micro-organismen, virussen, sporen en parasieten van de ene plaats naar de andere plaats

Voorbeelden:
Handen schudden, hoesten, gebruik maken van snijplanken

Slide 3 - Tekstslide

Mensen
Via huid, haren en huidschilfers kan de mens als besmettingsbron dienen

Op de huid komt Staphylococcus aureus voor. Deze bacterie stond 2e op de lijst van voedselvergifitingen


Slide 4 - Tekstslide

Handen wassen
Het handen wassen is niet altijd effectief om besmettingen te voorkomen omdat alleen bij langdurig wassen een merkbare afname van micro-organismen optreedt

Micro-organismen die verstopt zitten in de huidporiën worden niet weggewassen

Slide 5 - Tekstslide

3

Slide 6 - Video

00:14
Waarom zou je het water even moeten laten doorstromen?

Slide 7 - Open vraag

01:03
Hoe gaat ze haar handen droog maken?

Slide 8 - Open vraag

01:32
Wees eens eerlijk... was jij altijd zo je handen?
A
Ja
B
Nee
C
Ik wist niet dat het zo moest

Slide 9 - Quizvraag

Ingrediënten
Micro-organismen kunnen aanwezig zijn in ingrediënten

Schimmel- en bacterie-sporen in specerijen
Zetmeel, suiker, bloem kunnen bacterie-sporen bevatten

Door te combineren kan het aantal micro-organismen te hoog worden


Slide 10 - Tekstslide

Water
Volgen het drinkwaterbesluit moet gebruikt water voldoen aan strengen. Zo mogen enterobacteriën als E.coli niet in het gebruikte water voorkomen.

Bij hergebruik van (was)water moet het wel regelmatig ververst worden om ophoping van micro-organismen te voorkomen

Slide 11 - Tekstslide

Ongedierte
Knaagdieren kunnen bacteriën bij zich hebben. Via de uitwerpselen kan bijvoorbeeld Salmonella doorgegeven worden

Kakkerlakken, huisvliegen en muizen kunnen ook een bron van besmetting zijn

Slide 12 - Tekstslide

Wijze van besmetting
Kruisbesmetting
Micro-organismen worden van een besmette plaats verplaatst naar een schone plaatst

Nabesmetting
Een gepasteuriseerd of gesteriliseerd product kan alsnog besmet raken. Door bijvoorbeeld onvoldoende af te dekken

Slide 13 - Tekstslide

De mens kan een besmettingsbron zijn. Noem twee "onderdelen" die voor besmetting kunnen zorgen

Slide 14 - Open vraag

Welke bacterie komt vaak voor op de huid van de mens?
A
Staphylococcus aureus
B
Salmonella
C
Listeria monocytogenes
D
Clostridium botulinium

Slide 15 - Quizvraag

Als gepasteuriseerde melk door een leiding gaat die niet goed schoon is, dan vindt er ..... plaatst
A
kruisbesmetting
B
nabesmetting

Slide 16 - Quizvraag

Groei-omstandigheden
Voldoende vrij water
aanwezigheid van voedingsstoffen
aan- of afwezigheid van zuurstof
temperatuur
juiste zuurgraad

Conserveermiddelen grijpen in op deze levensvoorwaarden

Slide 17 - Tekstslide

Groeicurve bacteriën

Slide 18 - Tekstslide

Water
Water is een belangrijke bouwstof, maar is ook een oplosmiddel en reactiemiddel

Water kan in voedingsmiddelen niet-gebonden (= vrij) en gebonden zijn. Vrij water is los in het voedingsmiddel aanwezig, terwijl gebonden water vast zit aan eiwit, koolhydraten of zouten en moeilijk te verdampen is.

Slide 19 - Tekstslide

Water
 Vochtgehalte op etiket is vrij water + gebonden water

Een maat voor de hoeveelheid vrij water is de term aw (= water activiteit)



Slide 20 - Tekstslide

Wateractiviteit (aw)
Waarde ligt tussen 0 en 1
0 = geen water beschikbaar
1 = zuiver water zonder opgeloste stoffen
Bij 1 geen groei van micro-organismen > geen voedingsstoffen aanwezig


Slide 21 - Tekstslide

Wateractiviteit (aw)

Slide 22 - Tekstslide

Verlaging van wateractiviteit
Groei van micro-organisme wordt geremd of gestopt
Methoden:
  • Drogen
    Hete lucht, warme of hete oppervlakken
  • Diepvriezen
    Ontstaan van ijskristallen
  • Toevoegen van waterbindende stoffen
    Suiker of zout

Slide 23 - Tekstslide

Water in de omgeving
De hoeveelheid vocht in de omringende lucht is belangrijk voor microbiële. Sommige producten nemen gemakkelijk water op waardoor micro-organismen alsnog kunnen groeien

Slide 24 - Tekstslide

Osmose
Osmose is de diffusie van moleculen van een oplosmiddel door een halfdoorlatende membraan
  
Vocht (watermoleculen) verplaatsen zich naar de oplossing met de hoogte concentratie opgeloste stoffen

De concentratie opgeloste stoffen in het protoplasma van cellen komt overeen met 0.9% NaCl. 

Slide 25 - Tekstslide

Watertransport
Osmose is de diffusie van moleculen van een oplosmiddel door een halfdoorlatende membraan
Vocht (watermoleculen) verplaatsen zich naar de oplossing met de hoogte concentratie opgeloste stoffen

            isotoon                     hypertoon                hypotoon

Slide 26 - Tekstslide

Watertransport
 A) Isotone oplossing, oplossing is even sterk als die van het protoplasma, cellen verliezen geen water en nemen ook geen water op
B) Hypertone oplossing, oplossing is sterker geconcentreerd dan die van het protoplasma van de cel. Watermoleculen gaan naar de omringende oplossing
C) Hypotone oplossing, oplossing is minder geconcentreerd dan het protoplasma. Watermoleculen gaan de cel in


Slide 27 - Tekstslide

Conservering dankzij osmose
bacteriën in ham komen bij het zouten in een hypertoon milieu 

drogen uit   

Slide 28 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen vrij water en gebonden water?

Slide 29 - Open vraag

Aan welke stoffen zit water meestal gebonden?
A
Vetten, eiwitten en zouten
B
Eiwitten, koolhydraten en zouten
C
Zouten, koolhydraten, vetten en mineralen
D
Eiwitten, koolhydraten, water en zouten

Slide 30 - Quizvraag

Bloem bevat per gram wel een miljoen bacteriën. Verklaar waarom bloem niet bederft

Slide 31 - Open vraag

Temperatuur

Slide 32 - Tekstslide

Indeling

Slide 33 - Tekstslide

Mesofiele micro-organismen
Vanwege mesofiele micro-organismen, is het verstandig bevroren micro-organismen in de koelkast te laten ontdooien. 

Bij kamertemperatuur zou het micro-organisme zich te snel vermeerderen.

Direct vanuit bevroren toestand in de oven zetten is ook een mogelijkheid

Slide 34 - Tekstslide

Psychrotrofe micro-organismen
Psychrotrofe micro-organismen kunnen ook groeien bij koelkast temperaturen, ondanks hun optimumtemperatuur van 20-30 graden. Conservering door koeling vormt daarmee een risico

Slide 35 - Tekstslide

Thermoresistente micro-organismen
Kunnen pasteurisatie overleven, maar groeien niet bij pasteurisatie-temperaturen

Slide 36 - Tekstslide

Bij koelkasttemperatuur kan een bepaalde groep bacteriën goed groeien. Hoe heet deze groep?
A
psychrofielen
B
thermofielen
C
mesofielen

Slide 37 - Quizvraag

Invloed van pH op de groei
Doorgaans groeien micro-organismen het beste bij een pH van 7
Er is vaak een pH-gebied waarin groei mogelijk is
Verlagen van de pH wordt in de industrie veel gebruikt als conserveringstechniek

Slide 38 - Tekstslide

pH

Slide 39 - Tekstslide

Zuurstof
Sommige micro-organismen kunnen leven zonder zuurstof, andere met zuurstof:

Aerobe micro-organismen
Anaerobe micro-organismen
Facultatief anaerobe micro-organismen
Micro-aerofiel

Slide 40 - Tekstslide

Giftige stoffen in de leefomgeving
Bepaalde stoffen in het milieu kunnen al in lage concentraties de microbiële groei remmen

Voorbeelden zijn: conserveermiddelen (sulfiet, sorbinezuur, benzoëzuur en nitriet), antibiotica, afweerstoffen zoals lactoferrine, en desinfectiemiddelen zoals chloor en jodium

Toepassingen van conserveermiddelen en desinfectiemiddelen staan in de Warenwet

Slide 41 - Tekstslide

Wat is de laagste en hoogste pH van een voedingsmiddel? Rond af naar een geheel getal

Slide 42 - Open vraag

Welke van de onderstaande micro-organismen zijn aeroob? Meerdere antwoorden zijn juist.
A
Schimmels
B
Boterzuurbacteriën
C
Clostridium
D
Pseudomonas

Slide 43 - Quizvraag

Welke van de onderstaande micro-organismen zijn anaeroob?
A
Schimmels
B
Melkzuurbacteriën
C
Clostridium
D
Pseudomonas

Slide 44 - Quizvraag

Wat heb je geleerd?
Welke bronnen verantwoordelijk zijn voor de microbiële besmetting van voedsel
Hoe microbiële besmettingen zich kunnen voordoen en hoe je dit kan voorkomen
Onder welke omstandigheden micro-organismen goed kunnen groeien
Uit welke fases de groeigrafiek van micro-organismen bestaat

Slide 45 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?
Hoe de aan- of afwezigheid van water microbiële groei beïnvloedt
Hoe micro-organismen op basis van hun favoriete omgevingstemperatuur worden ingedeeld
Hoe micro-organismen op basis van hun zuurstofbehoefte  worden ingedeeld
Dat de zuurgraad invloed heeft op microbiële groei

Slide 46 - Tekstslide