H4: spelling - tussenletters in samenstellingen

Koningin + dag =
1 / 11
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Koningin + dag =

Slide 1 - Open vraag

Waarom spel je wél Koninginnedag en niet Koninginnendag?
A
Het eerste deel heeft geen meervoud
B
Het eerste deel verwijst naar iets waar er maar één van is
C
Het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord
D
Het eerste deel versterkt een bijvoeglijk naamwoord

Slide 2 - Quizvraag

lieveling + stad =

Slide 3 - Open vraag

Hoe wist je dat lievelingsstad met dubbel s is? Dat kan je immers niet horen.

Slide 4 - Open vraag

aap + trots =

Slide 5 - Open vraag

Waarom spel je wél apetrots en niet apentrots?
A
Het eerste deel heeft geen meervoud
B
Het eerste deel verwijst naar iets waar er maar één van is
C
Het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord
D
Het eerste deel versterkt een bijvoeglijk naamwoord

Slide 6 - Quizvraag

jong + lui =

Slide 7 - Open vraag

Waarom spel je wél jongelui en niet jongenlui?
A
Het eerste deel heeft geen meervoud
B
Het eerste deel verwijst naar iets waar er maar één van is
C
Het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord
D
Het eerste deel versterkt een bijvoeglijk naamwoord

Slide 8 - Quizvraag

koe + stal =

Slide 9 - Open vraag

zon + straal =

Slide 10 - Open vraag

Waarom spel je wél zonnestraal en niet zonnenstraal?
A
Het eerste deel heeft geen meervoud
B
Het eerste deel verwijst naar iets waar er maar één van is
C
Het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord
D
Het eerste deel versterkt een bijvoeglijk naamwoord

Slide 11 - Quizvraag