Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Grammar + reading Tuesday
Fatima
Melda
Nicky
Merel
Dilana
Nora
Shannon
Sanne
Isa
Anthony
Liam
Isil
Valentino
Jayde
Betul
Mirza
Jette
Talha
Carla
Amir
Zehra
Camilo
Sophie
Emily
Berkan
Daantje
Dwayne
Teacher
Blackboard
1 / 47
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
In deze les zitten
47 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Fatima
Melda
Nicky
Merel
Dilana
Nora
Shannon
Sanne
Isa
Anthony
Liam
Isil
Valentino
Jayde
Betul
Mirza
Jette
Talha
Carla
Amir
Zehra
Camilo
Sophie
Emily
Berkan
Daantje
Dwayne
Teacher
Blackboard
Slide 1 - Tekstslide
Planning for today
Recap grammar last call
10 minutes
Reading skills
20 minutes
Planning Learnbeat
10 minutes
Homework: Planning plus learn for the test
Goal: practise reading skills
Slide 2 - Tekstslide
Which grammar item is the most difficult?
Some/any
Tag questions
Present Simple/Present Continuous
My-mine Her-hers Our-ours
To be going to/will
Slide 3 - Poll
Grammar
Some / any
Slide 4 - Tekstslide
"Some" gebruik je bij:
A
bevestigende zinnen
B
ontkennende zinnen
Slide 5 - Quizvraag
"Any" gebruik je bij:
A
bevestigende zinnen
B
ontkennende zinnen
Slide 6 - Quizvraag
Wanneer gebruik je some en any?
In bevestigende zinnen
In ontkennede zinnen
In vragende zinnen (antw = ja)
Some
Any
Some
Any
Slide 7 - Sleepvraag
Maak goede zin en gebruik hierbij some of any.
yoghurt
Got
have
we
Fridge?
in our
Some
Any
Slide 8 - Sleepvraag
Grammar
My-mine
Her-hers
Learnbeat 4.6 (5,6) -now together
Slide 9 - Tekstslide
posssessive pronouns
possessive pronouns = bezittelijke voornaamwoorden
- iets is van iemand
* She is my aunt.
* She is mine.
* She's an aunt of mine.
Slide 10 - Tekstslide
MY/MINE/OF MINE
Bezittelijke voornaamwoorden om aan te geven
van wie
iets is.
I am John,
my
sweater is purple.
Your
bike looks amazing.
This is Ted.
His
watch is new.
The purple sweater is
mine
.
That amazing bike is
yours
.
That new watch is
his
.
Slide 11 - Tekstslide
My / mine / of mine
Kijk naar de persoon die in de zin staat (I, he , they etc.) om het goede voornaamwoord te kiezen!
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
* I = my / mine / of mine
* he = his / his / of his
* she = her / hers / of hers
* you = your / yours / of yours
* we = our / ours / of ours
* they = their / theirs / of theirs
Slide 14 - Tekstslide
Grammar
My-mine
Her-hers
Learnbeat 4.6 (5,6) -now together
Slide 15 - Tekstslide
Reading
Next week - Reading test
Some tips and strategies to share with you
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Now what
Read text 1 and find the right answer
Done?
Go further!!
Slide 24 - Tekstslide
Grammar
Going to /will
Learnbeat 4.6 (8 t/m 13) -now together
Slide 25 - Tekstslide
Vocabulary
Slide 26 - Tekstslide
1. Match the words to their definitions
grateful
aim
faulty
purchase
particular
paper round
broke
purse
withdraw
examine
krantenwijk
blut
proberen
besluiten
onderzoeken
dankbaar
portemonnee
defect
geld opnemen
specifiek
Slide 27 - Sleepvraag
What is the Dutch translation of coin?
A
geld
B
munt
C
cent
D
kloon
Slide 28 - Quizvraag
What is the Dutch translation of rarely?
A
vaak
B
meestal
C
soms
D
zelden
Slide 29 - Quizvraag
What is the Dutch translation of shame?
Slide 30 - Open vraag
What is the Dutch translation of sociable?
Slide 31 - Open vraag
She went on a ....................
holiday to an expensive resort.
A
distracted
B
contribute
C
luxury
D
sensible
Slide 32 - Quizvraag
What is the English translation of vrijwilliger?
Slide 33 - Open vraag
What is the English translation of gastheer/gastvrouw?
Slide 34 - Open vraag
The green light ..................
that the waffle maker is on.
A
rescues
B
charges
C
means
D
borrows
Slide 35 - Quizvraag
Grammar
Present simple
Present continuous
Slide 36 - Tekstslide
Welke Engelse werkwoordstijd gebruik je als iets vaak/regelmatig gebeurt? Het is een feit/gewoonte.
Slide 37 - Open vraag
Welke Engelse werkwoordstijd gebruik je als iets nu (op dit moment) gebeurt?
Slide 38 - Open vraag
Look, there's Christopher! He ..................
his dog.
A
walked
B
walks
C
walking
D
is walking
Slide 39 - Quizvraag
Do you ever ................
stuff online?
A
buy
B
buys
C
buying
D
buyed
Slide 40 - Quizvraag
They regularly ..................
money for charity at the church.
A
collects
B
are collecting
C
collected
D
collect
Slide 41 - Quizvraag
Josie is a very active girl. She's always busy doing ....................
A
anything
B
something
Slide 42 - Quizvraag
We have never met ................
who is as funny as Dawn is.
A
someone
B
anyone
Slide 43 - Quizvraag
Grammar
Vraagzin:
some als je het antwoord ja verwacht.
any als je geen idee hebt welk antwoord je krijgt.
Slide 44 - Tekstslide
Can I have ................... to drink?
A
something
B
anything
Slide 45 - Quizvraag
Hello? Is ........ there?
A
somebody
B
anybody
Slide 46 - Quizvraag
That's all folks
You have completed this mock test
Slide 47 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Oefentoets Money 2TH
Januari 2020
- Les met
32 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Oefentoets Fashion 1TH
December 2020
- Les met
40 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Oefentoets Money 2KGT
December 2020
- Les met
41 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Oefentoets Fashion 1BK
December 2020
- Les met
35 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Oefentoets Fashion 1KGT
Februari 2023
- Les met
39 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
1VE Some/Any + Plurals
Juni 2022
- Les met
25 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 1
Herhaling Chapter 6 - Let's go
Februari 2024
- Les met
48 slides
Engels
Speciaal Onderwijs
Leerroute 6
Grammar h4
April 2023
- Les met
11 slides
Engels
Middelbare school
vmbo lwoo, havo
Leerjaar 2