Paragraf 4.5/ 4.6

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
economieVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Tijdens de val is het fototoestel van Ron kapot gegaan. Ron wil na de val een extra verzekering afsluiten zodat deze alsnog wordt vergoed.

Waarom wil de verzekeraar dit niet?

Slide 5 - Open vraag

Hoe groter het risico dat Ron wil verzekeren, des te hoger de premie. Geef hiervoor een verklaring.

Slide 6 - Open vraag

Ron moet 2,75 ‰ van de waarde betalen als premie. De waarde van zijn spullen bedraagt € 5.000 . Hoeveel moet Ron betalen aan premie? Geef de
berekening.

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Mevrouw Beuker heeft voor haar woonhuis een opstalverzekering gesloten. Het verzekerd bedrag is € 160.000. Na een brand is er een schade van € 40.000 aan het huis. De verzekeraar taxeert de herbouwwaarde van het woonhuis op € 200.000.

Bereken welk bedrag door de verzekeraar wordt vergoed? Laat je berekening zien.

Slide 13 - Open vraag

Welke verzekering is verplicht?
A
Inboedelverzekering
B
AVP verzekering
C
Reisverzekering
D
Zorgverzekering

Slide 14 - Quizvraag

De familie Polder heeft een nieuw huis gekocht en ze zijn er erg blij mee. Ze moeten hun huis nog wel verzekeren. Welke verzekering moet het gezin Polder nemen, als ze hun woning willen verzekeren tegen brand- en stormschade?
A
Aansprakelijkheidsverzekering
B
Opstalverzekering
C
Inboedelverzekering
D
WA verzekering

Slide 15 - Quizvraag