Module 3 - keuze onderwerp 'Zelfstandig ondernemen'

Zelfstandig ondernemen 
Wat moet je allemaal regelen als je zelf gaat ondernemen?
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1-4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Instructies

  • Start de les door op de button Start les te klikken
  • De link Printen biedt mogelijkheid om de slides en notities van de les te printen

Onderdelen in deze les

Zelfstandig ondernemen 
Wat moet je allemaal regelen als je zelf gaat ondernemen?

Slide 1 - Tekstslide

Vorm: Woordwolk, video met uitleg en verschillende vragen via LessonUp

Duur: 30 minuten

Leerdoelen:
• De studenten kunnen uitleggen wat er komt kijken bij zelfstandig ondernemen.
• De studenten kunnen de verschillen benoemen tussen werken in loondienst/zzp'er.

Wat voor contract
heb jij nu?

Slide 2 - Woordweb


  1. Vraag wat voor contract de studenten nu hebben. Loondienst/ZZP?
  2. Is er al iemand die werkt als zzp-er? Vraag hem/haar hoe het bevalt.
Soorten contracten:
  • Oproepkracht
  • Tijdelijke contract
  • Vast contract
  • Uitzendkracht
  • ZZP
  • Opdrachtovereenkomst
Waar staat ZZP voor?

Slide 3 - Open vraag

  1. Stel de vraag: Waar staat ZZP voor?
  2. ZZP staat voor zelfstandige zonder personeel. Had iemand dat goed?
  3. Vertel: De meeste ZZP’ers hebben eerst in loondienst gewerkt en ervaring opgedaan. Een netwerk van opdrachtgevers opbouwen is belangrijk.
    In de bouw, muziek, kappers en verzorging beginnen ook veel jongeren direct als ZZP’er.
Wat moet je
regelen als je als zzp'er
aan de slag wil?

Slide 4 - Woordweb

  1. Stel de vraag: Wat moet je regelen als je als zelfstandige aan de slag wil?
  2. Bespreek de antwoorden.
  • Naam bedenken. Vraag aan de studenten waar je op moet letten bij het kiezen van een naam.
  • Ondernemersplan opstellen.  Waar ga je je bedrijf starten? Wie zijn je klanten, wie zijn je concurrenten? Hoeveel geld heb je nodig? Heb je vergunningen of diploma’s nodig? Etc.
  • Logo/marketing (website bouwen). 
  • Uurtarief bepalen (bijvoorbeeld aan de hand van cao en dan omrekenen).
  • ICT (programma voor administratie, facturering, ook belangrijk om dit op orde te hebben als je later een huis wil kopen).
  • Inschrijven KvK (Zo weet overheid welke ondernemingen er zijn, KvK geeft het ook door aan belastingdienst. Voor inschrijving heb je Digid nodig. Aan inschrijving zijn kosten verbonden. 
  • Zakelijke bankrekening openen.
  • Verzekeren.
  • Aanmelden bij de belastingdienst. 
  • Algemene voorwaarden opstellen.

Slide 5 - Video

Speel het filmpje af.
Wil jij als ZZP-er aan de slag?
Ja
Nee
Ik weet het nog niet
Ik ben al ZZP-er

Slide 6 - Poll

  1. Stel de vraag: Wil jij als ZZP-er aan de slag?
  2. Vraag door: waarom wel/niet?
  3. Maak een bruggetje naar de volgende slide waarin de studenten de voor- en nadelen op een rijtje zetten.
timer
2:00
Wat zijn de voor-en nadelen
van zzp'er zijn?

Slide 7 - Woordweb

  1. Laat ze in tweetallen bedenken wat de voor-en nadelen van een zzp-er zijn ten opzichte van loondienst.
  2. Ze hebben hier 2 minuten voor. Start de klok door erop de klikken om de 2 minuten in te laten gaan.
  3. De antwoorden kunnen ze op hun telefoon invullen.
Voor-en nadelen
Voordelen
Nadelen
Je bent eigen baas
Als je ziek of arbeidsongeschikt wordt, verdien je niets
Hoger uurtarief
Zelf pensioen regelen
Zelf mensen kiezen waarmee je werkt
Administratie voeren
Flexibel
Zelf belasting afdragen en regelen
Zelf je opdrachtgevers kiezen
Werk en privé kunnen door elkaar heen lopen

Slide 8 - Tekstslide

Bespreek de voordelen en nadelen.

Verzekeren en belastingen komen nog later aan bod.
Met welke belastingen krijg je
als zzp'er te maken?

Slide 9 - Open vraag

Inkomstenbelasting
Betalen en het doen van een verplichte jaarlijkse aangifte. Denk hier ook aan het verwerken van aftrekposten (startersaftrek, zelfstandigenaftrek, investeringsaftrek). Geef ook aan dat je gedurende het jaar ongeveer tussen de 25% en 30% per maand apart moet zetten om later de inkomstenbelasting te kunnen betalen.

Omzetbelasting
Betalen van 9 of 21% btw via maand- of kwartaalaangifte. Geef aan dat je 9% of 21% moet reserveren om te kunnen betalen.


Met welke verzekeringen krijg je als zzp'er te maken?

Slide 10 - Open vraag

  1. Stel de vraag: Met welke verzekeringen krijg je als zzp'er te maken?
  2. Bespreek de antwoorden.
  3. Vul aan:
  • arbeidsongeschiktheid
  • ziektekostenverzekering
  • beroepsaansprakelijkheid
  • pensioenverzekering
Verzekeringen
  • Arbeidsongeschiktheid
  • Beroepsaansprakelijkheid
  • Pensioen

Slide 11 - Tekstslide

Arbeidsongeschiktheidsverzekering
Dit is een verzekering die uitkeert als je ziek-en of arbeidsongeschikt wordt. Alternatief is een broodfonds. Een broodfonds bestaat uit minimaal 20 tot maximaal 50 ondernemers die elkaar kunnen vertrouwen. Ze steunen elkaar bij ziekte. Hiervoor betaal je iedere maand een bedrag aan het fonds. Als iemand ziek is, krijgt deze maximaal 2 jaar achter elkaar een bedrag per maand uit het fonds. Dit spreek je van te voren af. Als er in je eigen broodfonds  te weinig geld zit, moeten andere broodfondsen bijspringen.

Beroepsaansprakelijkheid
Als je aan het werk bent, kan het gebeuren dat je een fout maakt. De schade die een opdrachtgever hierdoor loopt, kun je zelf betalen of verzekeren.

Pensioen
Geef aan dat dit thema hierna aan de orde komt.
Verzekeringen
Zoek in groepjes op wat de volgende verzekeringen ongeveer kosten:
  • Arbeidsongeschiktheid
  • Beroepsaansprakelijkheid

timer
4:00

Slide 12 - Tekstslide

1. Laat studenten opzoeken wat het afsluiten van een verzekering kost. Verdeel de klas in 2-en zodat iedere groep 1 verzekering kan opzoeken. Qua uitkeringsbedragen kunnen ze uitgaan van het bedrag dat ze nu verdienen of denken te gaan verdienen bij hun eerste baan.
Bij de beroepsaansprakelijkheid zal het bedrag dat ze gaan opzoeken afhankelijk zijn van de branche waarin ze gaan werken. Laat ze een reeel bedrag nemen.

2. Bespreek de uitkomsten. Wat vinden ze ervan? Hoog/laag?

Laat ze kijken op vergelijkingssites. Bijvoorbeeld yezzer.nl. Of googlen dan komen ze bij verschillende aanbieders terecht.
Waar leef je van als je later
niet meer werkt?

Slide 13 - Woordweb

Dit is de introductievraag naar het onderdeel pensioenen.
Hoe kun je pensioen regelen?
- Sparen
- Afsluiten bij een verzekeringsmaatschappij
- Collectieve pensioenregeling voor zelfstandigen afsluiten

Slide 14 - Tekstslide

Sparen
Iedere maand kun je een bedrag opzij zetten. Je kunt dit bedrag op een spaarrekening zetten of beleggen. Als je nog jong bent, is beleggen op langere termijn een gunstigere optie. Geef wel aan dat je de discipline moet hebben om het tussentijds niet voor andere dingen uit te geven.

Verzekeringsmaatschappij
Geef aan dat er verschillende verzekeringsmaatschappijen/banken zijn die pensioenverzekeringen aanbieden (pensioensparen/beleggen). 
Het bedrag op je bankspaarrekening (spaar- of beleggersrekening) wordt door de belastingdienst gezien als vermogen in box 1. Het betekent dat je hierover geen vermogensrendementsheffing betaalt.

Collectieve pensioenregeling
Een collectieve pensioenregeling is een regeling voor meerdere deelnemers bij een verzekeraar, beleggingsinstelling of pensioenfonds. Er zijn verschillende collectieve pensioenregelingen speciaal voor zzp'ers. Je kunt je daarbij vrijwillig aansluiten.
Schijnzelfstandigheid

Slide 15 - Woordweb

  1. Vraag de studenten wat er in hen opkomt als ze het woord 'schijnzelfstandigheid' horen.
  2. Bespreek de antwoorden.
  3. Vul aan met de volgende slide 
Schijnzelfstandigheid
Schijnzelfstandig betekent dat je een zelfstandige (zzp’er) lijkt, maar het niet bent volgens de Belastingdienst

Wanneer ben je het?
1. Je moet zelf werken (iemand anders mag het werk niet doen) Let op: deze voorwaarde is per 1 januari 2024 vervallen;
2. de werkgever moet de werknemer geld betalen voor het werk;
3. de werkgever zegt tegen de werknemer wat je moet doen en aan welke regels zich moet houden. Dit heet een ‘gezagsverhouding’.

Slide 16 - Tekstslide

Als je aan 1 van de voorwaarden niet voldoet ben je zzp'er.

Er is een wet om dit te beoordelen (DBA: Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties). Nu wordt het nog niet gecontroleerd. Vanaf 1 januari 2025 wel weer. 

Slide 17 - Tekstslide

  1. Klik op het keuze onderwerp dat tijdens de vorige les veel stemmen kreeg.
  2. Hebben jullie inmiddels 2 of 3 onderwerpen gehad en heb je nog ongeveer 10 minuten de tijd tot het einde van de les? Klik dan op 'Door naar 'Gouden tips en afsluiting'.