Twee voorbeelden: vb 2 show
Ik slaakte een diepe zucht. Waarom moet mij dit altijd overkomen? Mijn vliegtuig heeft vertraging en nu moet ik 2 uur op het vliegveld blijven. Ik ben om 3 uur 's nachts wakker geworden en zo ontzettend moe. Ik kan mijn ogen nauwelijks openhouden, het enige wat me op dit moment wakker houdt is het luide gekreun en de geïrriteerde stemmen van de mensen om me heen. Ik neem het ze niet kwalijk, ik bedoel, we zouden om 6 uur 's ochtends aan boord van het vliegtuig moeten gaan, en nu... nou, nu zou ik geluk hebben als ik op tijd in mijn hotel kan zijn. ''Mama, ik ben moe!'' Schreeuwt een klein meisje terwijl ze een melkfles op de grond gooide. Oh de geur van melk, walgelijk die poedermelk. Jezus, nu huilt ze. Ik heb medelijden met de ouders, ze zijn waarschijnlijk net zo moe en misschien nog wel meer dan ik. Ik zou graag meer met hen willen meeleven, maar ik heb echt niet de energie om te veel om mensen te geven. Ik denk dat ik mijn ogen even... ga.. sluiten... voor... heel... even......