In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Ontdekkers en hervormers
5.2 De Nederlandse opstand (Deel 1)
Slide 1 - Tekstslide
Wat weet je eigenlijk van de beeldenstorm?
Slide 2 - Woordweb
Leerdoel
In deze paragraaf leer je:
- waardoor Nederlanders ontevreden werden over de politiek van hun vorsten
- hoe Nederlanders in opstand kwamen tegen hun vorsten
- hoe een onafhankelijke Nederlandse staat ontstond
Slide 3 - Tekstslide
Protestantse kerk of Katholieke kerk?
Het eren (aanbidden) van heiligen
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk
Slide 4 - Quizvraag
Protestantse kerk of Katholieke kerk?
Sobere handelingen
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk
Slide 5 - Quizvraag
Protestantse kerk of Katholieke kerk?
Het eren van relieken (heilige voorwerpen)
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk
Slide 6 - Quizvraag
Protestantse kerk of Katholieke kerk?
De Paus is de leider
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk
Slide 7 - Quizvraag
→Sleep de onderdelen naar de juiste plek
Protestant
Katholiek
Maarten Luther
De Paus
Aflaten
Bijbel in volkstaal
Latijnse kerkdienst
Sober
Beeldenverering
Reliekenverering
'Kale' kerk
Beelden in de kerk
'Magische' handelingen
Sobere handelingen
Slide 8 - Sleepvraag
De Nederlanden
Nederland als één land bestond nog niet in de Middeleeuwen
Er waren veel kleine gebieden, die bij elkaar 'De Nederlanden' heetten.
In die gebieden was een heer de baas
Rond 1500 waren al deze gebieden in handen van de Habsburgers
De Nederlanden maakten deel uit van het Rooms-Duitse Rijk. De graven en hertogen in Nederland waren officieel leenmannen van de Duitse keizer, maar die had meestal niet meer veel macht over zijn leenmannen. In 1018 werden de legers van de Duitse keizer zelfs verslagen door te troepen van de graaf van Holland.
Slide 9 - Tekstslide
Karel V
1500-1558
Karel van Habsburg erft het bestuur over de Nederlandse gewesten, Spanje en het Duitse Rijk.
Door huwelijken, veroveringen en erfenissen is zijn rijk enorm geworden
Hoewel hij koning van Spanje en Keizer van het Duitse Rijk is, wordt hij geen koning, maar 'Heer van de Nederlanden'
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Heer van de Nederlanden
De Nederlanden bestonden uit 17 gewesten.
In al deze gewesten was Karel de baas (graaf of hertog), maar hij kon natuurlijk niet overal tegelijk zijn.
Daarom had hij in elk gewest een plaatsvervanger: de stadhouder
Karel was heel vaak in de Nederlanden: hij vond het hier prettig. Wanneer hij er niet kon zijn als vorst, regeerde namens hem een landvoogd vanuit Brussel.
Slide 12 - Tekstslide
Filips II volgt zijn vader op
Karel heeft veel bereikt, maar moet toezien dat de protestantse kerk in zijn gebied veel volgers heeft gekregen.
Als oude man treedt hij af en zijn zoon Filips II volgt hem op in Spanje, Zuid-Amerika en de Nederlanden.
Filips zal dingen heel anders doen dan zijn vader.
Slide 13 - Tekstslide
In welk tijdvak begon De Nederlandse Opstand?
A
Tijd van steden en staten
B
Tijd van ontdekkers en hervormers
C
Tijd van regenten en vorsten
D
Tijd van monniken en ridders
Slide 14 - Quizvraag
Welke jaartallen horen bij de tijd van ontdekkers en hervormers?
A
1500-1600
B
1600-1700
C
1700-1800
D
1500-1700
Slide 15 - Quizvraag
Wat is de taak van een stadhouder?
A
De stadhouder moest de belastingen voor Karel V ophalen
B
De stadhouder had geen belangrijke taak voor Karel.
C
De stadhouder moest Karel V de Nederlandse taal leren
D
De stadhouder bestuurde namens Karel V de gewesten.
Slide 16 - Quizvraag
Veranderingen
in de Nederlanden
Filips wilde zo snel mogelijk weg uit de Nederlanden, en zijn rijk centraal vanuit Madrid (Spanje) besturen.
Hij liet zijn halfzus Margaretha van Parma, als landvoogdes, de Nederlanden besturen. Zij volgde zijn bevelen.
en de stadhouders moesten die bevelen, met tegenzin, weer uitvoeren.
Slide 17 - Tekstslide
Filips en de Nederlanden
Filips wilde een eenheid maken van zijn rijk: regels en wetten moesten overal hetzelfde zijn. Oude rechten van de gewesten zouden niet meer gelden.
Iedereen moest katholiek zijn: ketters (protestanten) moesten zwaar worden gestraft.
Slide 18 - Tekstslide
De spanningen nemen toe...
Veel Nederlandse edelen voelden er niets voor om protestanten zo hard aan te pakken: het zou alleen maar voor opstanden zorgen
In 1566 bood een groep edelen een smeekschrift aan aan Margaretha van Parma om niet zo hard tegen de protestanten op te treden.
Margaretha gaf toe: er zouden voorlopig geen protestanten meer worden vervolgd.
Slide 19 - Tekstslide
De Beeldenstorm
De onrust wordt tijdelijk minder, maar in augustus 1566 gaat het mis
Na een oproep, van protestantse predikanten, om de beelden in de kerken te verwijderen, worden honderden kerken vernield en geplunderd.
Slide 20 - Tekstslide
Filips is woedend!
Filips stuurt zijn beste generaal, Alva, met 10.000 soldaten, om af te rekenen met de Beeldenstorm (Ijzeren Hertog)
Iedereen die schuldig is, zal zwaar worden gestraft, óók de edelen die de Beeldenstorm niet hebben voorkomen.
Margaretha van Parma treedt in 1567 af, en Alva volgt haar als landvoogd op.
Sommige edelen, zoals Willem van Oranje, vluchtten uit de Nederlanden.
Slide 21 - Tekstslide
Begrippen uit deze les
Beeldenstorm
landvoogd(es)
stadhouder
Slide 22 - Tekstslide
Proefwerk:
Volgende week: S.O. over paragraaf 5.1 en 5.2
Begrippen, leerdoelen en wie, wat, waarom in de tekst belangrijk!