ICTL - Spelling les 6




WELKOM BIJ HET VAK NEDERLANDS!
 


MEVROUW DUINHOUWER
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les




WELKOM BIJ HET VAK NEDERLANDS!
 


MEVROUW DUINHOUWER

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma 
Korte herhaling:  
Persoonsvorm Tegenwoordige tijd + Verleden tijd 
Sterke en zwakke werkwoorden 
Voltooid deelwoord en onvoltooid deelwoord
Uitleg
Infinitief
Gebiedende wijs

TOETS WERKWOORDSPELLING: 28 JANUARI !








Slide 2 - Tekstslide

Vorige lessen
Ik kan de persoonsvorm schrijven in de tegenwoordige tijd
Ik kan de persoonsvorm schrijven in de verleden tijd
Ik weet wat zwakke en sterke werkwoorden zijn
Ik weet wat het voltooid deelwoord is 
Ik weet wat een onvoltooid deelwoord is


Slide 3 - Tekstslide

Deze les
Ik weet wat de infinitief is
Ik weet wat de gebiedende wijs is

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Wat heb je nodig om werkwoorden goed te vervoegen?
Weten hoe je de persoonsvorm vindt:
1. In een andere tijd zetten (tegenwoordige of verleden tijd)
2. Enkelvoud naar meervoud zetten of andersom
3. De zin vragend maken (enkelvoudige zinnen)
Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.

Weten hoe je het onderwerp vindt:
Wie of wat...



Slide 6 - Tekstslide

't(ex)Kofschip:

Verleden tijd van zwakke werkwoorden



Stam eindigt op:

t-k-f-s-ch-p-x

dan te(n)


lachen

stam = lach

ik lachte

wij lachten


werken

stam = werk

ik werkte

wij werkten

ik heb gewerkt


reizen

stam = reiz (!)

ik reisde

wij reisden

ik heb gereisd






Slide 7 - Tekstslide

tennissen
A
Sterk werkwoord
B
Zwak werkwoord

Slide 8 - Quizvraag

Sterk of zwak?

DENKEN
A
Sterk werkwoord
B
Zwak werkwoord

Slide 9 - Quizvraag

zwak werkwoord

Slide 10 - Woordweb

sterk werkwoord

Slide 11 - Woordweb

Voltooid deelwoord
Als je wil vertellen dat iets al is gebeurd, dan gebruik je een voltooid deelwoord in de zin. Voltooid betekent dat iets af is. Er gebeurt daarna niets meer. 

Ik huil (Tegenwoordige Tijd)
Ik huilde (Verleden Tijd)
Ik heb gehuild (Voltooid Deelwoord)

Je kunt een voltooid deelwoord op verschillende manieren herkennen:
1. Een voltooid deelwoord begint bijna altijd met ge–, be-, ver- of ont-.
2. Een voltooid deelwoord eindigt op –en, –t of –d.
3. Bij een voltooid deelwoord hoort altijd een hulpwerkwoord (hebben/zijn).


Slide 12 - Tekstslide

Soms ben je nog niet klaar met IETS doen.
Het is ONvoltooid.

>'Lopend' moet ik naar huis.
>'Fluitend' kom ik binnen.
Het onvoltooid deelwoord (OD)

Slide 13 - Tekstslide

Het onvoltooid deelwoord
Het hele werkwoord + d

huilend
lachend
gillend
Lachend fiets ik naar school.
Huilend at ik de zuurkool.

Slide 14 - Tekstslide

voltooid deelwoord
onvoltooid deelwoord
persoonsvorm verleden tijd
persoonsvorm tegenwoordige tijd
zong
gezongen
zingend
zingt

Slide 15 - Sleepvraag

voltooid deelwoord
onvoltooid deelwoord
persoonsvorm verleden tijd
persoonsvorm tegenwoordige tijd
durvend
durft
durfde
gedurfd

Slide 16 - Sleepvraag

Slide 17 - Video

De infinitief (inf)

Is het hele werkwoord: lopen, maken, eten, bewegen etc.

Verandert niet bij veranderen van tijd  (het is tenslotte geen pv!)


Ik heb zin om een Big Mac te eten.  

Hij kan goed voetballen


Slide 18 - Tekstslide

  • Je geeft iemand een gebod/commando/bevel.
  • Als er in een zin een gebiedende wijs wordt gebruikt, staat er geen onderwerp in.
  • De gebiedende wijs staat in de ik-vorm.
  • Het werkwoord staat vooraan in de zin.
  • Bijvoorbeeld: Doe je schoenen uit!  Houd je mond dicht!

Gebiedende wijs

Slide 19 - Tekstslide

OPDRACHT
Maak de oefentoetsen 1.5 en 1.6 in It's Learning
Bronnen -> Spelling ->
Toets 1.5 Infinitief
Toets 1.6 Gebiedende wijs
Klaar? 
Wissel je laptop met je buurman of buurvrouw. Kijk elkaar toets na en geef feedback
Extra oefenen + uitleg in It's Learning

Slide 20 - Tekstslide

1. Benoem drie dingen die je geleerd hebt
2. Benoem twee dingen die je nog moeilijk vindt
3. Waar wil je de volgende les extra uitleg over?

Slide 21 - Open vraag

Escaperoom <- klik op de link

Kies 11-12 jaar en ga de escaperoom oplossen!
Je mag samenwerken

Slide 22 - Tekstslide

DUURZAAMHEID
Weet je nog:
Elektriciteit uit kolen en gas

Wat weet jij van het broeikaseffect?

Slide 23 - Tekstslide