15.2 Ecosystemen

Welkom
Tas van tafel
Laptop pakken & in Lesson-Up
Binas pakken
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Tas van tafel
Laptop pakken & in Lesson-Up
Binas pakken

Slide 1 - Tekstslide

Opstarten
1. LessonUp klascode = pquea

2. 10vbio klascode = 198BLLXI

3. Eindexamensite = VJDRV
https://eindexamensite.nl/join_class?group_code=VJDRV

4. Ontvangen Binas


timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Periode 12 Ecologie, Evolutie, Biodiversiteit, Gedrag
H7 + H15 + H16 + H17

Slide 3 - Tekstslide

SE 2
H7 - Gedrag [herhaling]

H15 - Ecologie [nieuw]

H16 - Mens & milieu [nieuw]

H17 - Biodiversiteit & evolutie [herhaling]

Slide 4 - Tekstslide

DOEL 1
Je kent de voor ecologie relevante organisatieniveaus en kunt ze in een context herkennen en benoemen.


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Organisatieniveaus
Populatie: Alle individuen van 1 soort in een bepaald gebied die onderling voortplanten

Levensgemeenschap: Alle populaties in een bepaald gebied

Ecosysteem: alle abiotische en biotische factoren in een bepaald gebied

Bioom: Ecosysteem op wereldschaal (regenwouden, woestijnen, toendra's, bergketens etc)

Slide 7 - Tekstslide

Niveau Individu: Zelfde soort?
Hoe weet je dat (volgende slide)?
Voorkennis activeren H17

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit of de twee olifanten bij dezelfde soort horen.

Slide 9 - Open vraag

Wat is de definitie van een soort?
Dieren van dezelfde soort kunnen samen voortplanten en vruchtbare nakomelingen voortbrengen.

niet in boek, wel voorkennis

Slide 10 - Tekstslide

Herhaling. Bekijk het plaatje. Leg uit of er hier sprake is van één soort of niet

Slide 11 - Open vraag

De weerribben is een natuurgebied ten noorden van Zwolle. De weerribben zijn een....
A
Populatie
B
Levensgemeenschap
C
Ecosysteem
D
Bioom

Slide 12 - Quizvraag

Gebied
bepaald door de grenzen waarbinnen de populaties zich (meestal) voortplanten.

Vijvers en Meren zijn makkelijk, de rest enigszins arbitrair.

Slide 13 - Tekstslide

"Het aantal grote grazers wordt verminderd in de oostvaarderplassen, zodat er het hele jaar rond voldoende gras en struiken aanwezig zijn voor alle grazers. In de winter bepaalt de dikte van een dier of bijvoeren nodig is." Benoem de genoemde organisatieniveaus uit dit stuk tekst

Slide 14 - Open vraag

Waarom wonen hier geen kikkers??

Slide 15 - Tekstslide

en waarom hier niet?

Slide 16 - Tekstslide

Doel 2
Je kunt de omstandigheden die relevant zijn voor de overleving van een soort indelen in biotische en abiotische factoren.

Slide 17 - Tekstslide

Abiotisch vs Biotisch
biotische factoren: Alle levende of dode componenten van een ecosysteem

abiotische factoren: Alle levenloze componenten van een ecosysteem.


Slide 18 - Tekstslide

Biotisch
Abiotisch
Wind
Lucht
Zuurstof
Water
Grond
Roofvijanden
Soort
genoten
Plant
Bacterie
Voedsel

Slide 19 - Sleepvraag

Wat bepaald hoe een bioom zich zal ontwikkelen?
A
Abiotische factoren
B
Biotische factoren

Slide 20 - Quizvraag

klimaatzones / vegetatiegordels / biomen

Slide 21 - Tekstslide

Vegetatiegordels op 'kleinere' schaal

Slide 22 - Tekstslide

Vul de tabel op basis van 15.2 : de grote ecosystemen op aarde
Ecosysteem
abiotische factoren
biodiversiteit hoog/laag?
tropische regenwouden
warm
veel regen
hoog
timer
10:00

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk
Maak de basiskennisvragen van 15.2

abiotisch/biotisch lastig? 
klik voor andere presentatie
klik hier voor oefening

organisatieniveaus lastig?
klik voor andere presentatie


Slide 24 - Tekstslide