bs 1 organismen en hun omgeving 2023

ecologie en duurzaamheid
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

ecologie en duurzaamheid

Slide 1 - Tekstslide

bs 1 
organismen en hun omgeving

Slide 2 - Tekstslide

ecologie
biotische / abiotische factoren individu
populatie 
levensgemeenschap
biotoop
ecosysteem
biosfeer
bioom

voedselketen
voedselweb
biomassa
piramide van biomassa
piramide van aantallen
accumulatie
begrippen

Slide 3 - Tekstslide

Wat is Ecologie?
Ecologie: wetenschap die relaties tussen soorten en milieu onderzoekt. 

Slide 4 - Tekstslide

Niveaus van ecologie
  • individu
  • populatie
  • levensgemeenschap
  • ecosysteem (= levensgemeenschap + biotoop)
  • biosfeer

Slide 5 - Tekstslide

De niveaus van de ecologie 

1. Individu

2. Populatie

3. Levensgemeenschap

4. Ecosysteem

5. Biosfeer

Slide 6 - Tekstslide

factoren
Abiotische factoren: niet levende factoren. Denk bijvoorbeeld aan temperatuur, licht, vochtigheid en zuurgraad.

Biotische factoren: levende factoren. Denk aan planten, schimmels, bacterie, soortgenoten en predators

Slide 7 - Tekstslide

voedselketen

Slide 8 - Tekstslide

Voedselweb

Slide 9 - Tekstslide

Piramide van aantallen

Slide 10 - Tekstslide

Piramide van aantallen

Slide 11 - Tekstslide

Piramide van aantallen

Slide 12 - Tekstslide

Piramide van aantallen

Slide 13 - Tekstslide

Piramide van aantallen

Slide 14 - Tekstslide

Piramide van aantallen

Slide 15 - Tekstslide

Piramide van aantallen

Slide 16 - Tekstslide

Piramide van aantallen

Slide 17 - Tekstslide

Piramide van aantallen

Slide 18 - Tekstslide

Piramide van aantallen

Slide 19 - Tekstslide

organismen bestaan uit verschillende stoffen zoals: 
water koolhydraten, vetten, eiwitten, mineralen en vitaminen

Slide 20 - Tekstslide

Piramide van biomassa

Biomassa =
De totale hoeveelheid energierijke stoffen in een organisme of een groep organismen.

Energierijke stoffen zijn: koolhydraten, eiwitten en vetten.

Slide 21 - Tekstslide

Piramide van biomassa

Slide 22 - Tekstslide

Piramide van biomassa

Slide 23 - Tekstslide

Piramide van biomassa

Slide 24 - Tekstslide

Piramide van biomassa

Slide 25 - Tekstslide

accumulatie
 Planten nemen ook giftige stoffen op uit hun omgeving, denk aan zware metalen of bestrijdingsmiddelen.

 In een voedselketen verdwijnen deze stoffen niet.

 Opeenhoping hiervan noem je accumulatie

Slide 26 - Tekstslide

ecologie
biotische / abiotische factoren individu
populatie 
levensgemeenschap
biotoop
ecosysteem
biosfeer
bioom

voedselketen
voedselweb
biomassa
piramide van biomassa
piramide van aantallen
accumulatie
begrippen

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Link

Was is geen A-biotische factor?
A
Lucht
B
Voedsel
C
Neerslag
D
Wind

Slide 29 - Quizvraag

Wat is een populatie?
A
Een boom
B
Verschillende dieren in een gebied
C
Een groep individuen vd zelfde soort in 1 gebied
D
Alles wat in een bepaald gebied is

Slide 30 - Quizvraag

Wat is niet 1 van de ecologie niveaus?
A
Ecosysteem
B
Populatie
C
Individu
D
Levensgroep

Slide 31 - Quizvraag

Wat is van invloed op een populatiegrootte?
A
hoeveelheid voedsel
B
natuurlijke vijanden
C
ziekteverwekkers
D
A, B en C

Slide 32 - Quizvraag


Wat laat de piramide van aantallen zien?
A
Hoeveel diersoorten er in een schakel zijn
B
De soorten dieren in een gebied
C
Hoeveel individuen er in een schakel voorkomen
D
De hoeveelheid biomassa in een gebied

Slide 33 - Quizvraag

In een piramide van biomassa wordt de biomassa in elke volgende schakel groter.
A
juist
B
onjuist

Slide 34 - Quizvraag

In de afbeelding is een piramide
getekend van de voedselketen:
gras -> sprinkhaan -> spitsmuis
Welke bewering is juist?
A
uit 1 kg gras wordt 22 kg sprinkhanen gevormd
B
uit 1 kg gras wordt uiteindelijk 85kg spitsmuizen gevormd
C
uit 22 kg gras wordt 1 kg spitsmuizen gevormd
D
uit 22 kg sprinkhanen wordt 1 kg spitsmuizen gevormd

Slide 35 - Quizvraag

Sleep de volgende factoren naar het juiste vak.
Biotische factoren
Abiotische factoren
neerslag
predatie
ziekten
bodem
schaduw
concurrentie
samenwerking

Slide 36 - Sleepvraag

Hoe zat het ook alweer?
Zet de onderstaande organisatieniveaus in de juiste volgorde van klein naar groot
biosfeer
ecosysteem
levens-
gemeenschap
populatie
organisme
orgaan
weefsel
molecuul
cel

Slide 37 - Sleepvraag