De farao 2.2

De farao 
paragraaf 2.2
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De farao 
paragraaf 2.2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
wat?
hoe?
tijd?
terugblik 2.1
klassikaal
10 minuten
uitleg 2.2
klassikaal
10 minuten
opdracht hierogliëfen 
individueel
15 minuten

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat was geen beroep in Egypte?
A
Priester
B
Ambtenaar
C
Monteur
D
Timmerman

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is irrigatie?
A
Zorgen dat het water goed weg loopt van het akker.
B
Water brengen op grond die te droog is voor landbouw.
C
Stuk aangeslibd land buiten de dijk.
D
Nieuw land maken door water weg te pompen.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Egypte was een:
A
Industriële samenleving
B
Landbouwsamenleving
C
Landbouw-stedelijke samenleving
D
Stedelijke samenleving

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een staat?
A
Een land met duidelijke grenzen en een eigen bestuur
B
Een provincie binnen een gebied
C
Een provincie binnen een land
D
Een land met een koning

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat deden de Ambtenaren van de Farao ?
A
Belasting verzamelen
B
Offers brengen aan de goden
C
De Oogst in de gaten houden
D
Wetten opschrijven en handhaven

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

leerdoelen
aan het eind van de les;
  • kun je in eigen woorden uitleggen wat een staat is
  • kun je verklaren hoe Egypte een staat werd
  • weet je hoe de Farao's hun rijk bestuurden

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Irrigatielandbouw
  • Om de akkers vochtig te houden, deed men aan irrigatielandbouw
Waarom was die irrigatielandbouw nodig?
Hoe werkte het?

Slide 10 - Tekstslide

Waarom was die irrigatielandbouw nodig?
Hoe werkt het? 
gevolgen
  • aantal boeren nemen de leiding over irrigatiesysteem --> ontvingen belasting
  •  leiders namen ambtenaren en soldaten in dienst 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Egypte wordt een staat

Staat = gebied met grenzen, inwoners en een regering (leiders). de leider van de staat is de vorst.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Egypte wordt één staat
  • Organisatie landbouw -> leiders nodig.

  • Leiders kregen betaald -> Belasting.

  • Ambtenaren hielpen met besturen.

  • Gebied met regering -> Staat

  • Na een tijd twee koninkrijken:
    Beneden-Egypte
    Boven-Egypte..

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Egypte wordt één staat
  • 3000 V.Chr.: Oorlog boven- en Beneden-Egypte.

  • Koning Narmer van Boven-Egypte won.

  • Narmer: Eerste farao

  • Egyptenaren werden één volk ->
    Onderdanen van de farao..

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 De goddelijke farao
Farao: koning van Egypte en het volk (onderdanen) gehoorzaamt de farao en ambtenaren

- De farao wordt gezien als god
- Hoogste priester + baas irrigatiesysteem
- Hulp van ambtenaren
- Het verhaal van het ontstaan van de farao

De namen van farao's verwijzen vaak naar hun goddelijkheid


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

het ontstaan van het schrift
  • Alles in het land eigendom van de Farao > land, oogsten, vee en voorraden. 

  • Ambtenaren in dienst van de Farao om alles bij te houden > voorraden. Ook moesten wetten (regels) worden opgeschreven.

  • Hieruit het schrift ontstaan > hiërogliefen > beeldschrift met tekeningen uit het dagelijks leven zoals mensen, planten, dieren en voorwerpen. 

  • Hiermee dus een einde aan de prehistorie (tijd voor het schrift). --> begin oudheid 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat heb je geleerd?
wat: Voor de Egyptenaren was het hiërogliefenschrift heel belangrijk. Alles wat van belang was werd namelijk opgeschreven. Nu ga je zelf alles wat je deze les hebt geleerd opschrijven op een blad.
hoe: in Hiërogliefen
tijd: 15 minuten
klaar: aan de slag met je huiswerk

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom was de Nijl voor het oude Egypte zo belangrijk?
A
Dankzij de jaarlijkse overstroming was de strook grond langs de Nijl zo vruchtbaar dat de landbouw hoge opbrengsten had.
B
De Nijl vormde een natuurlijke grens die Egypte beschermde tegen invallen van andere volkeren.
C
De Nijl was zo rijk aan vis dat er in Egypte een samenleving ontstond van jager-verzamelaars die in steden leefden.
D
De overstromingen van de Nijl zorgden voor waterkracht, die de Egyptenaren gebruikten voor het produceren van goederen in hun werkplaatsen.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke opmerking over de handel in Egypte is juist?
A
De Nijl was nadelig voor de handel, want de stroming van de rivier maakte handelen tussen de ene en de andere oever erg lastig.
B
Overal langs de Nijl ontstonden plaatsen, waar mensen bij elkaar kwamen om te ruilen.
C
Vanwege de grote opbrengsten kwam er steeds minder werk voor de handelaren, omdat iedereen zelf genoeg had.
D
Geen van de genoemde opmerkingen over de handel in Egypte is juist.

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies