Herhaling R1A
Je wenst een gast een goede middag. Wat zeg je?
1 / 13
Onderdelen in deze les
Je wenst een gast een goede middag. Wat zeg je?
Slide 1 - Open vraag
Tekst
Maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
zaterdag
zondag
Montag
Dienstag
Donnerstag
Mittwoch
Freitag
Samstag
Sonntag
Slide 2 - Sleepvraag
das Auto
das Flugzeug
der Bus
der Zug
die Straßenbahn
zu Fuß
die U-Bahn
das Fahrrad
Slide 3 - Sleepvraag
Er hat meine E-Mail noch nicht .............( beantworten)
A
beantwort
B
beantwortet
C
geantwort
D
geantwortet
Slide 4 - Quizvraag
basteln
spazieren
Rad fahren
Eine Sehenswürdigkeit besuchen
Slide 5 - Sleepvraag
zwakke werkwoorden:
Sie (meervoud) _____ mit ihm am liebsten.
Sie (meervoud) _____ mit ihm am liebsten.
A
tanze
B
tanzen
C
tanzt
D
tanzst
Slide 6 - Quizvraag
hoe
waarom
waar
welke
wanneer
waarheen
wie
waarvandaan
wat
wie
warum
wo
welche
wann
wohin
wer
woher
was
Slide 7 - Sleepvraag
...........wohnt dein Freund? Er wohnt in Berlin.
Slide 8 - Open vraag
Welk woord moet niet met een hoofdletter. Das Lagerfeuer Fängt an um 19 Uhr
A
Das
B
Lagerfeuer
C
Fängt
D
Uhr
Slide 9 - Quizvraag
Campingplatz
Freibad
Hallenbad
Parkplan
Freizeitpark
Slide 10 - Sleepvraag
.........fährst du diesen Sommer in Urlaub?
Slide 11 - Open vraag
Wir .........dieses Wochenende in Aachen gewesen
A
sind
B
sint
C
sein
D
seid
Slide 12 - Quizvraag
Wohnwagen
Wohnmobil
Etagenbett
Kühlschrank
Mikrowelle
Geschirrspüllmaschine
