spelling blok 1 tweede klas;stam, pv, vdw, gebiedende wijs

Vandaag gaan we spelling doen.
Wat heb je nodig:
Je chromebook, je schrift en een pen.

leg alles klaar
timer
3:00
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Vandaag gaan we spelling doen.
Wat heb je nodig:
Je chromebook, je schrift en een pen.

leg alles klaar
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Theorie spelling blok 2
Lesdoelen;
Jullie kennen de spellingregels van de persoonsvorm t.t..
Jullie kennen de spelling regels van de persoonsvorm v.t. ( kofschip)
Jullie kennen het voltooid deelwoord en (TH) gebiedende wijs.

Slide 2 - Tekstslide

log in
ga naar lesson up en log in
timer
2:00

Slide 3 - Tekstslide

Hoe vind je de stam van een werkwoord?
A
Dat is de ik - vorm
B
Dat is het hele werkwoord.
C
Dat is het hele werkwoord min EN
D
Dat zijn de ge-be-ve vormen.

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de stam van GELOVEN?
A
gelov
B
gelof
C
geloof
D
geloofd

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de stam van het werkwoord bakken?

Slide 6 - Open vraag

Wat is de stam van het werkwoord lezen?

Slide 7 - Open vraag

Wat is het verschil tussen de ik-vorm e de stam van een werkwoord?

Slide 8 - Open vraag

In welke 3 vormen komen werkwoorden ook al weer voor?

Slide 9 - Open vraag

de drie vormen van een werkwoord:
1- persoonsvorm
2- voltooid deelwoord
3- hele werkwoord

Slide 10 - Tekstslide

Welke werkwoorden staan in deze zin? De juf heeft alles nagekeken.

Slide 11 - Open vraag

Welke vorm is het werkwoord heeft in de zin:
De juf heeft alles nagekeken.

Slide 12 - Open vraag

Welke vorm heeft het werkwoord nagekeken in de zin; De juf heeft alles nagekeken.

Slide 13 - Open vraag

Welke vorm heeft het werkwoord eten in de zin: De kinderen eten alles op.

Slide 14 - Open vraag

Welke vorm heeft het werkwoord eten in de zin: De kinderen zitten te eten.

Slide 15 - Open vraag

De spellingregel p.v. TT
https://edition.thiememeulenhoff.nl/secure/d/stream/opniveau_e2_kgt2/paragraph/b80adf7f-7899-4a4c-b91e-8b296301be1c/cb7212e7-12d9-4504-9b5c-4eaa88cc1210/theory
Schrijf de regels in je schrift. 



Slide 16 - Tekstslide

Waarvoor is de spellingregel 't ex kofschip bedoeld?
A
spelling p.v. verleden tijd
B
spelling p.v. tegenwoordige tijd
C
spelling hele werkwoord
D
geen idee

Slide 17 - Quizvraag

waar of niet waar; de kofschipregel is ALLEEN voor klankvaste werkwoorden.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Video

Dus de regel van 't ex kofschip is....
Staat de laatste letter van de stam in het kofschip dan...
 te/ten achter de ik- vorm in de verleden tijd
fietsen - ikvorm = ik  fiets 
VT =  ik fietste  - wij fietsten

Slide 20 - Tekstslide

Staat de laatste letter van de stam niet in het kofschip???


Dan krijg je de/den achter de ik-vorm.
beloven, stam =  belov
ik vorm =  ik beloof 
verleden tijd = ik beloofde, wij beloofden

Slide 21 - Tekstslide

Wat is....
Gebiedende wijs?

Slide 22 - Tekstslide

Gebiedende wijs =
voorbeeld
Pas op voor de hond!
Word nu lid.
Voeg de pasta toe.

Slide 23 - Tekstslide

vervolg
Deze drie zinnen staan in de gebiedende wijs: ze bevatten een aansporing of een bevel. Bovendien hebben ze geen onderwerp. In de gebiedende wijs is de persoonsvorm meestal het eerste woord van de zin. Je schrijft de persoonsvorm in de ik-vorm.

Slide 24 - Tekstslide