herhaling ww

SALUT !
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

SALUT !

Slide 1 - Tekstslide

Herhalingsles
werkwoorden
-regelmatig op -er
-onregelmatig: être,avoir,

Slide 2 - Tekstslide

wij zijn
A
vous ont
B
nous ont
C
nous sont
D
nous sommes

Slide 3 - Quizvraag

jullie/ u zijn
A
vous etes
B
nous sommes
C
ils sont
D
vous avez

Slide 4 - Quizvraag

jij hebt
A
il a
B
elle a
C
tu as
D
j' ai

Slide 5 - Quizvraag

ik ben
A
je m' appelle
B
j' ai
C
je suis
D
tu as

Slide 6 - Quizvraag

wij hebben
A
vous etes
B
nous avez
C
nous avons
D
nous sommes

Slide 7 - Quizvraag

Vervoeg het werkwoord
etre /zijn , geef het hele rijtje

Slide 8 - Open vraag

Vervoeg het werkwoord avoir in de zin:
Les parents........ deux enfants.

Slide 9 - Open vraag

Vervoeg het werkwoord etre in de zin:
le chien ....... gentil

Slide 10 - Open vraag

Het regelmatige werkwoord op -er

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Vertaal:
(danser) hij danst

Slide 13 - Open vraag

Vertaal:
(donner) jullie geven

Slide 14 - Open vraag

Vertaal:
(chercher) Wij zoeken
A
Nous cherchons
B
On cherchons
C
Vous cherchez
D
On cherche

Slide 15 - Quizvraag

Vertaal: (parler) Zij praten
A
Elle parle
B
Elles parlent
C
Nous parlons
D
Ils parlont

Slide 16 - Quizvraag

Avoir / Etre  
Wat weet je nog van de werkwoorden
Hebben en zijn ?
Onregelmatige werkwoorden.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

être

Slide 20 - Woordweb

avoir

Slide 21 - Woordweb

zij hebben
A
ils sont
B
ils ont
C
ils vont
D
ils allons

Slide 22 - Quizvraag

hij heeft
A
il est
B
il ont
C
il es
D
il a

Slide 23 - Quizvraag

zij hebben
A
ils sont
B
ils ont
C
ils vont
D
ils allons

Slide 24 - Quizvraag

hij heeft
A
il est
B
il ont
C
il es
D
il a

Slide 25 - Quizvraag

wij zijn
A
vous ont
B
nous ont
C
nous sont
D
nous sommes

Slide 26 - Quizvraag

jullie/ u zijn
A
vous etes
B
nous sommes
C
ils sont
D
vous avez

Slide 27 - Quizvraag

jij hebt
A
il a
B
elle a
C
tu as
D
j' ai

Slide 28 - Quizvraag

ik ben
A
je m' appelle
B
j' ai
C
je suis
D
tu as

Slide 29 - Quizvraag

wij hebben
A
vous etes
B
nous avez
C
nous avons
D
nous sommes

Slide 30 - Quizvraag

Vervoeg het werkwoord avoir
Geef het hele rijtje ott.

Slide 31 - Open vraag

Vervoeg het werkwoord
etre /zijn , geef het hele rijtje

Slide 32 - Open vraag

avoir
être
aller
faire
zijn
hebben
maken / doen
gaan

Slide 33 - Sleepvraag

être
Elle..........sportive
A
a
B
es
C
est
D
ai

Slide 34 - Quizvraag

être
Nous.........à Kampen.
A
avons
B
sommes
C
sont
D
as

Slide 35 - Quizvraag

Avoir
Tu.........un frère.
A
es
B
ai
C
ont
D
as

Slide 36 - Quizvraag

Avoir
Vous.........un chien.
A
avez
B
sommes
C
as
D
est

Slide 37 - Quizvraag

être, ils

Slide 38 - Open vraag

avoir, nous

Slide 39 - Open vraag