Paragraaf 5.1 Bevolkingsgroei in Duitsland

5.1 Bevolkingsgroei in Duitsland
Uitleg wel voor BB, want er zit Herhaling in. 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

5.1 Bevolkingsgroei in Duitsland
Uitleg wel voor BB, want er zit Herhaling in. 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen:
  • Kun je kenmerken noemen van de bevolkingsontwikkeling van Duitsland.
  • Kun je de vier groepen immigranten noemen en de belangrijkste redenen geven waarom ze naar Duitsland zijn gekomen.
  • Kun je de leeftijdsopbouw van Duitsland beschrijven en verklaren.
  • Kun je beschrijven en verklaren wat er in de toekomst met de bevolkingsgroei van Duitsland gaat gebeuren.

Slide 2 - Tekstslide

Bevolkingsontwikkeling in Duitsland
Bevolkingsgroei van 1950 - 2002:
  • 1950: 69 miljoen inwoners
  • 2002: 82,5 miljoen inwoners

Bevolkingsafname van 2002 - 2011
  • Aantal Duitsers daalde in deze periode met 2 miljoen. 
  • Daarna is de bevolking weer licht gegroeid tot ongeveer  83 miljoen nu

Slide 3 - Tekstslide

Bevolkingsontwikkeling in Duitsland
  • Natuurlijke bevolkingsgroei:
  • Sinds 1972: Sterfteoverschot.
  • Ondanks het sterfteoverschot bleef de bevolking tot 2002 groeien. 
  •  Dat komt door de sociale bevolkingsgroei: 
  • Er kwamen veel migranten naar Duitsland.
  • Wat was sterfteoverschot ook alweer?
  • Dat er meer mensen overlijden dan dat er worden geboren 
  • Wat was sociale bevolkingsgroei ook alweer? 
  • Dat er meer mensen immigreren dan dat er mensen zijn die emigreren 






Slide 4 - Tekstslide

Leeftijdsopbouw 
  • Duitsland heeft een sterke vergrijzing + ontgroening 
  • Hoe komt dat?
  • 1. Stijging levensverwachting.
  • 2. Duitse babyboom begon later dan in NL => na 1950 => deze groep mensen gaan de komende jaren pas voor meer vergrijzing zorgen.
  • 3.Laag geboortecijfer => ontgroening.
  • Laag geboortecijfer door: de  pil, vrouwen langer wachten met kinderen, meer vrouwen kinderloos.
  • Wat was vergrijzing ook alweer?
  • Dat het aantal ouderen in de bevolking groeit in verhouding met jongeren.
  • Wat was ontgroening ook alweer? 
  • Dat het aantal jongeren krimpt in verhouding met ouderen. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Demografisch Transitiemodel => Wat is dat?
Een model/grafiek dat laat zien hoe een land van hoge geboorte- en hoge sterftecijfers overgaat naar lage geboorte- en sterftecijfers doordat de welvaart toeneemt.

=> Dit model gaat dus alleen om de natuurlijke bevolkingsgroei!
Om zo'n ding te lezen moeten we wel iets weten, je moet weten wat:
Geboorteoverschot is?
Sterfteoverschot is? 

Slide 7 - Tekstslide



Het geboorte- en sterftecijfer sterk worden beïnvloedt door het welvaartsniveau van een land. Een stijgende welvaart leidt tot een dalend sterfte- en geboortecijfer. 
    Het demografische transitiemodel vertelt ons dus hoe en waarom de bevolking groeit bij een stijgend welvaartsniveau.
    !
    Het Demografische Transitiemodel
    In de eerste fase van het demografische transitiemodel zijn zowel het geboorte- als het sterftecijfer erg hoog. Dit is het geval bij veel landen tijdens de middeleeuwen. Tegenwoordig kunnen we alleen nog de alleramste landen en indianenstammen die nauwelijks contact hebben met andere volken plaatsen in de eerste fase van het model.
    De omvang van de totale bevolking is redelijk klein.
    1
    In de 2e fase van het model maakt het land de eerste economische groei door. Door deze economische groei is er meer geld beschikbaar voor de gezondheidszorg en scholing. Zo is er meer kennis over hygiëne en zijn er meer ziekenhuizen en artsen beschikbaar. Hierdoor daalt het sterftecijfer. Let op: Het geboortecijfer blijft nog wel hoog! Omdat er een (groot) verschil ontstaat tussen het sterfte- en geboortecijfer groeit de bevolkingsomvang. Er komen namelijk veel mensen bij (hoog geboortecijfer), maar er overlijden weinig mensen (dalend sterftecijfer). Veel landen in de Periferie kunnen worden geplaatst in deze fase.
    2
    In de 3e fase van het model neemt de welvaart verder toe. Onder andere omdat het scholingsniveau hoger wordt, anticonceptie makkelijker beschikbaar wordt en steeds meer vrouwen werken daalt het geboortecijfer. Mensen krijgen vaak later (en dus minder) kinderen. De totale bevolkingsomvang neemt wel toe, maar als het geboortecijfer (ongeveer) gelijk wordt aan het sterftecijfer stopt de groei van de bevolking. Vooral landen in de Semi-Periferie bevinden zich in deze fase.
    3
    In de 4e fase kunnen vooral de rijke landen uit het centrum geplaatst worden. Er is veel medische kennis en mensen kiezen er voor om weinig (gemiddeld 2 a 3) kinderen te krijgen. Deze landen hebben een laag (rond de 10) sterfte- en geboortecijfer. De bevolking neemt dan ook nauwelijks toe. 
    4
    In de 5e en laatste fase van het model neemt de totale bevolkingsomvang af. Er zijn nog maar weinig landen die zich in deze fase van het model bevinden. Waarschijnlijk is Duitsland een van de weinige landen die zich in deze fase bevindt. Na de Tweede Wereldoorlog was er sprake van een Baby-Boom (er werden veel baby's geboren). Deze groep mensen wordt oud en begint te overlijden. Omdat deze groep zo groot is stijgt het sterftecijfer en het is mogelijk dat het sterftecijfer hoger ligt dan het geboortecijfer. Met andere woorden: Er vallen meer mensen af dan dat er bij komen. Hierdoor daalt de totale bevolkingsomvang. 
    5
    In de grafiek worden 5 fases onderscheiden, elk met zijn eigen kenmerken. Op de X-as (horizontale lijn) wordt de tijd weergegeven: hoe meer naar rechts, hoe verder in de tijd. Op de Y-as (verticale lijn) staat de waarde van het geboorte- & sterftecijfer weergegeven. De gele lijn laat het geboortecijfer zien en de zwarte lijn het sterftecijfer. De bruine lijn laat de totale bevolkingsomvang zien. Er is geen waarde gekoppeld aan de bruine lijn, omdat die per land natuurlijk verschilt. Het is vooral belangrijk om in de gaten te krijgen wanneer de bevolking sterk groeit. 
    Indonesie in het transitiemodel
    Indonesië maakt op dit moment een demografische ontwikkeling door die je kunt vergelijken met de situatie in Nederland vlak na de Tweede Wereldoorlog. In Nederland is de bevolking in die tijd ook sterk gegroeid. Alleen nam het geboortecijfer daarna sterk af, totdat de Nederlandse bevolking geen groei meer vertoonde. (fase 3)

    Ook in Indonesië neemt het geboortecijfer sterk af en uiteindelijk zal dit ook gelijk liggen aan het sterftecijfer. Het geboortecijfer daalt doordat de welvaart toeneemt en mensen ervoor zorgen dat ze een pensioen opbouwen. Hierdoor is het niet meer noodzakelijk om kinderen te hebben die later voor je kunnen zorgen. Daarnaast werken en studeren er steeds meer vrouwen, waardoor huwelijken op latere leeftijd worden gesloten. Ook de religie is aan het moderniseren. Vroeger was het de heilige plicht van mensen om zoveel mogelijk kinderen te krijgen, tegenwoordig is het voor vele gezinnen in de stad niet zo praktisch en weegt dit zwaarder dan de religieuze achtergrond. Gelukkig is de medische zorg beter geworden, waardoor er minder kindersterfte is. De noodzaak om veel kinderen te nemen is eveneens hierdoor afgenomen. Tenslotte is de overheid zich er van bewust dat er een eind moet komen aan de enorme bevolkingsgroei. Er zijn verschillende reclamecampagnes gestart om gezinsplanning te stimuleren.

    Slide 8 - Tekstslide

    Bevolkingsdiagrammen in transitie 
    In de eerste fase van het demografische transitiemodel zijn zowel het geboorte- als het sterftecijfer erg hoog. Dit is ook te zien in deze bevolkingsdiagram, je ziet namelijk dat de voet van de pyramide, wat de mensen tussen 0 en de 15 jaar weer geeft, erg breedt is. Richting de top wordt hij al snel erg puntig. dit houdt in dat de bevolking vanaf 65 snel kleiner wordt. Deze vorm van de bevolkingsdiagram noemen ze ook wel een pyramide-vorm.
    1
    In de 2e fase van het model maakt het land de eerste economische groei door.  Dit is ook duidelijk te zien aan de bevolkingsdiagram. Door de breede voet vertelt dat geboortecijfer nog steeds hoog is, maar er overlijden weinig mensen, het sterftecijfer is dalend. Dit is ook duidelijk te zien door dat de punt van de bevolkingsdiagram minder stijl wordt. Deze vorm van de bevolkingsdiagram noemen ze ook wel een pyramide-vorm.
    2
    In de 3e fase van het model neemt de welvaart verder toe, daardoor wordt de groei van de bevolking afgeremd. Je ziet aan de voet van de bevolkingsdigram dat de geboortecijfer daalt, want hij wordt minder breedt. Het sterftecijfer neemt door de toenemende welvaart ook af, dit zie je doordat de top niet meer punt heeft, maar meer rond wordt. Deze vorm van de bevolkingsdiagram noemen ze ook wel een granaat-vorm.
    3
    In deze fase kunnen vooral de rijke landen uit het centrum geplaatst worden. In de 4e fase is er een lage en vrij wel gelijke sterfte- en geboortecijfer. De bevolking neemt dan ook nauwelijks toe. De bevolkingsdiagram zal meer recht worden. In de toekomst zal het naar de 5e fase verschuiven, het geboortecijfer zal dalen en het sterftecijfer zal sterk gaan stijgen waardoor de bevolkingsgroei zal afnemen. Deze vorm van de bevolkingsdiagram noemen ze ook wel een urn-vorm
    4/5
    Elke fase in het demografische transitiemodel heeft ook een eigen bevolkingsdiagram. 
    !

    Slide 9 - Tekstslide

    Demografisch Transitiemodel
    Fase 1:
    Geboortecijfer + sterftecijfer hoog
    Weinig of geen natuurlijke bevolkingsgroei.

    Fase 2:
    Geboortecijfer hoog
    Sterftecijfer daalt snel
    Gevolg: snelle bevolkingsgroei.
    Fase 3:
    Geboortecijfer daalt
    Sterftecijfer daalt langzaam
    Gevolg: bevolking groeit minder snel.
    Fase 4:
    Geboortecijfer + sterftecijfer laag
    Gevolg: weinig of geen bevolkingsgroei
    Fase 5:
    Geboortecijfer erg laag
    Sterftecijfer laag
    Gevolg: afname bevolking door sterfteoverschot

    Slide 10 - Tekstslide

    Migratie

    • Duitsland is een echt immigratieland.

    • Bijna 25% van de bevolking heeft een migratieachtergrond.


    Slide 11 - Tekstslide

    Groepen migranten in Duitsland
    1. Volksduitsers:
      Mensen uit Oost - Europa. Landen die vroeger bij Duitsland hoorden.

    2. Gastarbeiders: 
      Ze kwamen na 1960. Grootste groep zijn de Turken. Zij werkten vooral in de mijnbouw en industriegebieden.

    Slide 12 - Tekstslide

    3. Arbeidsmigranten:
    Door open grenzen, veel uit andere EU lidstaten. Vooral uit Polen.

    4. Vluchtelingen:
    bv. uit Syrië, Oekraïne, Afghanistan   

    Slide 13 - Tekstslide

    Zelfstandig werken 
    TL: Maak opgave: 1a, 1b, 3, 4a, 5a, 5b, 6, 7a, 7b, 8a van H5.1
    Als het huiswerk is goedgekeurd en de opdrachten zijn af kun je vertrekken. 

    Slide 14 - Tekstslide

    HERHALING
    Paragraaf 5.1
    Bevolkingsgroei in Duitsland

    Slide 15 - Tekstslide

    Ondanks het lage geboortecijfer bleef de bevolking tot 2002 toch groeien.
    Wat was de reden?

    Slide 16 - Open vraag

    Net als in NL is er in Duitsland sprake van vergrijzing en ongroening
    A
    Waar
    B
    Niet waar

    Slide 17 - Quizvraag

    Wat zijn de 2 oorzaken voor de vergrijzing in Duitsland?

    Slide 18 - Open vraag

    Geef 2 oorzaken voor de ontgroening in Duitsland

    Slide 19 - Open vraag

    Na 1950 kwamen er vier groepen immigranten richting Duitsland.
    Welke onderstaande groep klopt niet?
    A
    Volksduitsers uit Oost-Europa
    B
    Veel gastarbeiders uit landen rond Mid.Zee
    C
    Landen uit voormalige koloniën zoals Suriname
    D
    Vluchtelingen uit Syrië, Afghanistan etc.

    Slide 20 - Quizvraag

    Wat is de naam van de grafiek hiernaast?
    A
    democratisch transitiemodel
    B
    demografisch transitiemodel
    C
    centrum-periferie model
    D
    ruraal urbaan model

    Slide 21 - Quizvraag

    Waarom daalt in fase 3 het geboortecijfer?

    Slide 22 - Open vraag

    Hoeveel mensen zullen er in 2060 in Duitsland wonen?
    A
    65 miljoen
    B
    83 miljoen
    C
    73 miljoen
    D
    85 miljoen

    Slide 23 - Quizvraag