Oefentoets - hoofdstuk 5&6

Oefentoets - hoofdstuk 5&6
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Oefentoets - hoofdstuk 5&6

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
- woordjes vertalen (NL-DU / DU-NL)
- grammatica vragen
-  zinnen vertalen

Slide 2 - Tekstslide

Wörter aus der lernliste

Slide 3 - Tekstslide

Vertaal: de wortel
A
die Kartoffeln
B
die Kartoffel
C
die Karotten
D
die Karotte

Slide 4 - Quizvraag

Vertaal: zoet
A
suß
B
sauer
C
süß
D
sauere

Slide 5 - Quizvraag

de snelhied
er is, er zijn
lekker ruiken
de specerij
echter
die Geschwindigkeit
es gibt
duften
das Gewürz
jedoch

Slide 6 - Sleepvraag

alstublieft

Slide 7 - Open vraag

het vlees

Slide 8 - Open vraag

D-N: der Lachs

Slide 9 - Open vraag

der gute Zweck

Slide 10 - Open vraag

Grammatik

Slide 11 - Tekstslide

mein(e)
dein(e)
sein(e)
ihr(e)
unser(e)
euer (eure)
Ihr(e)
mijn
jouw, je
zijn
haar
ons, onze
jullie
hun
uw

Slide 12 - Sleepvraag

klopt het dat bij de mannelijke vorm en onzijdige vorm het bezittelijke voornaamwoord veranderd?
A
Richtig
B
Falsch

Slide 13 - Quizvraag

die Kinder (mv) / ............ Kinder
Welk onbepaald lidwoord past?
ein - eine - kein - keine

Slide 14 - Open vraag

das Handy / ........... Handy
Welk onbepaald lidwoord past?
ein - eine

Slide 15 - Open vraag

Vertaal het onbepaald lidwoord tussen haakjes in de volgende zin naar het Duits.

Ich habe (geen) .................. Geschwister (mv).

Slide 16 - Open vraag

Vertaal het onbepaald lidwoord tussen haakjes in de volgende zin naar het Duits.

Das ist (een) .................. Fußball (m).

Slide 17 - Open vraag

die Schwester / ......... Schwester
Welk onbepaald lidwoord past?
ein - eine

Slide 18 - Open vraag

(uw) Hund

Slide 19 - Open vraag

(jullie) Eltern

Slide 20 - Open vraag

(zijn) Theater

Slide 21 - Open vraag

Grammatik 2: konjugiere die Verben

Slide 22 - Tekstslide

Du ..... nicht viel heute (reden)

Slide 23 - Open vraag

Er ..... nicht (antworten)

Slide 24 - Open vraag

Wir ..... in Berlin (wohnen)

Slide 25 - Open vraag

Das Mädchen ...... jeden Samstag (reiten)

Slide 26 - Open vraag

Ihr ...... die Ausstellung nicht schön? (finden)

Slide 27 - Open vraag

Der Mann..... die Katze heute viel (streicheln)

Slide 28 - Open vraag

Wat vonden jullie er van?

Slide 29 - Woordweb

Ga proberen de oefentoets & Wiederholung te maken of ga leren

Slide 30 - Tekstslide