Het stervensproces
1 / 10
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Celbeschadiging kan ontstaan door:
A
Te weinig O2
Chemische stoffen
Fysisch
B
Te weinig O2
E-nummers
Chemische stoffen
C
Te weinig O2
Teveel make up
Slechte voeding
D
Te weinig H2O
Alcohol
Roken
Slide 2 - Quizvraag
Celveroudering kan ontstaan door:
A
Biologische klok
Gebitsslijtage
Fonetisch vastgelegd
B
Biologische klok
Triage
Enzymen werken minder
C
Biologische klok
Slijtage
Genetisch vastgelegd
D
Biologische klok
Blamage
Enzymen werken harder
Slide 3 - Quizvraag
Wat betekent necrose?
Slide 4 - Open vraag
Wat betekent Apoptose?
Slide 5 - Open vraag
Wat is géén reactie van de naderende dood?
A
Toenemende slaperigheid
B
Bewustzijnsverhoging
C
Psychische onrust
D
Flashbacks
Slide 6 - Quizvraag
Welke uitspraak is waar bij veranderingen in het stervensproces:
A
Spierspanning wordt hoger
B
Incontinent van alleen urine
C
Oplevingen is fabel: aangepraat door familie
D
Gehoor blijft het langst in tact.
Slide 7 - Quizvraag
Veranderingen stervensproces, huid en gelaat:
Facies Hippocratia is:
Facies Hippocratia is:
A
Koud Zweet
lijkbleke kleur
B
cyanotische tint aan acra
Ogen zinken weg
C
Wangen vallen in
Neus wordt spitser
Slide 8 - Quizvraag
Welke uitspraak is waar?
A
Cheyne-Stokes ademhaling heeft steeds langere apnoe momenten
B
Cheyne-Stokes heeft steeds kortere apnoe momenten
C
Ademhaling gaat over in happen en kreunen
D
Ademhaling gaat over in snikken en grommen
Slide 9 - Quizvraag
Een absoluut kenmerk van de dood is:
A
Bloedstolling in de vaten
B
ontbinding door 3 processen: Autolyse, rotting en versterking
C
gasvorming: opgezette buik, lijklucht en groene huidverkleuring
