palliatieve zorg

Palliatieve zorg
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Palliatieve zorg

Slide 1 - Tekstslide

Artsenfederatie KNMG
Artsenfederatie KNMG is een federatieve vereniging met acht aangesloten partners (zeven beroepsverenigingen en De Geneeskundestudent). De KNMG heeft hiermee een achterban van ruim 65.000 artsen en studenten geneeskunde.

Slide 2 - Tekstslide

Palliatieve zorg
Is zorg voor mensen die niet meer beter worden. Het doel is het voorkomen en verlichten van lijden met daarbij veel aandacht voor de kwaliteit van leven. De KNMG zet zich in voor optimale palliatieve zorg door, samen met andere betrokkenen, het Kwaliteitskader palliatieve zorg naar de praktijk te vertalen. Artsen die bij patiënten in de palliatieve fase vragen of problemen hebben, kunnen kosteloos gebruik maken van consultatieteams palliatieve zorg voor advies.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Stervensproces
Wie aan het eind van zijn leven is, voelt de kracht uit zijn lichaam vloeien. Stap voor stap gaan de lichaamsfuncties verloren. De stervende wordt steeds zwakker en het wegvloeien van kracht kan voor een korte tijd onrust en angst met zich meebrengen. De stervende is daardoor het liefste in gezelschap. Wat voor de naasten lijkt op een verbeten gevecht met de dood, kan voor de stervende een periode van innerlijke rust betekenen.

Slide 5 - Tekstslide

Stadia
Het lichaam in het stervensproces ondergaat vele veranderingen. De laatste levensfase gebeurt bij elke stervende anders al zijn er symptomen die algemeen voorkomen. Het stervensproces kondigt zich aan met een aantal signalen, die voor elk mens anders zijn en voor elke stervende een eigen tijdsduur kennen. Soms zijn de tekenen van het naderende einde een week voor het overlijden herkenbaar en soms pas een uur voor de dood. Niet alle symptomen treden op bij elke stervende en de symptomen kennen niet een vaste volgorde. Geen stervensbed is gelijk.

Slide 6 - Tekstslide

Signalen
De signalen die kort voor het sterven optreden zijn:
Slaperigheid;
minder eten en drinken;
probleem met slikken;
reutelen;
troebele ogen;
doodsangst;
veranderende ademhaling;
doodsmasker;
zwakke hartslag;
onwillekeurige bewegingen;
koorts;
verlies van urine en ontlasting.

Slide 7 - Tekstslide

Slaperigheid
 Praten en contact maken gaat steeds moeilijker. Het is net of de stervende niet meer luistert, maar hij hoort nog van alles. Het gehoor blijft tot het laatst goed functioneren, het langst van alle zintuigen. Familie en vrienden kunnen tot het einde toe blijven praten tegen de stervende en dingen zeggen. Het reageren op wat er gezegd wordt gaat bij de stervende steeds moeilijker, maar dat betekent niet dat hij niets hoort. Hetzelfde geldt voor de reuk.

Slide 8 - Tekstslide

Minder eten en drinken
Een stervende heeft steeds minder trek in eten en drinken. Op het laatst lukt het alleen nog om wat water in te nemen en zelfs dat wordt steeds minder. In dit stadium heeft het geen zin om de stervende te dwingen tot drinken.
De stervende kan problemen krijgen met slikken. Als slikken niet meer lukt, is er geen drinken meer nodig. Drinken kan leiden tot verslikken en het water kan zelfs in de longen terechtkomen. Het ademen gaat in dit stadium vaak door de mond, waardoor de mond snel uitdroogt en de stervende korsten op de lippen kan krijgen.


Slide 9 - Tekstslide

Reutelen
Reutelen is een kenmerkend geluid van een stervende. Het wordt veroorzaakt door opgehoopte slijm in de luchtwegen, waardoor de lucht niet meer zonder hindernissen via mond en keel in de longen terechtkomt. Het laat een rochelend geluid horen. Over het algemeen is reutelen een teken dat de dood nadert. Op de zij leggen kan dan helpen.

Slide 10 - Tekstslide

Troebele ogen

Glazige ogen zijn een teken van een naderend einde. De stervende kan met een doffe blik voor zich uit staren. Het komt ook voor dat de stervende niet meer met de oogleden knippert. Als dat gebeurt wordt het hoornvlies droog en dan zijn oogzalf en druppels nodig om verlichting te geven.

Slide 11 - Tekstslide

Doodsangst
De laatste fase van het stervensproces kondigt zich vaak aan door onrust en doodsangst. In dit stadium komen niet zelden hallucinaties voor.

Slide 12 - Tekstslide

Veranderende ademhaling

Het einde van het leven kondigt zich aan met een veranderende ademhaling. Typerend is de Cheyne-Stokes ademhaling, waarbij de stervende diep inademt en steeds minder diep uitademt. Op het laatst volgt er geen uitademing meer. Het is dan net of de ademhaling is gestopt, maar die kan weer beginnen met een diepe ademhaling. Deze veranderde ademhaling zou komen door de verminderde werking van de kleine hersenen.

Slide 13 - Tekstslide

Onwillekeurige bewegingen
Een stervende kan onwillekeurige bewegingen maken en gaan schokken. Er hopen zich tijdens het stervensproces afvalstoffen op in het lichaam die ontstekingen van het zenuwstelsel veroorzaken. Daardoor kunnen er schokkerige bewegingen optreden die lijken op zenuwtrekken.

Slide 14 - Tekstslide

Koorts
Een stervende kan terminale koorts krijgen die soms oploopt tot 40 graden. Frisse lucht en een koud washandje kan dan verlichting geven. Hevig transpireren komt in dit stadium ook voor. Koortswerende middelen helpen niet meer.

Slide 15 - Tekstslide

Maskergelaat
De lichaamstemperatuur daalt en de handen, voeten en benen worden kouder. Ze gaan ook bleek zien en krijgen soms blauwgrijze verkleuring van de huid, die cyanose of blauwzucht wordt genoemd. De bloedcirculatie wordt minder en daardoor kunnen ook de nagels en lippen verkleuren. Het lichaam voert nog zoveel mogelijk bloed naar de vitale organen waardoor de uiterste punten van het lichaam minder bloed krijgen. Een spitse en bleke neus die koud aanvoelt is ook een teken dat het einde nadert. Het vormt samen met een ingevallen gezicht het dodenmasker.

Slide 16 - Tekstslide

Palliatieve sedatie
Is het opzettelijk verlagen van het bewustzijn van een patiënt in de laatste levensfase met als doel ondraaglijk lijden te verlichten. Palliatieve sedatie die zorgvuldig en op de gebruikelijke medische wijze wordt toegepast bekort het leven niet. De patiënt komt te overlijden aan de onderliggende ziekte. Hierin onderscheidt palliatieve sedatie zich van euthanasie. De richtlijn palliatieve sedatie biedt het professionele kader voor de indicatiestelling van palliatieve sedatie, de randvoorwaarden, het besluitvormingsproces en de uitvoering.

Slide 17 - Tekstslide