Aandoeningen urinewegstelsel

Aandoeningen urinewegstelsel
PdJ
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Aandoeningen urinewegstelsel
PdJ

Slide 1 - Tekstslide

Hoe zit je er aan het begin van deze les bij?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 3 - Tekstslide

Aan het eind van de les kun je vertellen wat de symptomen zijn en behandeling is van:
  • urineweginfecties;
  • nierstenen;
  • nierfalen;
  • incontinentie;
  • prostaathypertrofie.

  • Wat zijn je eigen leervragen over aandoeningen aan het urinewegstelsel?

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je al van aandoeningen aan het urinewegstelsel?

Slide 5 - Woordweb

Blaas
Nieren
Urineleider
Urinebuis

Slide 6 - Sleepvraag

Urineweginfectie UWI
  • Blaasontsteking
  • Nierbekkenontsteking: van blaas naar nieren
  • Urosepsis:  bacterien in bloedbaan → septische shock → multi-orgaanfalen

  • Bij ouderen → delier.

Slide 7 - Tekstslide

Oorzaken UWI
  • Verblijfskatheter
  • Diabetes mellitus
  • Urineresidu (niet goed kunnen uitplassen)
  • Verminderde weerstand
  • Vrouwen vaker UWI dan mannen.

Slide 8 - Tekstslide

Diagnostiek
  • Symptomen: pijn, branderig gevoel, kleur en geur van de urine, vaak plassen
  • Urinestick: kan alleen UWI uitsluiten
  • Kweek + resistentie. 

Slide 9 - Tekstslide

Behandeling
  • Veel drinken
  • Antibiotica
  • Evt. delier behandelen.

Slide 10 - Tekstslide

Hoe wordt de diagnose UWI gesteld bij een kwetsbare oudere?
A
Negatieve nitriettest bij urine strippen
B
Op basis van de klachten
C
Positieve nitriettest bij urine strippen
D
Urinekweek + resistentie

Slide 11 - Quizvraag

Nierstenen
  • Vaak calciumstenen in nierbekken → geen klachten
  • Niersteen in urineleider geeft (koliek)pijn

  • Pijnstilling (diclofenac) en afwachten.

Slide 12 - Tekstslide

Niersteen verwijderen
  • Niersteenvergruizer met schokgolven
  • Endoscopie via urinebuis en blaas naar urineleider   
  • Percutane verwijdering, operatie.

Slide 13 - Tekstslide

Nierfalen
  • Afvalstoffen worden niet (voldoende) uit bloed gefilterd
  • Acuut: plotselinge verslechtering nierfunctie, nierschade meestal omkeerbaar
  • Chronisch: langer dan 3 maanden. Oorzaak: DM, hypertensie, atherosclerose.

Slide 14 - Tekstslide

Nierfalen en anemie
  • Nieren maken EPO (erythropoëtine) aan
  • EPO stimuleert beenmerg → aanmaak rode bloedcellen
  • Nierfalen → EPO ↓ → anemie (bloedarmoede)

  • Aranesp (darbepoëtine-alfa) injecties
    1x per 1-3 weken

Slide 15 - Tekstslide

Dialyse
  • Nierfunctie  < 10-15%
  • Dieet en vochtbeperking
  • Hemodialyse: 3x per week 3 à 4 uur
  • Peritoneaaldialyse: buikspoeling via een katheter spoelvloeistof in de buikholte.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Niertransplantatie
  • Donornier, wachttijd 2,5 jaar
  • Nier van overleden donor
    gaat 10-15 jaar mee
  • Nier van levende donor
    gaat 20-25 jaar mee.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Ben jij donor?
Waarom wel/niet?

Slide 22 - Woordweb

Incontinentie
  • Stressincontinentie: bij inspanning, hoesten, niezen
  • Urge-incontinentie: aandrang bij weinig urine in blaas
  • Gemengde incontinentie: stress- en urge incontinentie
  • Reflexincontinentie: geen controle blaaspier (dwarslaesie)
  • Overloopincontinentie: druppels urine verliezen
  • Funcionele incontinentie: niet op tijd bij de wc.

Slide 23 - Tekstslide

Bij incontinentie is een verbijfskatheter een goede oplossing.
A
Niet waar
B
Waar

Slide 24 - Quizvraag

Benigne prostaathyperplasie (BPH) of prostaathypertrofie

  • Vaker urineren
  • Residu 
  • Minder krachtige straal
  • Nadruppelen.

Slide 25 - Tekstslide

Een mannelijke zorgvrager heeft een vergrote prostaat en is moeilijk te katheteriseren. Welke katheter kan je het beste gebruiken?
A
Driewegkatheter
B
Eenmalige katheter
C
Nelaton katheter
D
Thiemann katheter

Slide 26 - Quizvraag

Je stript urine bij een zorgvrager
met dementie. Nitriet is positief.
Wat is nu de conclusie?
A
ZV heeft blaasonsteking
B
ZV heeft geen blaasontsteking
C
ZV heeft mogelijk blaasontsteking
D
Er is geen conclusie mogelijk

Slide 27 - Quizvraag

Welke pijnstilling krijgt een zorgvrager met koliekpijn door een niersteen?
A
Codeïne
B
Diclofenac
C
Morfine
D
Paracetamol

Slide 28 - Quizvraag

Wat is belangrijk bij het dieet van een zorgvrager met nierfalen?
A
Weinig koolhydraten
B
Weinig eiwitten
C
Weinig vet
D
Weinig zout

Slide 29 - Quizvraag

Wat heb je geleerd over aandoeningen aan het urinewegstelsel?

Slide 30 - Woordweb

Vertel in eigen woorden wat de symptomen zijn en behandeling is van:
  • urineweginfecties;
  • nierstenen;
  • nierfalen;
  • incontinentie;
  • prostaathypertrofie.

  • Wat zijn nu je leervragen over aandoeningen aan het urinewegstelsel?

Slide 31 - Tekstslide

Welk cijfer geef je deze les?
110

Slide 32 - Poll