H1 Communicatie & media + H2 Het Medialandschap 2324

Maatschappijkunde
Media
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmboLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Maatschappijkunde
Media

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen deze les? 
Uitleg H1 +H2
Zelfstandig werken
Nieuwsoverzicht kijken

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen H1 
  • Je kan uitleggen wat communicatie is en en welke vormen van communicatie er zijn. 
  • Je kan de rol van de massamedia in onze samenleving beschrijven. 

Leerdoelen H2
  • Je kan de traditionele media beschrijven
  • Je kan de digitale media beschrijven
  • Je kan de rol van de publieke en commerciële zenders beschrijven
Begrippen:
  • Communicatie
  • Medium
  • Feedback
  • Massamedia
  • Traditionele media
  • Sociale media
  • Interactief 
  • Netwerk

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communicatie
  • Bij communicatie is er een zender en een ontvanger.
  • De informatie wordt verstuurd door een medium
  • We spreken van feedback of terugkoppeling als de ontvanger reageert op de boodschap van de zender.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De docent legt iets uit. De docent is
A
zender
B
ontvanger
C
feedback
D
kansloos

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De leerlingen luisteren. De leerlingen zijn
A
zender
B
ontvanger
C
kansloos
D
medium

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een leerling geeft aan dat ze het niet snapt. De leerling
A
communiceert
B
zendt
C
geeft feedback
D
is het medium

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vormen van communicatie
  • Directe communicatie: face to face
  • Indirecte communicatie: je bent niet in dezelfde ruimte
  • Verbale communicatie: gesproken en geschreven woorden
  • Eenzijdige communicatie: er is sprake van eenrichtingsverkeer
  • Meerzijdige communicatie: deelnemers zijn zender en ontvanger
  • Non-verbale communicatie: communicatie zonder woorden

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat zien we hier?
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie
C
Eenzijdige communicatie
D
Meerzijdige communicatie

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zien je hier?
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie
C
Directe communicatie
D
Eenzijdige communicatie

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Massamedia
Media (=meervoud)  die zich met hun communicatieboodschap tot grote groepen mensen tegelijk richten.

Je moet drie soorten massamedia kennen en herkennen. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Digitale media
Gedrukte media
Vormen van Massamedia
Audiovisuele media

Slide 13 - Tekstslide

Audiovisuele media: Extra uitleg over dat commerciële zenders hun inkomsten krijgen via reclames en publieke zenders worden betaald door belastinggeld. 
Alleen voor KGT (gele differentiatie) 
 Kenmerken massamedia
  • De informatie is openbaar 
  • Werkt indirect (pas achteraf reageren, de meeste reageren nooit)
  • De communicatie is eenzijdig (ofwel eenrichtingsverkeer)
  • Geen persoonlijk contact tussen zender en ontvanger
  • Geen directe feedback (niet controleren of de boodschap overkomt) 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'Nieuwe' media
Internet is een interactief medium. 
> Interactie betekent wisselwerking. 

Op het internet kan iedereen zender/ontvanger zijn. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Digitalisering van media
  • Digitale media > meer vrijheid voor gebruiker > kijken on-demand > series bingen

On demand-economie =
Een economie waarbij de wens van gebruiker/klant  vervuld wordt > Je kijkt wanneer je wilt en wat je wilt.
> Denk aan Netflix, Spotify, Videoland, Amazon prime ed...
Rol van de ontvanger is veranderd

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Digitalisering van media
Via sociale media (=alle internetmedia waarop je zelf informatie kunt delen met anderen) hebben  social influencers invloed op wat er gekeken wordt.

Influencers hebben veel volgers en worden zo voorbeeld of rolmodel en hebben veel invloed. 

Rol van de zender  is veranderd

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gepersonaliseerd aanbod en algoritmes
  • Mediabedrijven hebben algoritmes ontwikkeld die bijhouden wat jij kijkt. Zo voorspellen ze jij wat jouw interesses zijn en daar verzamelen ze informatie voor.
  • Bedrijven verzamelen data om te kunnen bepalen wat jij graag wilt zien.  Data zijn verzamelingen gegevens. 
  • Handig maar je privacy wel in het gedrang komen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Filterbubbel
Door selectieve waarneming (=je kiest zelf wat je wilt zien en horen)  krijg je meestal geen complete informatie.

Je komt in een soort filterbubbel.  

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Traditionele media
Kranten, boeken, televisie en radio bestaan al veel langer dan internet. Daarom noemen we deze media ook wel de traditionele media

Traditionele media is vaak gericht op een bepaalde doelgroep.
Log in op LessonUp met klascode bisyn
Log in op de Eindexamensite met code UAVNW

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelgroep = een groep mensen met gemeenschappelijke kenmerken

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regionale kranten
Verschijnen dagelijks en brengen naast binnen en buitenlands nieuws ook nieuws uit de regio. 

Voorbeelden: de Gelderlander, Dagblad van het Noorden, Tubantia, de Stentor & de Limburger.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Landelijke kranten
Verschijnen dagelijks en brengen binnen- en buitenlands nieuws.

Voorbeelden zijn:
het AD, de Telegraaf, NRC Next, De Volkskrant, Trouw, etc. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Populaire krant
(Misdaad, rampen, sport, amusement, BN'ers etc.)
Kwaliteitskrant
(Politieke ontwikkelingen, economie & cultuur) 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hebben jouw ouders (nog) een abonnement op een krant?!
(dus niet de gratis huis-aan-huis)
A
Ja!
B
Nee!

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tijdschriften: 
schrijven voor een eigen doelgroep met een bepaald interessegebied
Opiniebladen:
deze geven achtergrondinformatie en commentaar over politieke, economische culturele en maatschappelijke kwesties. 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omschrijf de doelgroep van de Donald Duck

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Publieke omroepen >invloed van de overheid 
Publieke omroepen zijn mede opgericht op verzoek van de overheid + krijgen zij ieder jaar 500 miljoen subsidie van de overheid. Hierdoor hebben zij meer regels om zich aan te houden. De belangrijkste regels staan in de Mediawet. 

Het einddoel voor de publieke omroepen is: dat mensen ondanks de culturele verschillen in een groep of samenleving, elkaar kunnen begrijpen en verdraagzaam zijn. 
Publieke omroepen: 
  • Moeten een betrouwbare bron van informatie zijn
  • Moeten een pluriform aanbod hebben

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pluriform aanbod 
Er zijn zes publieke omroepverenigingen met een erkenning voor de publieke omroep. Zij voldoen aan de eisen voor een omroeporganisatie . Ze hebben een minimaal aantal betalende leden (150.000). Ook onderscheiden zij zich van andere omroepen. Ze richten zich  op een bepaalde doelgroep (jongeren, moslims, ouderen, christelijke mensen etc)

De publieke omroepen zijn:
  • AVROTROS                     BNN VARA
  • KRO-NCRV                     Omroep MAX
  • EO                                    VPRO-human

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Commerciële zenders
Zij mogen zelf bepalen wat ze uitzenden. Het hoofddoel is het maken van winst.  Hoge kijkcijfers zijn dus erg belangrijk. 

Bijvoorbeeld: 
RTL 4, 5, 7 & 8
SBS 6 / Net 5 / TLC / MTV / Veronica 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag! 
Verplicht:  
Maken H1 blz. 12 t/m 19
Maken H2 blz. 22 t/m 33

Keuze:  Begrippenlijst of Samenvatting  maken van H1 &  H2 (je maakt er dus 2) 
Klaar? Blz. 6 t/m 11:  Eindexamensite met Analyse Maatschappelijk vraagstuk 



timer
15:00

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

Deze slide heeft geen instructies