In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen.
Onderdelen in deze les
Wat betekent de naam Multatuli?
A
Ik ga graag op reis
B
Ik heb veel gedragen
C
Ik ben schrijver
D
Ik heb veel gedaan
Slide 1 - Quizvraag
Van welke naam is Multatuli een pseudoniem?
A
Eduard Douwes Dekker
B
Louis Couperus
C
Batavus Droogstoppel
D
Max Havelaar
Slide 2 - Quizvraag
In 1830 wordt in Nederlands-Indië een nieuw systeem ingevoerd. Met dit systeem worden boeren gedwongen hun grond beschikbaar te stellen voor het verbouwen van producten voor de Nederlandse handel. Hoe heet dit stelsel?
A
Poldermodel
B
Kavelstelsel
C
Leenstelsel
D
Cultuurstelsel
Slide 3 - Quizvraag
Romantiek
Realisme
Naturalisme
Exotisch oord
Verzonnen personen
Vluchten in de historische werkelijkheid
Echt bestaande personen
Beschrijving sociale omstandigheden
Gevoelens
Grootse idealen
originaliteit
Verheven boven gewone mensen
wetenschap
erfelijkheid, milieu, tijd
objectief
Slide 4 - Sleepvraag
Noem twee redenen waarom Eduard Douwes Dekker Max Havelaar heeft geschreven?
Slide 5 - Open vraag
Realisten willen de werkelijkheid weergeven zoals hij is.
A
waar
B
niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Naturalisten lijden aan Weltschmerz.
A
waar
B
niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Romantici keren zich van de wereld af.
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Wat hoort er niet bij? In het fin de siècle voelt de kunstenaar zich
A
verveeld (ennui)
B
angstig over de nieuwe eeuw die komen gaat
C
decadent
D
een boodschapper van normen en waarden
Slide 9 - Quizvraag
timer
3:00
Wat was er ook alweer kenmerkend voor het werk van Piet Paaltjens? Probeer minimaal drie kenmerken te noemen.
Slide 10 - Woordweb
Waarom zou hij zijn bundel de titel 'Snikken en Grimlachjes' (1867) hebben meegegeven?
timer
2:00
Slide 11 - Open vraag
Bij welke stroming kun je "Snikken en Grimlachjes" van Piet Paaltjens indelen?
A
Realisme
B
Romantiek
C
Symbolisme
D
Naturalisme
Slide 12 - Quizvraag
Het naturalisme denkt dat de mens een product is van....
Slide 13 - Open vraag
Bij de Beweging van tachtig gaat het om
A
de schoonheid van de kunst
B
de boodschap van de kunst
Slide 14 - Quizvraag
Wat is woordkunst? Noem drie voorbeelden
Slide 15 - Open vraag
Wat hoort niet bij de Tachtigers?
A
vorm en inhoud moeten één zijn
B
kunst is individueel
C
kunst moet mensen dingen leren en een boodschap overbrengen