Drama les 1: doelgroepen

Les: Doelgroepen

Doel: je leert je in te leven in verschillende doelgroepen.
Je kunt je dramatisch instrument inzetten om een personage vorm te geven.

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
DramaMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Les: Doelgroepen

Doel: je leert je in te leven in verschillende doelgroepen.
Je kunt je dramatisch instrument inzetten om een personage vorm te geven.

Slide 1 - Tekstslide

Lesopbouw:
Foto kiezen
  • Personage-opbouw van foto
  • Improvisatie: voicemail-opdracht
  • Uitleg: opdracht telefoongesprek

Slide 2 - Tekstslide

Kies een foto

In de volgende slides staan een aantal foto's van mensen uit de doelgroepen van jullie beroep. Je bekijkt de foto's goed, en zoekt er een uit die je het meeste aanspreekt. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Je maakt een personagebeschrijving. Hiervoor gebruik je de vragen voor een rolopbouw (zie volgende pagina).
Over 15 minuten bespreken we kort een aantal bedachte personages.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht: word je personage!
Je krijgt nu 20 minuten de tijd om in huis op zoek te gaan naar kleding/attributen waarvan jij vindt dat het bij jouw personage past. Ook je haar/make-up kun je aanpassen naar je personage.
Hierna zien we elkaar terug in Teams!

Slide 10 - Tekstslide

Improvisatie: voicemail

Als je aan de beurt bent, laat je horen hoe jouw voicemailbericht (in personage) zou klinken. Denk ook aan stemgebruik!

Vervolgens spreken drie klasgenoten (ook in personage) een voicemailbericht in.

Slide 11 - Tekstslide

0

Slide 12 - Video

Opdracht:
Het telefoongesprek

Slide 13 - Tekstslide

Dialoog in de vorm van een telefoon/videogesprek

Onderdelen:

- Uitgeschreven dialoog in de vorm van een telefoon/videogesprek

-Gesprek spelen en opnemen

Slide 14 - Tekstslide

Stap 1: Spelgegevens uitwerken
Bedenken en schrijven van een gesprek:

Begin met het bedenken van de spelgegevens ( 5 w's), voordat je begint met het schrijven van de dialoog.

Slide 15 - Tekstslide

Wie: de personages
Beantwoord samen de volgende vragen:
- Wie zijn de personages? 

- Wie zijn ze van elkaar? Kennen ze elkaar? Zo ja, waarvan? 

- Wat zijn typische karaktertrekjes van de personages die je tot uiting kan laten komen in je spel en in het gesprek? 



Slide 16 - Tekstslide

Wat: de Situatie
Beantwoord samen de volgende vragen:
- Wat is het duidelijk aanwijsbare conflict in het gesprek?
(Aanwijsbaar betekent niet perse dat je het letterlijk moet benoemen in de dialoog)
- Hoe gaan jullie dat conflict opbouwen? Let op: een conflict is een probleem/uitdaging, het hoeft niet altijd een ruzie te zijn.


Slide 17 - Tekstslide

Waarom: Motief
Beantwoord samen de volgende vragen:
- Wat is de aanleiding/reden van de een om de ander op te bellen?
- Wat speelt er tussen de twee personages? Is er iets voorafgegaan? 

Slide 18 - Tekstslide

Wanneer: Tijd
Beantwoord samen de volgende vragen:
- Wanneer speelt het zich af? 
- Op welk moment van de dag?
- Waarom hebben de personages precies op dat tijdstip hun telefoongesprek?

Slide 19 - Tekstslide

Waar: locatie
Beantwoord samen de volgende vragen:
- Waar bevinden de personages zich?
- Kan de locatie als een toegevoegde waarde werken in het conflict?

Slide 20 - Tekstslide

Stap 2 : Dialoog uitwerken.
De Tekst
Nu jullie de spelgegevens hebben uitgewerkt, hebben jullie eigenlijk alle ingrediënten van een script in handen.

Jullie gaan nu samen de dialoog uitwerken. Dit werkt het beste door samen te werken in een online bestand, waar jullie samen in kunnen werken. 

Slide 21 - Tekstslide

Stap 3: Ensceneren
Jullie hebben jullie dialoog geschreven, maar hoe ga je die nu vormgeven?

  • Bedenk welke vormgevingselementen (attributen, kleding) je wilt gaan gebruiken voor jullie personages en omgeving. Dit kan een toegevoegde waarde hebben in de geloofwaardigheid van het gesprek. 

  • Denk ook aan de mise en scene (plaatsing); je hoeft niet statisch alleen te zitten of te staan. Je mag bijvoorbeeld ook lopen, of je past je achtergrond aan naar de plaats waar je belt.



Slide 22 - Tekstslide

Stap 4: Spel > Tekstbehandeling
Hoe breng je de tekst tot leven? 

- De tekstbehandeling: Stemgebruik: volume, tempo, hoog-laag, intonatie, klankkleur, stiltes - eventueel een accent. Dynamiek betekent dat je vanuit de inhoud/situatie  hier in afwisselt, dat brengt tekst tot leven. 

- Actie en reactie - incasseren - emoties - karakter van het personage - subtekst - wat je zegt en wat je werkelijk denkt/voelt - 

Slide 23 - Tekstslide

Het spelen van het gesprek
  1. Iedereen kent zijn tekst uit zijn hoofd, zodat hij/zij de dialoog geloofwaardig vanuit zijn personage kan spelen.
  2. Zorg ervoor dat jullie je enscenering (gekozen vormgevingselementen en mise en scene) op orde hebben en zichtbaar uitspelen.
  3. Jullie zullen de scene eerst een paar keer moeten oefenen om te zien wat werkt, voordat je hem kan gaan opnemen.
  4. Je kunt je gesprek opnemen. Dan film je in 1 take wat er op het scherm gebeurt. Hierna kun je de link die je ontvangt kopiëren en opsturen.



Slide 24 - Tekstslide

Planning opdracht:

Vandaag maak je stap 1 (spelgegevens, 5 w's) van het telefoon/videogesprek. Dit lever je aan het einde van de les in bij Teams.
Volgende week krijg je de tijd om het telefoongesprek voor te bereiden en op te nemen. 

Slide 25 - Tekstslide