Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Werkwoordspelling
Vorige week
Politiek: www.partijenwijzer.nl
Afronden burgerschap!
1 / 16
volgende
Slide 1:
Tekstslide
In deze les zitten
16 slides
, met
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Vorige week
Politiek: www.partijenwijzer.nl
Afronden burgerschap!
Slide 1 - Tekstslide
Deze week:
PERSOONSVORM TEGENWOORDIGE TIJD en VERLEDEN TIJD
Uitleg
Klassikaal oefenen
Individueel opdrachten maken
Slide 2 - Tekstslide
Hele Werkwoord = WIJ
Hele werkwoord (persoonsvorm)
is de WIJ vorm
Voorbeeld:
wij
LOPEN
, wij
FIETSEN
, wij
KLIMMEN
Slide 3 - Tekstslide
Hele werkwoord - en =
IK VORM
LOPEN - en = LOP --------> IK LOP? --> IK LOOP
FIETSEN - en = FIETS-----> IK FIETS? --> IK FIETS
KLIMMEN - en = KLIMM --> IK KLIMM? --> IK KLIM
STAM
Slide 4 - Tekstslide
HIJ, ZIJ, HET, JIJ, JANTJE LOOPT
Ik-vorm + T = HIJ - VORM
IK LOOP + T =HIJ LOOP
T
STAM + T
loop+t
IK KLIM + T = HIJ KLIM
T
IK FIETS + T = HIJ FIETS
T
Slide 5 - Tekstslide
NU = tegenwoordige tijd
IK LOOP NU HIJ LOOPT NU WIJ LOPEN NU
IK FIETS NU HIJ FIETST NU WIJ FIETSEN NU
IK KLIM NU HIJ KLIMT NU WIJ KLIMMEN NU
Slide 6 - Tekstslide
GEBEURT HET NU?
STAM (ik-vorm)
+ T!
VERDEDIGEN - Ik
verdedig
nu, hij
verdedig
T
nu
BROODJE ROOSTEREN - Ik
rooster
nu een broodje, hij
rooster
T
nu een broodje
Slide 7 - Tekstslide
Oefenen:
Hij
(verbreden)
het fietspad.
HIJ = ???
Stam (ik-vorm) + T
Stam = IK Verbreed
Stam + t =
HIJ VerbreedT
Slide 8 - Tekstslide
Oefenen:
Hij
(verbinden)
een wond.
HIJ :???
Hij = Stam + T
Stam = hele werkwoord - en
Hele werkwoord=verbinden
Stam = Ik verbind
Stam + t =
hij verbindt
Slide 9 - Tekstslide
MAKEN:
2F Deel B: Hoofdstuk 3.1 persoonsvorm tegenwoordige tijd
BLZ. 166, 167 (opdrachten 1 t/m 5)
Slide 10 - Tekstslide
Persoonsvorm Verleden tijd:
Gisteren, vorig jaar, toen, afgelopen week
Slide 11 - Tekstslide
Sterke werkwoorden:
Veranderen in de verleden tijd:
Roepen
Krijgen
Zijn
Begrijpen
Slide 12 - Tekstslide
Zwakke werkwoorden:
Krijgen in de verleden tijd, achter de stam:
-te of -de
Krijgen in de verleden tijd, in meervoud:
-ten of -den
erachter
'T KOFSCHIP
Slide 13 - Tekstslide
Oefenen met verleden tijd:
Schilderen = hele werkwoord
ik schilder = stam
verleden tijd = + de of + te?
ik schilderDE
Slide 14 - Tekstslide
Oefenen, oefenen, oefenen
Schilderen
Beantwoorden
Vragen
Benoemen
Bevestigen enz. enz. enz.
Slide 15 - Tekstslide
Maken:
2f Deel B: Hoofdstuk 3.2 persoonsvorm verleden tijd
BLZ. 169, 170
Slide 16 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Werkwoordspelling
Oktober 2018
- Les met
10 slides
Spelling persoonsvorm in de vt
Juni 2019
- Les met
25 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Spelling persoonsvorm in de tt
Juni 2019
- Les met
36 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
persoonsvorm tt en vt groep 6
Mei 2024
- Les met
21 slides
Spelling
Basisschool
Groep 5,6
Eerste les schooljaar
Januari 2021
- Les met
27 slides
Mentorles
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
onwk 4 les 4 vervoeging persoonsvorm
Januari 2023
- Les met
44 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Spelling T2L5: Ik, jij of wij
Februari 2023
- Les met
14 slides
Nederlands
Lager onderwijs
H.1 PV-tt
Oktober 2023
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1