Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
5A OC unit 4 recap
Today
Feedback review
Preparing for the test
Extra grammar explanation
Goal: You know how to get ready for the test. You are ready for the test.
1 / 29
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
In deze les zitten
29 slides
, met
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Today
Feedback review
Preparing for the test
Extra grammar explanation
Goal: You know how to get ready for the test. You are ready for the test.
Slide 1 - Tekstslide
Student feedback
Swap your review with a classmate
Give each other feedback by filling in the form
Discuss your feedback
15 minutes!
Slide 2 - Tekstslide
Preparing for the test
ATSS: PPTs, questions google form, websites
Unit 4: Test-jezelf, Versterk jezelf, Woordtrainer, sentences in the book.
Slide 3 - Tekstslide
Now choose
Work alone and prep (music allowed)
Extra grammar explanation from the Teach
Slide 4 - Tekstslide
Grammar Unit 4
direct and indirect speech
auxiliaries
definite and indefinite article
relative pronoun
genitive
tenses
passive
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
2. Auxiliaries
kunnen, mogen, moeten, willen
Slide 8 - Tekstslide
Auxiliary verbs part 1
Zou kunnen; mogelijkheid
Can, could, may, might
Vermogen; instaat zijn
Can, could, could, to be able to
Toestemming
Can,could, may, to be allowed to
Beleefde vraag
Can, could, may, might
"Can" altijd present simple
"Could" gebruik je voor zowel past als present
Slide 9 - Tekstslide
Auxiliary verbs part 2
Moet/noodzakelijk
Kan niet anders
Advies
Should
X
Must
X
X
Have to
X
"Must" is dwingender dan "have to"
Slide 10 - Tekstslide
Auxiliary verbs part 3 - Willen
1. want (willen dat)
My parents want me to go.
2. make (dwingen)
My parents make me eat vegetables.
3. would like (graag willen)
I'd like to go too.
4. mind (bereid zijn, wil best)
I don't mind helping you.
5. willing (bereid zijn, willen)
I'm willing to help you.
Slide 11 - Tekstslide
3. a/an vs. the
Slide 12 - Tekstslide
a vs. an
Gebruik
'a'
als het woord met een
medeklinkerklank
begint
a table, a dog, ...
a once in a life time opportunity, a useful suggestion
Gebruik
'an'
als het woord met een
klinkerklank
begint
an apple, an accident, ...
an hour, an HD TV, an FBI agent, ...
Slide 13 - Tekstslide
Using a
1. Bij beroep, functies
My father is
a
teacher.
Mijn vader is leraar.
2. Na 'as' en 'without'
My father is without
a
job.
Mijn vader zit zonder baan.
3. Voor hundred/thousand
It was
a
hundred years old.
Het was honderd jaar oud.
Slide 14 - Tekstslide
Using a/an (p. 84)
Slide 15 - Tekstslide
When (not) to use 'the'
1. algemeen zin bedoeld
no
Life can be hard.
2. namen van maaltijden
no
We're leaving after breakfast.
3. bij gebouwen en seizoenen
no/yes
She was taken to (the) hospital.
I like (the) spring.
4. bij 'most' en 'half'
no
Most people eat meat.
5. tijdperk
no/yes
In the Victorian era, Queen Victoria reigned.
In Victorian times/London, life was difficult.
6. specifieke bedoeling
yes
The life of a sailor is hard.
7. muziekinstrumenten
yes
I play the guitar/piano/...
Slide 16 - Tekstslide
Using the (p. 84)
Slide 17 - Tekstslide
4. Relative pronouns (p. 74)
who - verwijst naar persoon
which - verwijst naar dingen en dieren
that - kan i.p.v. who/which als er geen comma staat
whose - verwijst naar bezit
whom - i.p.v. who als er een voorzetsel ervoor staat
weglaten - als de bijzin een onderwerp heeft
Slide 18 - Tekstslide
voorzetsel + whom/which
Gebruiken i.p.v. who direct na een voorzetsel
for whom, about/of whom, to whom, with whom
for which, about/of which, to which, with which
The person for whom I wrote this song is my brother.
My brother is the person (that) I wrote this song for.
Slide 19 - Tekstslide
Relative pronoun - Weglaten
who, which, that
weglaten bij bijzinnen die hun eigen onderwerp hebben. Je kan dit herkennen als de zin
geen komma
heeft.
That’s the dog (which/that)
I
saw playing with the ball.
I can’t believe (that)
you
told him my secret.
Slide 20 - Tekstslide
5. Genitive (p. 70)
's
bij mensen, plaats, tijd
The boy
's
bike.
We'll got to Peter
's
.
It's an hour
's
walk.
s'
bij meervoud -s
bij klassieke oudheid
The boy
s'
bikes.
A three hour
s'
drive.
Socrate
s'
idea
of
bij zaken, hoeveelheden, AK-namen
the brakes
of
a bike
a cup
of
coffee
the city
of
New York
Slide 21 - Tekstslide
Tenses (active) - gebruik
Slide 22 - Tekstslide
Present simple
ww + s
facts, habits, schedules
She walks to school every day.
Present continuous
am/is/are + ww-ing
happening now
I am sitting now.
Present perfect
have/has + vd
started in the past and has a link to the present
I have just finished...
Present perfect continuous
have/has + been + ww-ing
see ^ + focus on duration
I have been waiting for hours.
Slide 23 - Tekstslide
Past simple
ww + ed / 2e rij
finished action
I went to a party yesterday.
Past continuous
was/were + ww-ing
action was busy+interruption
I was eating when a fly fell...
Past perfect
had + vd
First action in the past
I had baked a cake before ...
Past perfect continuous
had + been + ww-ing
First action in the past +duration
I had been waiting for 3 hour before he arrived.
Slide 24 - Tekstslide
will/shall
onzeker situatie, beloftes, voorspelling
It will rain tomorrow.
(looks at app)
to be going to
zekere plannen, bewijs van situatie
It is going to rain. Look at those clouds.
present continuous
am/is/are + ww-ing
(hoe) zekere plannen
I'm flying to France next week.
present simple
ww+ s
dienstregeling, rooster
The train leaves at 2 p.m.
Slide 25 - Tekstslide
7. Active vs passive
Regels van tijden veranderen niet! Alleen de werkwoordsvorm!
Active
John
repaired
my car last week.
Passive
"To be" + voltooid deelwoord
My car
was repaired
by John last week.
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Today
Feedback review
Preparing for the test
Extra grammar explanation
HW: ATSS 50-51 + google form
Goal: You know how to get ready for the test. You are ready for the test.
Slide 29 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
week 4.0
Augustus 2022
- Les met
35 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Infrared radiation
Januari 2022
- Les met
22 slides
door
Van Gogh Museum
Science
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2
Van Gogh Museum
Question Forms & Question Forms
Februari 2024
- Les met
25 slides
Engels
MBO
Studiejaar 1
Questions
April 2024
- Les met
21 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
4H unit 4 test prep
Maart 2021
- Les met
23 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
3V Relative clauses (who, which, that, whose, -)
Mei 2024
- Les met
33 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
3V Relative clauses (who, which, that, whose, -)
September 2023
- Les met
32 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
1.3 Who, whose, whom, which, that
September 2024
- Les met
20 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3