-Batterij (veel elektronen aan de min-pool, weinig elektronen aan plus-pool)
-Stroomdraad -Schakelaar om open en dicht te doen -Lampje of andere ''verbruiker''
Slide 10 - Tekstslide
Wat is de lading van een elektron?
A
positief
B
negatief
C
neutraal
Slide 11 - Quizvraag
Eline doet een proef met statische elektriciteit. Bij een van de proeven stoot en geladen voorwerp A een tweede voorwerp B af. Je kunt hieruit afleiden dat voorwerp B
A
Positief geladen is
B
Negatief geladen is
C
dezelfde lading heeft als voorwerp A
D
een tegengestelde lading heeft als voorwerp A
Slide 12 - Quizvraag
Waarmee kan je water uit de kraan laten bewegen zonder het water aan te raken?
A
Een sterke magneet
B
Een lucifer
C
Een hele krachtige zaklamp
D
Een ballon
Slide 13 - Quizvraag
Wat voor soort stroomkring zie je hier?
A
Open stroomkring
B
Gesloten stroomkring
Slide 14 - Quizvraag
Bij een open stroomkring
A
stromen de elektronen rond
B
stromen de elektronen niet rond
Slide 15 - Quizvraag
Twee positieve ladingen...
A
... trekken elkaar aan
B
... stoten elkaar af
Slide 16 - Quizvraag
Als we het over stroom hebben dan hebben we het over bewegende ladingen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quizvraag
Ga nu zelf aan de slag
Wat? Maak de opdrachten op het bord Hoe? Doe dit individueel Hoe lang? Tot het einde van de les Klaar? Maak de vragen op het bord