De tijd van monniken en ridders | H3 | 31-03
1 / 10
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Waarom heette Karel: de Grote?
A
Dat was zijn achternaam.
B
Hij had een groot rijk.
C
Hij reed op een groot paard.
Slide 2 - Quizvraag
Om zijn rijk te besturen...
A
Bleef Karel de Grote vooral op één plek.
B
Reisde koning Karel van paleis naar paleis.
Slide 3 - Quizvraag
Koning Karel verdeelde zijn rijk in stukken. Hij vroeg ... om zo'n stuk voor hem te besturen.
A
Edelen
B
Boeren
C
Koningen
Slide 4 - Quizvraag
De edelman woonde in een...
A
Huis
B
Kasteel
C
Paleis
Slide 5 - Quizvraag
Wat past bij een boer in de tijd van monniken en ridders?
A
Hij werkte op het land.
B
Hij zorgde voor bescherming bij gevaar.
C
Hij betaalde zijn land met eten en werk.
D
Hij bestuurde een deel van het land.
Slide 6 - Quizvraag
De christenen werden geleid door de ... in Rome.
A
Karel de Grote
B
De paus
C
Een edelman
D
de keizer
Slide 7 - Quizvraag
Germanen en christenen.
Wat past bij het geloof van de germanen?
Wat past bij het geloof van de germanen?
A
Ze geloven in één God.
B
Ze komen bij elkaar bij een oude eik.
C
Ze brengen offers aan hun goden, om ze te vriend te houden.
D
Ze komen bij elkaar in een kerk.
Slide 8 - Quizvraag
Monniken droegen speciale kleren, namelijk: ...
A
een gewaad
B
pijen
Slide 9 - Quizvraag
Wat is waar over monniken?
A
Ze hadden veel kennis. Het waren vaak geleerden.
B
Monniken hadden weinig kennis. Ze deden simpele klusjes.
