We herhalen in dit blok:
- de 3 vormen van het werkwoord (pv, hww, vdw)
- het werkwoordelijk gezegde
In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Nieuwe leerstof in dit blok:
- het onderwerp
- lidwoorden
- zelfstandige naamwoorden
Om het onderwerp in een zin te vinden moet je de volgende vraag stellen:
WIE / WAT + het gezegde
Het onderwerp van een zin vind je door de vraag te stellen:
WIE (WAT) + het gezegde
WIE / WAT + gezegde
We kijken het huiswerk na:
opdr. 7 (blz. 131)
opdr. 9 (blz.132)
opdr. 11 (blz. 133)