Aanpassingen bij plant en dier

Aanpassingen plant en dier
Gebruik je TB vanaf blz. 86
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Aanpassingen plant en dier
Gebruik je TB vanaf blz. 86

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Wat gaan we doen?
  • Je leest steeds een stuk theorie, bekijkt een slide en eventueel een filmpje
  • Je maakt opdrachten over deze theorie
  • Je noteert de aantekening in je schrift

Slide 3 - Tekstslide

Landzoogdieren
  • Zoolganger (alle botjes van de voet)
  • Teenganger (alleen op de teenkootjes)
  • Topganger (op de nagels van de teenkootjes)

Slide 4 - Tekstslide

Een vogel heeft een gestroomlijnd lichaam net als een vis
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Zowel een schildpad als een dolfijn hebben een gestroomlijnd lichaam
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Dit is een
A
Teenganger
B
topganger
C
zoolganger

Slide 7 - Quizvraag

Welk dier kan het snelst vooruitkomen?
A
Zoolganger
B
Teenganger
C
Topganger

Slide 8 - Quizvraag

Welk dier heeft de meeste stevigheid?
A
Zoolganger
B
Teenganger
C
Topganger

Slide 9 - Quizvraag

een beer is een :
A
topganger
B
teenganger
C
zoolganger
D
hoefganger

Slide 10 - Quizvraag

Een hert is een..........
A
Topganger/hoefganger
B
Zoolganger
C
Teenganger

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Link

Aantekening 1 landzoogdieren
Zoolgangers: lopen op de gehele voet, zorgt voor stevigheid en balans
Teengangers: lopen op de teenkootjes, zorgt voor snelheid en behendigheid
Topgangers: lopen op de hoeven van de tenen, zorgen voor snelheid

Slide 13 - Tekstslide

Soorten vogels
  • Steltlopers: lange poten en priemsnavels
  • Roofvogels: klauwen en haaksnavel
  • Zangvogels: grijppoten en kegelsnavel
  • Watervogels: zwemvliezen en zeefsnavel

Slide 14 - Tekstslide

Bouw > Functie
Klauwen
Functie = grijpen prooi

Haaksnavel
Functie = in stukken scheuren prooi

Slide 15 - Tekstslide

Stelten
Klauwen
Grijppoten
Zwemvliezen
Zeefsnavel
kegelsnavel
Priemsnavel
Haaksnavel
Pincetsnavel

Slide 16 - Sleepvraag

Hoe heet deze snavel?
A
priemsnavel
B
kegelsnavel
C
pincetsnavel

Slide 17 - Quizvraag

Hoe gebruikt deze vogel zijn snavel tijdens het eten?
A
Hij verscheurt zijn prooi met deze snavel
B
hij kraakt met zijn snavel de noten
C
hij prikt met deze snavel in de bodem op zoek naar bodemdiertjes
D
Hij zeeft met zijn snavel diertjes uit het water

Slide 18 - Quizvraag

Welke snavel zie je?
A
Kegelsnavel
B
Pincetsnavel
C
Priemsnavel
D
Zeefsnavel

Slide 19 - Quizvraag

Welk soort snavel heeft de vogel op de foto?
A
haaksnavel
B
zeefsnavel
C
pincetsnavel
D
kegelsnavel

Slide 20 - Quizvraag

Welke snavel is het beste aangepast om zaden te eten?
A
Pincetsnavel
B
Kegelsnavel
C
Haaksnavel
D
Zeefsnavel

Slide 21 - Quizvraag

Wat voor snavel heeft dit dier?
A
pincetsnavel
B
haaksnavel
C
kegelsnavel
D
zeefsnavel

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Link

Aantekening 2 vogels
Steltlopers: Halen voedsel uit ondiep water. Lopen op stelten en hebben priemsnavel
Roofvogels: Voeden zich met kleine prooien. Grijpen prooien met klauwen en verscheuren hun prooi met een haaksnavel
Zangvogels: voeden zich met zaden of insecten. Kleine snavels zoals kegelsnavel (zaden) of pincetsnavel (insecten). 
Watervogels: voeden zich met algen. Halen algen uit het water met een zeefsnavel en zwemmen door hun zwemvliezen.

Slide 24 - Tekstslide

Aanpassingen van planten

Aan de omgeving
  • Droog milieu
  • Vochtig milieu

Slide 25 - Tekstslide

Vochtig milieu

  • Veel huidmondjes
  • Bladeren kaal, groot en dun
  • Klein waslaagje
Droog milieu

  • Weinig huidmondjes, huidmondjes liggen diep
  • Kleine, dikke bladeren
  • Dik waslaagje
  • Behaarde bladeren

Slide 26 - Tekstslide

Bouw > functie
Klimplanten
Functie: meer zonlicht opvangen

Schaduwplanten
Functie: minder zonlicht opvangen

Slide 27 - Tekstslide

behaarde bladeren
verzonken huidmondjes
dik
waslaagje

Slide 28 - Sleepvraag

Zon of schaduwplant?
A
Zon
B
Schaduw

Slide 29 - Quizvraag

Wat is geen aanpassing van een plant aan een droge omgeving?
A
weinig bladeren
B
dunne bladeren
C
behaarde bladeren
D
bladeren met een waslaag erover

Slide 30 - Quizvraag

Is een voorjaarsbloeier een zonplant of schaduwplant?
A
Zonplant
B
Schaduwplant

Slide 31 - Quizvraag

Woestijnplanten hebben een waslaagje op hun bladeren. Met welke biotische factor heeft dit te maken?
A
Water
B
Licht
C
Temperatuur
D
Wind

Slide 32 - Quizvraag

behaarde bladeren
verzonken huidmondjes
dik waslaagje

Slide 33 - Sleepvraag

hoe kan een plant zich beschermen tegen uitdroging?
A
dikke was laag, weinig huidmondjes,behaarde bladeren
B
verzonken huidmondjes behaarde bladeren, dikke waslaag
C
klein bladoppervlak huidmondjes onderkantblad,
D
zowel a,b als c

Slide 34 - Quizvraag

plant die voorkomt op een plek waar veel schaduw is
plant die voorkomt op een plek waar veel zonlicht is
plant met hechtwortels of ranken om zich vast te houden aan muren en andere planten
Klimplant
Schaduwplant
Zonplant

Slide 35 - Sleepvraag

Welke optimumkromme hoort bij zonplanten en welke bij schaduwplanten
A
rood: schaduwplanten, blauw: zonplanten
B
rood: zonplanten, blauw: schaduwplanten

Slide 36 - Quizvraag

Slide 37 - Link

Aantekening 3 aanpassingen planten
Droog milieu: Weinig huidmondjes - huidmondjes liggen diep - kleine bladeren - dikke bladeren - behaarde bladeren - dikke waslaag

Vochtig milieu:  Veel huidmondjes - grote, dunne bladeren - dunne waslaag

Zonplanten: Plekken met veel zon - zonder schaduw

Schaduwplanten: Plekken  met weinig zon - veel schaduw - bloeien in voorjaar

Slide 38 - Tekstslide