Eind blok 2 herhaling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

Welkom!

Dinsdag 14 december

Programma

• Switch, dubbel switch
• Herhaling van de stof Blok 2
• Fictie Blok 3

Switch, switch, dubbel switch

Basis luistert mee.

Kader gaat aan de slag met Blok 3 fictie: opdracht 1 en 2 blz. 131-133.

Kader luistert mee.

Basis gaat aan de slag met Blok 3 fictie: opdracht 1 en 2 blz. 131-132.

Meewerkend voorwerp

Iemand ontvangt iets. 

Ik geef de brief aan mijn moeder.

Meewerkend voorwerp

Iemand ontvangt iets, kan ook zonder aan.

Duncan liet Wessel zijn nieuwe telefoon zien.

Voorzetsels

Woorden met de kast of met vakantie.

Tijdens de vakantie, op de kast, naast de kast.

Persoonlijk voornaamwoord

Ik, jou, mij, hen, hun, zij etc. 

Voltooid deelwoord

Klankvast: veranderen niet van klank. 

• Red wordt redde. Straf wordt strafte.

Klankveranderend: veranderen wel van klank. 

• Loop wordt liep, ontvang wordt ontving.

Spelling: langer maken! Twijfel je? Pak het hele werkwoord en pak 't ex Kofschip erbij.

Bijvoeglijk naamwoord

Zo kort mogelijk!

Van een voltooid deelwoord: getest. 

De geteste leerling. 

Werkwoorden vanuit het Engels

Gewoon zoals de Nederlandse spellingsregels!

Denk om woorden met een extra -t: racen, racet.

Synoniemen

Woorden die hetzelfde betekenen: 

bankroet/failliet

stuk/kapot

Vaktaal

Woorden die bij een bepaald beroep horen.

Horeca: blancheren, flamberen, poleren.

Activerende tekst

Iemand wil jou aansporen om iets te doen.

Denk bijvoorbeeld aan die tekst van fietsen inzamelen!

Kernzin

De belangrijkste zin van een alinea. 

Daarna volgen voorbeelden of een extra uitleg.

Verwijswoorden

De jongen had een fiets ingezameld die erg kapot was.

Samenvatten van een tekst

Hoofdzaken en bijzaken.

Fictie

Fictie afmaken.