Het circulatiessysteem

Het circulatiestelsel 
Het hart
bloedsomloop 
de hartcyclus
bloed en vaten 
samenstelling bloed 
Lymfevatensysteem 
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Het circulatiestelsel 
Het hart
bloedsomloop 
de hartcyclus
bloed en vaten 
samenstelling bloed 
Lymfevatensysteem 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt van je verwacht? 
Dat je kennis hebben van de bouw en functie van het circulatiesysteem. 
Dat je de functie kunnen beoordelen aan de hand van observaties en meetinstrumenten 
Certificaat elearning: het circulatiestelsel

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het hart 
Hoe groot is het hart?
Wat is het hart?
Wat is de functie van het hart?
Waar ligt het hart en hoe is de opbouw?
Hoe wordt het hart zelf van zuurstof voorzien?  

Slide 3 - Tekstslide

  • Het hart is zo groot als een vuist en heeft de vorm van een peer. 
  • Het bestaat uit 2 holle spieren (boezems en kamers) die zijn gescheiden door een bindweefselplaat. En dit zie je links en rechts. Dus totaal zijn er vier ruimten.  
  • Ligging in de borstholte direct achter het sternum. Het hartpunt( apex) ligt naar links. Het hart ligt in het mediastinum, de ruimte tussen de longen met behalve het hart ook de slokdarm, luchtpijp en de grote bloedvaten.

Hart 
grootte -vuist
vier holtes
links - rechts 
midden achter borstbeen (sternum)
linker spier dikker, punt naar links. 

Slide 4 - Tekstslide

Het hart is zo groot als een vuist en heeft de vorm van een peer.
Het bestaat uit 2 holle spieren (boezems en kamers) die zijn gescheiden door een bindweefselplaat. En dit zie je links en rechts. Dus totaal zijn er vier ruimten.
Ligging in de borstholte direct achter het sternum. Het hartpunt( apex) ligt naar links. Het hart ligt in het mediastinum, de ruimte tussen de longen met behalve het hart ook de slokdarm, luchtpijp en de grote bloedvaten.

Slide 5 - Tekstslide

Op deze afbeelding zie je de structuur van de AV-kleppen.
Om nog even terug te komen op het eenrichtingsverkeer van het bloed. Wanneer het bloed het hart verlaat via de ventrikels wordt voorkomen dat het bloed terugstroomt door de Saculaire (zakvormige kleppen) of drieslippige kleppen.
Dit zijn halvemaanvormige kleppen in de arteriën.
In de aorta
En in de arterie pulmonalis
De Linkercoronairarterie = LAD – voorziet de voorwand van de linkerventrikel van bloed, maar ook het grootste deel van het interventriculaire septum. Verder de voorste papillairspier van de LV. Waar we straks naar gaan kijken is het prikkelgeleidingssysteem, maar dit licht ook voor een groot deel door het septum. Een afsluiting in deze LAD zal dus naast ernstig myocard verlies ook ernstige geleidingsstoornissen kunnen geven.
De Rechtercoronairarterie – RCA- loopt op de grens van rechteratrium en rechterventrikel rechtsom om het hart.
Meerdere aftakjes hiervan lopen over het rechteratrium en het rechter ventrikel. Verder zorgt het voor bloedverziening van (1/3 e deel) het interventriculaire septum en de achterste papillairspier van het linkerventrikel.
Een aftakking zorgt ook voor de bloedvoorziening van de sinusknoop
De rondlopende tak = ramus circumflexus: deze loopt op de grens van linkeratrium en linkerventrikel linksom om het hart heen. Afdalende taken zorgen vooral voor bloedverziening van de laterale en achterwand van het myocard.
De sinus coronarius = de plaats waar de venen van het hart samenkomen. Dit ligt aan de achterzijde van het hart en mond uit in het rechteratrium.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Hier kun je zien dat de linkerventrikel een veel dikkere spierlaag heeft omdat het bloed uit de linkerventrikel tegen een veel hogere druk( afterload) het bloed in de aorta moet pompen. Hoe hoger de arteriele druk( hypertensie) hoe meer kracht het linker ventrikel nodig heeft om het bloed in de aorta te pompen( spier wordt steeds dikker- gevolg hypertrofie.

De wand (buiten naar binnen) 
1. Pericard (wand/orgaan) ertussen vocht.
2. Myocard (spier)
3. Endocard

Slide 8 - Tekstslide

  • Binnen bekleding = endocard (staat in contact met het bloed in boezems en kamers.
  • De middenlaag is hartspierweefsel = myocard, zorgt voor de pompkracht
  • De buitenkant bestaat uit het hartzakje dat is opgedeeld in drie lagen. een vlies direct om het hart dan een ruimt gevuld met vocht en daarom heen nog een vlies. (pericard)  Hierdoor kan het hart bewegen. 
Hart en bloedsomloop 
De kleine en grote circulatie vormen een acht.
  • wat zijn de functies van rechts en links? 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedvaten rondom het hart
  • Bovenste holle ader (vena cava inferior)
  • Onderste holle ader (vena Cava Superior)
  • Longaders (vena pulmonalis) 
  • Longslagader (arteria pulmonalis)
  • Lichaamsslagader (aorta)
  • Kransslagaderen (coronairen)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1 
  • onderzoek de namen van de onderdelen (Nederlands en Latijn)
  • Wat is het doel 
  • Kleur waar zuurstofrijkbloed stroomt rood en -arm blauw.
  • Geef met pijlen de stroomrichting aan 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les 
  • Bloedvatenstelsel en 
  • Aders en slagaders
  • Bloedverdeling 
  • Uitwisseling weefselvocht
  • relatie lymfevatenstelsel  

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Lichaamsvloeistoffen

Doel lichaamsvloeistoffen
 
transport – homeostase
bloed – bloedsomloop

Functie bloed:
Aanvoer voedingsstoffen en zuurstof
Afvoer afvalstoffen en CO2
Afweer schadelijke stoffen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bouw bloedvaten
  • Tunica intima - binnenste laag
(endotheel en bindweefsel)
  • Tunica media - middelste laag
 elastisch bindweefsel en glad spierweefsel
  • Tunica adventitia - buitenste laag
Losmazig bindweefsel met bloed- en lymfevaatjes



Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het bloedvatenstelsel
Hart
Bloedvaten


  • Slagaders (arteriën)
  • Kleine slagaders (arteriolen)
  • Haarvaten (capillairen) - overgang tussen slagader en ader, uitwisseling van stoffen!
  • Kleine aders (venulen)
  • Aders (venen)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

haarvaten of capillairen
  • overgang tussen kleinste slagaders en aders.
  •  wand is heel dun (één laag endotheel cellen) 
  • Wand is half doorlaatbaar (water en opgeloste stoffen/ niet voor eiwitten) 

Slide 19 - Tekstslide

Kleinste slagaders = arteriolen
kleinste aders = venulen.
Door welke krachten stroomt het bloed terug naar het rechter hart?

Slide 20 - Open vraag

  • In de slagaders doordat het hart steeds een hoeveelheid in de circulatie pompt = arteriële pomp.
  • In de venen, zitten kleppen die terugstromen voorkomen.
  • Spierpomp, spieren worden dikker en dunner en duwen het bloed door.
  • Adempomp, bij inademing ontstaat een aanzuigende werking op op de circulatie.
  • Zwaartekracht (vanaf het hoofd)
Lymfe – lymfecirculatie
Achterblijvend weefselvocht wordt opgenomen door de haarvaten van het lymfevatensysteem (open systeem)
Doel: afweerfunctie
Weefselvocht - transport

Slide 21 - Tekstslide

Net als de venen, worden het steeds grotere vaten die kleppen bevatten om terugstromen te voorkomen. Uiteindelijk monden ze uit in de linker- en rechter sleutelbeen ader. En komt het vocht weer in de bloedcirulatie. 

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Uitwisseling plasma -weefselvocht 
  1. Filtratiedruk (bloeddruk begin haarvat is hoger dan de druk van het weefsel eromheen)
  2. Colloidosmotische druk (verderop, bloeddruk verder verlaagd, grote eiwitten hebben een aanzuigende werking naar de bloedbaan = osmose) 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
Ga op onderzoek uit naar de namen van de bloedvaten. Probeer ook de Latijnse namen te vinden. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hemodynamiek 

Slide 26 - Tekstslide

Hemodynamica, of hemodynamiek, is de studie van de mechanische eigenschappen van de bloedstroom in het hart en vaatstelsel. 

Slide 27 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Prikkel- en geleidingssysteem hart 
P-QRS 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Op het boord de relatie tekenen van de har elektriciteit met wat er hemodynamisch gebeurd. 
Wat is het bloedvolume van de mens (volwassen)?

Slide 31 - Woordweb

Het bloedvolume geeft de hoeveelheid bloed in een lichaam weer. Zowel rode bloedcellen als bloedplasma worden meegerekend.
Het bloedvolume van een gemiddelde gezonde volwassene is ongeveer vijf liter. Vrouwen hebben over het algemeen minder bloed dan mannen. Het bloedvolume wordt geregeld door de nieren.
Hoe is deze 5 liter verdeeld over: slagaders, venen en capillairen?

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hartminuutvolume 
  • Per slag pompt het gezonde hart ongeveer 70 ml per kamer uit (links en rechts) 
  • Wanneer je dit vermenigvuldigt met de hartslag per minuut weet je de hoeveelheid bloed dat per minuut wordt rondgepompt. 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onstpannings- en pompfase 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting 
  • Bouw en functie circulatie en hart (arterieel, veneus, capillairen en lymfevatensysteem)
  • Uitwisseling van plasma en weefselvloeistof
  • Begin hemodynamiek 

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vond je deze lessen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Poll

Deze slide heeft geen instructies