Schrijven 1m blok 1

Schrijf een tekst van maximaal 80 woorden aan de buren wat ze moeten doen voor jouw kat en hond als ze twee dagen voor hen gaan zorgen. Je laat deze tekst aan je buurman/vrouw lezen en vraagt om feedback.
1 / 14
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Schrijf een tekst van maximaal 80 woorden aan de buren wat ze moeten doen voor jouw kat en hond als ze twee dagen voor hen gaan zorgen. Je laat deze tekst aan je buurman/vrouw lezen en vraagt om feedback.

Slide 1 - Open vraag

1m schrijven 
Dinsdag 24 jan en woensdag 25 jan

Slide 2 - Tekstslide

Aan de slag met schrijven
Deze week gaan jullie zelf aan de slag met schrijven.
De beginselen gaan jullie via deze lesson-up leren.
Je werkt aan de lesson-up tijdens de lessen Nederlands en je hebt dan dus steeds de kans om vragen te stellen.

Slide 3 - Tekstslide

Informerende tekst
Uiteenzettende tekst
Betogende tekst
Activerende of aansporende tekst
Amuserende tekst
Informeren
Uitleg geven
Amuseren
Overtuigen
Activeren

Slide 4 - Sleepvraag

Je schrijft schrijft een briefje voor de buren die voor jouw hond en kat gaan zorgen, wat is het schrijfdoel?

Slide 5 - Open vraag

Lees de tekst op pagina 49 van je boek over taalgebruik en publiek.

Slide 6 - Tekstslide

Maak opdracht 51 van je boek.
Vergelijk jouw tekst met je buurman of buurvrouw en geef antwoord op vraag 51 2a en b op de volgende slide.


Slide 7 - Tekstslide

Geef antwoord op vraag 2a en b van opdracht 51

Slide 8 - Open vraag

Als je bij deze slide bent, heb je voor de dinsdag genoeg gedaan! Je mag dus stoppen voor vandaag 

Slide 9 - Tekstslide

Lees de gele vlakken op blz 50, 51 en 52.

Slide 10 - Tekstslide

In brieven en teksten mag je afkortingen gebruiken.
A
Dit klopt, maar niet altijd.
B
Ja, dat mag altijd.
C
Nee, dat mag absoluut niet.

Slide 11 - Quizvraag

Als je iets extra wil benadrukken in een tekst of brief, mag je best twee of uitroeptekens zetten.
A
Nee, dat mag nooit.
B
Ja, dat is prima.
C
In sommige gevallen mag dit wel.

Slide 12 - Quizvraag

Nu is het tijd voor de eindopdracht


Maak opdracht 54 op blz 52 en 53 van je boek.
Als je klaar bent, mail je de tekst naar de klasgenoot die na jou in de klassenlijst staat (bijvoorbeeld Zayd naar Keyane en Sami naar Hajar enzovoort). De laatste in de lijst (Morris)  stuurt de opdracht naar de eerste van de lijst (Zayd). 
Dan maak je nu opdracht 55.

Slide 13 - Tekstslide

Vat de gele vlakken van
blz 50, 51 en 52 samen
in dit woordweb

Slide 14 - Woordweb