wederkerende werkwoorden

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

wederkerende werkwoorden

ik voel me goed

je me sens bien

je -me
tu- te

il-se

nous-nous

vous-vous

ils-se

Slide 2 - Tekstslide

hoe was het ook al weer

se rappeler = zich herinneren

je                  +   me       +    rappelle       -->    ik herinner me
tu                  +   te         +    rappelles    -->    jij herinnert je
il/elle/on    +   se        +    rappelle      -->    hij herinnert zich
nous            +   nous   +   rappelons   -->   wij herinneren ons 
vous             +    vous  +   rappelez      -->  jullie herinneren je . u/zich
ils/elles       +    se       +   rappellent  -->   zij herinneren zich


Slide 3 - Tekstslide

noem in Nederlands
voorbeelden met zich,
vb: ik vermaak me

Slide 4 - Woordweb

Le prof m'énerve
A
de leraar ergert zich
B
de leraar ergert hem
C
de leraar ergert me
D
de leraar ergert hun

Slide 5 - Quizvraag

le prof s'énerve
A
de leraar ergert me
B
de leraar ergert zich
C
de leraar ergert je
D
de leraar ergert ons

Slide 6 - Quizvraag

in de passé composé

vervoegen we ALLE wederkerende werkwoorden met ÊTRE

Je me suis lavé(e)
tu t'es lavé(e)

il s'est lavé  / elle s'est lavée

nous nous sommes lavé(e)s
vous vous êtes lavé(e)(s)
ils se sont lavés / elles se sont lavées

Slide 7 - Tekstslide

vertaal voor jezelf denk aan m/v
"ik heb mijn been gebroken"
hint: se casser le jambe = hele ww

Slide 8 - Open vraag

let op!

In Frans wederkerend                      In Nederlands niet!


se promener                                         wandelen

se lever                                                    opstaan

se coucher                                             naar bed gaan

se passer                                                 gebeuren



Slide 9 - Tekstslide

elle s'est couchée
ils se promènent
il s'est amusé
il se lève (van se lever)

Slide 10 - Sleepvraag