Paragraaf 3,5

welcome!
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

welcome!

Slide 1 - Tekstslide

Goals
At the end of this lesson...
  • I know how to use 'some and any'

Slide 2 - Tekstslide

planning


  • Recap Some & Any

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

SOME / ANY 
SOME en ANY betekenen beide:

  • enkele
  • wat 
  • een paar
  • geen (in combinatie met NOT)
  • Ik koop elke dag wat snoep in de kantine.
  • Every day I buy some sweets in the canteen.
  • Mijn broer mag geen noten eten, hij is allergisch.
  • My brother can't eat any nuts, he's allergic.



Meervoud! 

Slide 5 - Tekstslide

SOME / ANY
Some en any hebben dus dezelfde betekenis, 
maar worden in verschillende soorten zinnen gebruikt. 

Some gebruik je in bevestigende zinnen, deze eindigen altijd met een punt of een uitroepteken en er staat geen 'not' in.

Any gebruik je in zinnen met een vraagteken 
en zinnen met het woord 'not' er in.

Slide 6 - Tekstslide

Daffy has some money.
Patrick doesn't have any money.

Slide 7 - Tekstslide

I have ___ apples left.
A
any
B
some

Slide 8 - Quizvraag

Are there ___ cakes left?
A
any
B
some

Slide 9 - Quizvraag

There is ... fruit, but there isn't ... bread.
A
some, some
B
some, any
C
any, some
D
any, any

Slide 10 - Quizvraag

I need ... apples, but I don't need ... pears.
A
any... any
B
some... some
C
any... some
D
some... any

Slide 11 - Quizvraag

In conclusion...
  1. We use a/ an with singular nouns.
  2. We use some with plural nouns in affirmative sentences.
  3. We use any with plural nouns in negative sentences and in questions.

Slide 12 - Tekstslide

some, any, something, anything, etc.. 
some:
(+) I have something to tell you.
(?) (je weet het antwoord al) 
I see you have crisps. Can I have some crisps?
any:
(-) I lost my keys. I can't find them anywhere!
(?) (je weet het antwoord niet)
Can I help you with anything?

Slide 13 - Tekstslide

Paragraaf 3,5
Opdracht

Slide 14 - Tekstslide