In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Welcome back
Start opdracht:
- Please open up ReadTheory and
practice reading for 10 minutes.
timer
10:00
Slide 1 - Tekstslide
What are we going to do today?
- Homework check
- Grammar E
- Exercises Grammar E
- Time left? Gimkit!
Lesson goal: at the end of the lesson you can implement the new grammar in 1 sentence.
Slide 2 - Tekstslide
Homework
Let's check exercise
43, 44 & 46.
Havo: 41, 42 & 44
Slide 3 - Tekstslide
Wat weet je over: bijvoeglijke naamwoorden?
Slide 4 - Woordweb
Adjectives
Adjective = bijvoeglijk naamwoord.
In het Engels gebruiken we een vaste zinsvolgorde: wie/doet/wat/waar/wanneer.
--> He watched a film on television last night
Hieraan kun je een bijvoeglijk naamwoord (adjective) toevoegen.
Slide 5 - Tekstslide
Adjective
--> He watched a funny film on television last night
Funny is het bijvoeglijk naamwoord. Het zegt hier iets over film --> dit is het zelfstandig naamwoord. (hier kun je de/het/een voorzetten). Een adjective staat altijd VOOR het zelfstandig naamwoord
Nog een voorbeeld:
They bought a lovely dress --> lovely zegt hier iets over de jurk.
Slide 6 - Tekstslide
Adjective and adverbs
adjective = een bijvoegelijk naamwoord.
adverb = een bijwoord.
Een adjective geeft meer informatie over een zelfstandignaamwoord (noun)
Een adverb zegt iets over het werkwoord (verb)
Slide 7 - Tekstslide
Adjectives
We eat salted popcorns = salted zegt in deze zin iets over de popcorn. Popcorn is zelfstandig naamwoord.
He loves red cars = red zegt iets over de auto. Auto is een zelfstandig naamwoord.
Slide 8 - Tekstslide
Adjective
Een adjective komt ook na woorden als: to be, to look, to appear, to seem.
I look amazing in my new dress.
We are serious about our singing career.
He seems nice in interviews.
Slide 9 - Tekstslide
HAVO: Adverbs
Adverbs zeggen iets over hoe vaak iets gebeurd of over de manier waarop iets gebeurd. Ze zeggen dus iets over het werkwoord.
She sings beautifully - beautifully zegt iets over het zingen. Zingen is een werkwoord.
Slide 10 - Tekstslide
HAVO: Adverbs
Adverbs worden geplaatst voor het hoofdwerkwoord maar na vormen van to be.
Je kunt een vaak herkennen aan -ly.
I never watched a horror film by myself.
We usually watch the news on the couch.
Slide 11 - Tekstslide
HAVO: Adverbs
Een bijwoord kan ook wat zeggen over een bijvoegelijk naamwoord of een ander bijwoord:
That actress is extremely beautiful.
I went to a very bad concert yesterday.
She sang incredibly well.
Slide 12 - Tekstslide
Do:
Theoretisch: opdracht 30 tm 32 + 34
HAVO: opdracht 29 tm 32
Done? Study words chapter 3. Or do Slim Stampen
Slide 13 - Tekstslide
cute - saw - I - puppy - a
Slide 14 - Open vraag
Put in the correct order seem - deeply- they- in love.