6.2.3 Negatieve getallen en voorrangsregels

Welkom
Dit leg ik op tafel:

Laptop --> dicht
Etui       --> pen/potlood en rekenmachine. 
Map      --> open

Gelukt = stil zijn en wachten :) 
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Dit leg ik op tafel:

Laptop --> dicht
Etui       --> pen/potlood en rekenmachine. 
Map      --> open

Gelukt = stil zijn en wachten :) 

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les

Slide 2 - Tekstslide

Planning
Uitleg 1 min
Oefen 5 min
Werken 30 min --> opgesplitst in delen
Les afronden 5 min

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoel trede 6 
week 4

Je vermenigvuldigt en deelt met negatieve (decimale) getallen. Je gebruikt de voorrangsregels bij het rekenen met negatieve getallen.



 

Slide 4 - Tekstslide

Wat gaan wij leren vandaag?




  1. Je maakt eenvoudige opgaven met negatieve getallen en past de voorrangsregels toe.














Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Oefenen

a. (-4 + 2) • 3 =
b. 3 + (-4 • 6) =
c. (3 + -4) • 6 =
Uitdagen 

g. -12,2 : -4 + 5,2 =
h. -12,2 : (-4 + 6) =
i. 33 : -3 + 15 =

Slide 8 - Tekstslide

Oefenen
a. (-4 + 2) • 3
= -2 • 3
= -6
b. 3 + (-4 • 6)
= 3 – 24
= -21
c. (3 + -4) • 6
= -1 • 6
= -6
Uitdagen 
g. -12,2 : -4 + 5,2
= 3,05 + 5,2
= 8,25
h. -12,2 : (-4 + 6)
= -12,2 : 2 =-6,1
= -6,1
i. 33 : -3 + 15
= -11 + 15
= 4

Slide 9 - Tekstslide

We gaan aan de slag!
Doelen deze week:

Les 1: 6.2.3 Negatieve getallen en voorrangsregels
Les 2: 6.2.4 Alles door elkaar
6.2. Diagnostische oefeningen
Les 3: 6.4.3 Het assenstelsel



Slide 10 - Tekstslide

Kunnen wij het nu?
Je maakt eenvoudige opgaven met negatieve getallen en past de voorrangsregels toe.

Slide 11 - Tekstslide

Je hebt €35,- in je spaarpot zitten. Je krijgt elke week €2,50 zakgeld van je ouders. Van je oma
krijg je elke week €1,50 omdat je haar helpt met de boodschappen.

a. Hoeveel geld heb je na vier weken?


Slide 12 - Tekstslide

a. Hoeveel geld heb je na vier weken?

Saldo spaarpot = 

35 + 4 • (2,50 + 1,50)
Saldo spaarpot = 35 + 4 • 4
Saldo spaarpot = 35 + 16
Saldo spaarpot = 51
Je hebt dan dus € 51

Slide 13 - Tekstslide