Analyse HAVO geschiedenis 2023

Analyse HAVO geschiedenis 2023
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 41 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Analyse HAVO geschiedenis 2023

Slide 1 - Tekstslide

Syllabus over verkorte versies kenmerkende aspecten op examen
Het correctievoorschrift kent een vakspecifieke scoringsregel over de kenmerkende aspecten: "Als gevraagd wordt naar het noemen van één van de negenenveertig 'kenmerkende aspecten', is een letterlijke weergave daarvan niet vereist. Er kan in de regel worden volstaan met een juiste omschrijving van het 'kenmerkend aspect' of van dat deel ervan dat relevant is voor de beantwoording van de vraag (er zijn kenmerkende aspecten die uit meerdere onderdelen bestaan)."
Vrijwel alle kenmerkende aspecten beschrijven een ontwikkeling of een relatie tussen historische verschijnselen. Met de ‘juiste omschrijving’ in de vakspecifieke scoringsregel wordt bedoeld een omschrijving waarin de kandidaat herkenbaar en juist het kenmerkend aspect en/of de beschreven ontwikkeling of relatie formuleert, steeds in relatie tot de examenvraag.

Slide 2 - Tekstslide

Het centraal examen Geschiedenis
Geschiedenis is de wetenschap die het verleden onderzoekt. Hiermee wordt inzicht verkregen in culturen en volkeren uit het verleden.

  •  Op het centraal examen Geschiedenis moet je 3 historische contexten en 32 kenmerkende aspecten kennen, die zijn verdeeld over 6 tijdvakken. Tijdvak 1 t/m 4 zijn geen examenstof voor de HAVO.
  • Daarnaast moet je kunnen aangeven waarom bepaalde gebeurtenissen zijn gebeurd en wat de gevolgen daarvan waren op politiek, economisch of cultureel gebied.
  • Ten slotte moet je kunnen interpreteren en de betrouwbaarheid van bronnen kunnen beoordelen.

Op het examen Geschiedenis krijg je open vragen over deze onderwerpen. Het examen bestaat uit 25 vragen.

Om je optimaal voor te bereiden op het eindexamen is deze les voorbereid. 


Slide 3 - Tekstslide

Hypothese; wat heb ik nodig voor een voldoende?
Het examen bestaat uit 25 vragen waarvan;
- 11 vragen waar je 2 punten voor kunt scoren.
- 7 vragen waar je 3 punten voor kunt scoren.
- 7 vragen waar je 4 punten voor kunt scoren.

je kunt in totaal 71pt behalen. Bij een standaardnormering van totaal aantal punten x 9 : 71 + 1 heb je bij 36pt een 5.6. Persoonlijk hoop ik op een gemiddelde tussen de  6.1 (40pt) en 6.3 (42pt). 
41 pt = 5.5  
Hoe kom ik aan 36 tot 40pt?

Slide 4 - Tekstslide

De puntenverdeling 2022-2023
  • Het examen telt 11 vragen waar je 2 punten voor kunt scoren.
  • Het examen telt 7 vragen waar je 3 punten voor kunt scoren.
  • Het examen telt 7 vragen waar je 4 punten voor kunt scoren.

Gekeken naar eerdere examens uit 2022 welke typen vragen zijn er te herkennen in twee-, drie- en vierpuntsvragen? Welke andere lessen zijn er te leren door naar de eerdere examens uit 2022 te kijken?






Slide 5 - Tekstslide

Typen vragen 2pt/3pt/4pt
- oorzakelijk verband vragen (leg uit, verklaar, waarom)
- argumentatie-vragen (beredeneer, laat zien, toon aan)
- toepassingvragen (leg uit, laat zien, toon aan)
- volgorde-vragen (zet in de juiste volgorde) 
- kenmerkend aspectvragen (noem, leg uit)
- historische vaardigheden-vragen (leg uit, geef aan)
- combinatievragen (koppel aan, verbind)

Tip, Zie boekje Effectief antwoord geven op examenvragen GS voor uitleg + oefening of Examentraining Formuleren in je Studiewijzer GS tabblad Wat je moet kennen en kunnen / tips

Slide 6 - Tekstslide

2 punten

Slide 7 - Tekstslide

Typen vragen 2pt 
- oorzakelijk verband vragen (leg uit, verklaar, waarom)
1e tijdvak
2p Geef voor elk van beide bepalingen aan waardoor die de Spaanse overheersing van Amerika bevorderde.
2p Verklaar waardoor het generatieconflict in West-Duitsland heviger was, waarbij je je antwoord ondersteunt met een kenmerkend aspect uit de eerste helft van de twintigste eeuw.   

2e tijdvak
2p Verklaar deze aanmoediging door aan te geven:
 welke handel in Nederlandse handen moest komen en
 dat deze aanvallen op juist Portugees-Spaanse gebieden de stichting van een Nederlandse staat moesten ondersteunen.
2p Leg uit welke andere afspraak uit de Vrede van Versailles Duitsland hierdoor moeilijker kon nakomen.
2p 21 Licht dit toe door:
 met bron aan te geven welk beleid Romme wil veranderen en
 zonder bron te verklaren voor welk politiek probleem dit zorgt in de regering.

Slide 8 - Tekstslide

Typen vragen 2pt 
- oorzakelijk verband vragen (leg uit, verklaar, waarom)
3e tijdvak
2p Verklaar de verwachting van Don Pedro de Zúñiga dat Filips III interesse zou hebben in de kaart van deze kolonie.

2p Leg uit waardoor uitvindingen als de Radio Music Box bijdroegen aan het ontstaan van massaorganisaties in de eerste helft van de twintigste eeuw. 

2p Licht dit gegeven toe door:
 te verklaren dat de regering-Den Uyl juist in 1973 stopte met het werven van gastarbeiders, en
 de beleidsmaatregel te noemen die een sterke toename veroorzaakte van het aantal immigranten uit onder andere Marokko en Turkije in de tweede helft van de jaren 1970.

Slide 9 - Tekstslide

Typen vragen 2pt 
- argumentatie-vragen (beredeneer, laat zien, toon aan)
1e tijdvak
2p Ondersteun deze bewering door:
 met de eerste bepaling aan te geven welk godsdienstig doel het bestuur wil bereiken en
 met de tweede bepaling aan te geven welk politiek doel het bestuur wil bereiken.
2p Ondersteun deze bewering door:
 aan te geven welke oplossing voor de sociale kwestie Robert Owen nastreefde en
 te verklaren dat de boodschap van het boek van Samuel Smiles populair was bij liberale ondernemers.

2e tijdvak 
x

3e tijdvak
x

Slide 10 - Tekstslide

Typen vragen 2pt 
- toepassingvragen (leg uit, laat zien, toon aan)
1e tijdvak
2p Leg uit op welke nieuwe eis aan de wetenschap Van der Straaten zijn onderwijs wilde laten aansluiten door zijn studenten te verplichten mee te lopen tijdens zijn rondes in het Catharijne-gasthuis.
2p Leg uit op welke gebeurtenis in India deze bouwwijze van het station een reactie was.
2p Leg uit dat het voor Von Papen door de politieke situatie in de jaren na 1945 noodzakelijk werd om de nadruk te leggen op de toespraak die hij had gehouden in Marburg.

2e tijdvak
2p Toon dit aan, waarbij je je antwoord ondersteunt met een verwijzing naar de bron.
2p Leg uit dat je met deze herinnering van Gerard Brom kunt aantonen dat de emancipatie van de katholieken in Nederland wordt bevorderd door de voortschrijdende democratisering.
2p Leg uit welke mening Van Straaten weergeeft, waarbij je je antwoord ondersteunt met een verwijzing naar de bron.
2p Leg uit welke boodschap de regering wilde overbrengen over de politieke rol van Nederland in Europa door het opnemen van deze uitspraak.

Slide 11 - Tekstslide

Typen vragen 2pt 
- toepassingvragen (leg uit, laat zien, toon aan)
3e tijdvak
2p Leg uit welk verlicht ideaal James Madison in dit artikel verdedigt.
2p Geef een verklaring voor de opstelling van het Britse bestuur door:
 aan te geven bij welke doelstelling van het Britse bestuur in India het verbod op sati paste, en
 aan te geven vanuit welk politiek motief het Britse bestuur weinig religieuze gebruiken in India verbood. 
2p Geef aan:
 welke verandering Coronel met deze publicatie wilde bereiken bij het Amsterdams gemeentebestuur, en
 bij welke discussie die in die tijd werd gevoerd de publicatie aansloot.
2p Beredeneer voor welke maatschappelijke ontwikkeling Jongeling wil waarschuwen, waarbij je je antwoord ondersteunt met een verwijzing naar de bron.
2p Leg uit welke doelstelling dat was.

Slide 12 - Tekstslide

Typen vragen 2pt 
- volgorde-vragen (zet in de juiste volgorde) 
1e tijdvak
2p Zet deze liefdesparen in de juiste chronologische volgorde, van vroeger naar later. Noteer alleen de nummers.
2p Zet deze wetten en decreten in de juiste chronologische volgorde, van vroeger naar later. Noteer alleen de nummers.

2e tijdvak
2p Zet deze gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde, van vroeger naar later. Noteer alleen de nummers.
2p Zet deze gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde, van vroeger naar later. Noteer alleen de nummers.

3e tijdvak
2p Zet deze terechtstellingen in de juiste chronologische volgorde, van vroeger naar later. Noteer alleen de nummers.
2p Zet deze gegevens over Nederlandse popartiesten in de juiste chronologische volgorde, van vroeger naar later. Noteer alleen de nummers.





Slide 13 - Tekstslide

Typen vragen 2pt 
- kenmerkend aspectvragen (noem, leg uit)
1e tijdvak
2p Leg uit van welk kenmerkend aspect van de achttiende eeuw deze oproep een voorbeeld is. 
2p Geef een verklaring voor het optreden van de Nederlandse autoriteiten in Suriname, waarbij je je antwoord ondersteunt met een kenmerkend aspect uit de eerste helft van de twintigste eeuw.

2e tijdvak
2p Verklaar dat de regenten in het bestuur van de VOC het onderzoek van De Bondt noodzakelijk vonden voor hun onderneming, waarbij je je antwoord met een kenmerkend aspect uit de zeventiende eeuw ondersteunt.
2p Noem twee kenmerkende aspecten van de negentiende eeuw die verklaren dat Duitsland juist Elzas-Lotharingen in bezit wilde nemen.

3e tijdvak
2p 2 Leg uit dat dit gegeven 'het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance' illustreert.

Slide 14 - Tekstslide

Typen vragen 2pt 
- kenmerkend aspectvragen (noem, leg uit)
3e tijdvak
2p Leg uit dat de toetreding tot de NAVO volgens Togliatti een gevaar oplevert door de buitenlands politieke verhoudingen, waarbij je je antwoord ondersteunt met een kenmerkend aspect uit de tweede helft van de twintigste eeuw.


Slide 15 - Tekstslide

Typen vragen 2pt 
- combinatievragen (koppel aan, verbind)
1e tijdvak
2p Geef per gegeven de ontwikkeling aan die daar het best bij past. Noteer alleen de cijfers en de daarbij passende letters. Let op: er blijft één ontwikkeling over. 

2e tijdvak
2p Geef per politieke ontwikkeling de gebeurtenis die daarbij past. Noteer alleen de cijfers en de daarbij behorende letters. Let op: er blijft 1 gebeurtenis over.

3e tijdvak
2p 21 Geef voor elke uitspraak aan welke leider erbij hoort. Noteer alleen de letter en het daarbij behorende cijfer. Let op: er blijft één leider over.

Slide 16 - Tekstslide

Conclusie 2pt
1e, 2e en 3e tijdvak vergeleken;
- oorzakelijk verband vragen (leg uit, verklaar, waarom)  2 tot 3 vragen (4 - 6pt)
- argumentatie-vragen (beredeneer, laat zien, toon aan)  0 tot 2 vragen (0 - 4pt)
- toepassingvragen (leg uit, laat zien, toon aan) 3 tot 5 vragen (6 - 10pt)
- volgorde-vragen (zet in de juiste volgorde) 2 vragen (4pt)
- kenmerkend aspectvragen (noem, leg uit) 2 vragen (4pt)
- historische vaardigheden-vragen (leg uit, geef aan) 0 vragen
- combinatievragen (koppel aan, verbind) 1 vraag (2pt)

De 2pts-vragen zijn voornamelijk; 2 volgorde-vragen en 1 combinatievraag, 2 kenmerkend aspectvragen, 3-5 toepassingsvragen, 2-3 oorzakelijk verband vragen.


Slide 17 - Tekstslide

3 punten

Slide 18 - Tekstslide

Typen vragen 3pt 
- oorzakelijk verband vragen (leg uit, verklaar, waarom)
1e tijdvak
3p Licht deze werkwijze toe door:
 te verklaren dat de detente dit onderzoek vergemakkelijkte en
 aan te geven dat de regering van de BRD met dit onderzoek de Ostpolitik wilde ondersteunen en
 een politieke reden te geven dat de regering van de DDR zelf geen openbaar onderzoek naar de mening van haar burgers liet uitvoeren

2e tijdvak 
x

3e tijdvak
3p Geef voor elke migratiegolf een bij die periode passende historische verklaring.

Slide 19 - Tekstslide

Typen vragen 3pt 
- toepassingvragen (leg uit, laat zien, toon aan)
1e tijdvak
3p Toon dit aan door:
 aan te geven waardoor de Education Act de emancipatie van arbeiders bevordert en
 uit te leggen dat de noodzaak van de Education Act kan worden onderbouwd met de brief in The Guardian, waarbij je je antwoord ondersteunt met een verwijzing naar de bron. 
3p Toon dit aan door:
 zonder bron aan te geven met welke maatschappelijke verandering de confessionele partijen rekening moeten houden bij verkiezingen vanaf de jaren 1950 en
 uit te leggen welke mening Behrendt weergeeft over de verkiezingscampagne van de confessionele partijen, waarbij je je antwoord ondersteunt met een verwijzing naar de bron.
3p Geef aan:
 zonder bron met welk binnenlands politiek doel de Duitse regering deze inzamelactie houdt en
 dat de foto van deze actie dit doel kan ondersteunen en
 welke boodschap de geallieerden met de foto van deze actie kunnen overbrengen aan hun bevolking. 

Slide 20 - Tekstslide

Typen vragen 3pt 
- toepassingvragen (leg uit, laat zien, toon aan)
2e tijdvak
3p Ondersteun deze visie door:
  uit te leggen welke verandering in de positie van de East India Company in India door deze wet mogelijk werd en
 een afspraak uit het verdrag van Allahabad te noemen, waarmee de positie van de East India Company verder werd versterkt.
3p Geef aan: 
 bij welk socialistisch streven dit project van Octavia Hill paste en
 voor beide gegevens apart, welke kritiek de socialisten hadden op de uitgangspunten van Hill.
3p Licht deze bewering toe door:
 zonder bron aan te geven welk politiek doel Truman nastreeft in Europa en 
 uit te leggen welke Amerikaanse economische beleidsmaatregel Truman met dit verslag kan ondersteunen.
3p 23 Licht dit toe door:
- de kern van het softdrugsbeleid in Nederland te noemen en
- uit te leggen dat juist de ondertekening van het Verdrag van Schengen gesprekken tussen Nederland en West-Duitsland hierover noodzakelijk maakte.

Slide 21 - Tekstslide

Typen vragen 3pt 
- toepassingvragen (leg uit, laat zien, toon aan)
2e tijdvak
3p Licht de gegevens toe door:
 uit te leggen welke koerswijziging in het buitenlands beleid van de Sovjet-Unie met de 'Frank-Sinatra-doctrine' werd aangeduid en
 aan te geven welk gevolg van deze koerswijziging door Dan Quayle werd voorspeld met de 'Nancy-Sinatra-doctrine'.

3p Toon dit aan door:
 uit te leggen dat de boodschap van gangsta rap, zoals Thera van Osch die weergeeft, verschilt van de oorspronkelijke boodschap van rapmuziek die ontstond in de Verenigde Staten en
 aan te geven welke waarschuwing Van Osch geeft over de gevolgen van de digitale revolutie.
3e tijdvak
3p Ondersteun deze bewering door:
 uit te leggen welke beleidsverandering Clive voorstelt, waarbij je je antwoord ondersteunt met een verwijzing naar de bron, en
 met een historische gebeurtenis in 1765 aan te tonen dat de East India Company het voorstel van Clive overneemt.

Slide 22 - Tekstslide

Typen vragen 3pt 
- toepassingvragen (leg uit, laat zien, toon aan)
3e tijdvak
3p Geef aan dat dit beleid van Maria Theresia:
 verlicht en absoluut kan worden genoemd, en
 de eenheid in haar rijk moest versterken. 
3p Ondersteun de bewering door:
 aan te tonen dat de publicatie past bij het in praktijk brengen van het
nationaalsocialisme, en
 uit te leggen dat deze publicatie de acceptatie van de Duitse bezetting
van Nederland moet vergemakkelijken.

Slide 23 - Tekstslide

Typen vragen 3pt 
- kenmerkend aspectvragen (noem, leg uit)
1e tijdvak
x

2e tijdvak

3p Noem bij elk van de gegevens uit het leven van Edward Maria Wingfield een verschillend kenmerkend aspect uit de zestiende eeuw dat hierbij past. Let op: je mag een kenmerkend aspect maar één keer gebruiken.

3e tijdvak
3p Toon dit aan door:
 dit kenmerkend aspect te noemen, en
 beide delen van dit kenmerkend aspect te illustreren, telkens met een ander gegeven uit de bron.

Slide 24 - Tekstslide

Typen vragen 3pt 
- historische vaardigheden-vragen (leg uit, geef aan)
1e tijdvak 
x

2e tijdvak
3p Ondersteun je keuze door:
 uit te leggen welke verklaring voor het afzetten van Wingfield je aan de brief kunt ontlenen en
 aan te geven dat je de informatie betrouwbaar vindt door de aard van de bron.

3e tijdvak
x

Slide 25 - Tekstslide

Conclusie 3pt
1e, 2e en 3e tijdvak vergeleken;
- oorzakelijk verband vragen (leg uit, verklaar, waarom) 0 tot 1 vraag (0 - 3pt)
- argumentatie-vragen (beredeneer, laat zien, toon aan) 0 vragen
- toepassingsvragen (leg uit, laat zien, toon aan) 3 tot 6 vragen (9 - 18pt)
- volgorde-vragen (zet in de juiste volgorde) 0 vragen
- kenmerkend aspectvragen (noem, leg uit)  0 tot 1 vraag (0 - 3pt)
- historische vaardigheden-vragen (leg uit, geef aan) 0 tot 1 vraag (0 - 3pt)
- combinatievragen (koppel aan, verbind) 0 vragen

De 3pts-vragen zijn voornamelijk toepassingsvragen. 

Slide 26 - Tekstslide

4 punten

Slide 27 - Tekstslide

Typen vragen 4pt 
- oorzakelijk verband vragen (leg uit, verklaar, waarom)
1e tijdvak
4p Geef hiervoor een verklaring door:
 zonder bron aan te geven waardoor de Engelse kolonisten in conflict komen met de inheemse bevolking en
 aan de bron twee verschillende redenen te ontlenen waarom de Engelse kolonisten sterker kwamen te staan in hun conflicten met de inheemse bevolking.
4p Toon dit aan door:
 aan te geven waardoor de Education Act de emancipatie van arbeiders bevordert en
 uit te leggen dat de noodzaak van de Education Act kan worden onderbouwd met de brief in The Guardian, waarbij je je antwoord ondersteunt met een verwijzing naar de bron. 
4p Verklaar dit verbod door:
 twee kenmerken van het nationaalsocialisme te noemen en
 bij elk kenmerk aan te geven welke kritiek Von Papen hierop geeft. 

Slide 28 - Tekstslide

Typen vragen 4pt 
- oorzakelijk verband vragen (leg uit, verklaar, waarom)
1e tijdvak
4p Leg uit:
  dat door het sluiten van het verdrag van Allahabad behoefte ontstond aan het vervaardigen van betrouwbare kaarten van India en
 dat de industriële revolutie de vernieuwing van de kaarten van India in de negentiende eeuw nodig maakte.

2e tijdvak
4p Leg uit, telkens met een verschillende verwijzing naar de bron, dat de opstellers van deze petitie:  het bestuurlijk gezag van de Britten accepteren maar  zich verzetten tegen Britse culturele beïnvloeding.
4p Leg dit voor twee verschillende opvattingen uit.
4p Leg uit, telkens met een verschillende verwijzing naar de bron, welke mening Jordaan weergeeft:
- over het regeringsbeleid in de DDR door de verwijzing naar de situatie in Nederland in 1941 en
- over de machtsverhoudingen in het Oostblok in 1953.

Slide 29 - Tekstslide

Typen vragen 4pt 
- oorzakelijk verband vragen (leg uit, verklaar, waarom)
3e tijdvak
4p Ondersteun deze bewering door:
 uit te leggen bij welk godsdienstig conflict deze gebeurtenissen passen, en
 uit te leggen aan welk politiek conflict in de Nederlanden deze gebeurtenissen bijdragen.

4p Ondersteun de redenering van de historicus door:
 aan te geven op welke wijze Frankrijk bestuurd werd en te verklaren dat dit het tempo van militaire hervormingen bevorderde.
 aan te geven op welke wijze in de Republiek politieke besluiten over het leger werden genomen en te verklaren dat dit het tempo van militaire hervormingen belemmerde.

Slide 30 - Tekstslide

Typen vragen 4pt 
- toepassingvragen (leg uit, laat zien, toon aan)
1e tijdvak
4p Toon dit aan door:
 zonder bron aan te geven met welke maatschappelijke verandering de confessionele partijen rekening moeten houden bij verkiezingen vanaf de jaren 1950 en
 uit te leggen welke mening Behrendt weergeeft over de verkiezingscampagne van de confessionele partijen, waarbij je je antwoord ondersteunt met een verwijzing naar de bron.
4p Leg beide conclusies uit, waarbij je je antwoord telkens ondersteunt met een verschillende verwijzing naar de bron.
4p Leg uit, telkens met een verschillende verwijzing naar de bron:
 welk Europees verdrag, dat in die tijd wordt gesloten onder Nederlands voorzitterschap, Kohl met deze uitspraak ondersteunt en
 dat de uitspraak van Kohl past bij de politieke rol die het herenigde Duitsland in Europa op zich neemt.



Slide 31 - Tekstslide

Typen vragen 4pt 
- toepassingvragen (leg uit, laat zien, toon aan)
1e tijdvak
4p Ondersteun deze interpretatie door uit te leggen, telkens met een verschillende verwijzing naar de prent:
 welke kritiek de tekenaar in deze prent weergeeft op het beleid van de DDR-regering in 1953 en
 welke kritiek de tekenaar weergeeft op de politieke verhoudingen binnen het Oostblok.
4p Ondersteun deze conclusie door:
 met de bron aan te geven bij welk oorspronkelijk uitgangspunt van gastarbeid de woonsituatie van Hasip Turan past en
 zonder bron aan te geven welke beleidsverandering vanaf de jaren 1970 bijdroeg aan verandering van de woonsituatie van gastarbeiders en
 uit te leggen welke kritiek de voorstanders van integratie aan deze beschrijving kunnen ontlenen, waarbij je je antwoord ondersteunt met een verwijzing naar de bron. 


Slide 32 - Tekstslide

Typen vragen 4pt 
- toepassingvragen (leg uit, laat zien, toon aan)
3e tijdvak
4p Geef aan:
 van welk socialistisch standpunt Tjeerd Stienstra uitgaat, waarbij je je antwoord ondersteunt met een passende verwijzing naar de bron, en
 op welke wijze een toespraak als die van Stienstra bijdraagt aan de emancipatie van de arbeiders, en
 zonder bron, dat de voortschrijdende democratisering in de negentiende eeuw de emancipatie van arbeiders bevordert. 

4p Leg voor beide delen van de bewering uit welke verwachting Strube weergeeft, waarbij je je antwoord ondersteunt met telkens een andere verwijzing naar de bron.

4p Toon voor twee verschillende uitgangspunten van de kraakbeweging aan dat die passen bij de uitspraken van Mattie en Nico, waarbij je je antwoord telkens ondersteunt met een andere verwijzing naar de bron.

Slide 33 - Tekstslide

Typen vragen 4pt 
- kenmerkend aspectvragen (noem, leg uit)
1e tijdvak
4p Noem twee kenmerkende aspecten uit de zestiende eeuw en verklaar daarmee telkens waardoor Odoni met dit schilderij zijn status kan verhogen. Let op: je mag een kenmerkend aspect maar één keer gebruiken. 
2e tijdvak
4p Geef twee verschillende argumenten voor deze bewering, waarbij je je antwoord telkens ondersteunt met een verschillend kenmerkend aspect. Let op: je mag een kenmerkend aspect maar één keer gebruiken.
4p Leg voor beide jaren uit wat de kritiek op de Nederlandse deelname was, waarbij je je antwoord telkens ondersteunt met een verschillend kenmerkend aspect. Let op: je mag een kenmerkend aspect maar één keer gebruiken.
3e tijdvak
4p Toon dit aan door:
 met twee verschillende kenmerkende aspecten uit de zestiende eeuw te verklaren waardoor het mogelijk is om collecties zoals die van de Wonderkamer te verzamelen, en
 uit te leggen dat de oprichting van de Wonderkamer heeft bijgedragen aan de wetenschappelijke revolutie in de zeventiende eeuw.

Slide 34 - Tekstslide

Typen vragen 4pt 
- historische vaardigheden-vragen (leg uit, geef aan)
1e tijdvak
4p Leg uit, telkens met een andere verwijzing naar de bron, dat je de bron:
 voor het eerste hoofdstuk minder betrouwbaar vindt en
 voor het tweede hoofdstuk meer betrouwbaar vindt. 

2e tijdvak
4p Licht het verzenden van het verslag van de inspecteur van fabrieken naar de minister toe door:
 zonder bron aan te geven dat het laten maken van officiële verslagen door inspecteurs de uitvoering van eerdere Factory Acts moet ondersteunen en
 te verklaren dat de informatie in deze verslagen als betrouwbaar beschouwd kan worden en
 uit te leggen dat in de brief de mogelijke uitbreiding van de Factory Acts wordt verdedigd met een kapitalistisch standpunt, waarbij je je antwoord ondersteunt met een verwijzing naar de bron.

Slide 35 - Tekstslide

Typen vragen 4pt 
- historische vaardigheden-vragen (leg uit, geef aan)
3e tijdvak
4p Leg beide conclusies uit, waarbij je je antwoord telkens ondersteunt met een andere verwijzing naar de bron.

4p Licht dit toe door:
 uit te leggen welke boodschap de abolitionisten met deze beschrijving kunnen weergeven over slavernij, waarbij je je antwoord ondersteunt met een verwijzing naar de bron, en
 uit te leggen dat het eenzijdige beeld dat Pieter Groen weergeeft van de gebeurtenissen op de plantage, past bij zijn achtergrond als familielid van een plantage-eigenaar.

Slide 36 - Tekstslide

Conclusie 4pt
1e, 2e en 3e tijdvak vergeleken;
- oorzakelijk verband vragen (leg uit, verklaar, waarom) 2 tot 4 vragen (8 - 16pt)
- argumentatie-vragen (beredeneer, laat zien, toon aan) 0 vragen
- toepassingsvragen (leg uit, laat zien, toon aan) 2 tot 3 vragen (8 - 12pt)
- volgorde-vragen (zet in de juiste volgorde) 0 vragen
- kenmerkend aspectvragen (noem, leg uit) 1 tot 2 vragen (4 - 8pt)
- historische vaardigheden-vragen (leg uit, geef aan) 1 tot 2 vragen (4 - 8pt)
- combinatievragen (koppel aan, verbind) 0 vragen

De 4pts-vragen zijn voornamelijk 2-4 oorzakelijk verband vragen, 2-3 toepassingsvragen, 1-2 kenmerkend aspectvragen, 1-2 historische vaardigheden-vragen.


Slide 37 - Tekstslide

Algehele Conclusie Examen 2021-2022
1. Per toets 14 tot 25pt voor oorzakelijk verband te behalen.
2. *Per toets 4pt voor argumentatie te behalen (= ook een historische vaardigheid). 
3.  Per toets 23 tot 40pt voor toepassing te behalen.
4. Per toets 4pt voor chronologie te behalen. 
5. Per toets 11 tot 15pt voor kenmerkend aspecten te behalen. 
6. Per toets 7 tot 11pt voor historische vaardigheden te behalen
7. Per toets 2pt voor combinatie te behalen.

Op basis van bovenstaande cijfers kun je stellen dat de oorzakelijk verband, toepassing- en kenmerkend aspect vragen de meeste cijfers voor het examen opleveren.

Slide 38 - Tekstslide

Algehele Conclusie Examen 2021-2022
Hoeveelheid bronnen:
1e tijdvak: totaal 12: 4 beeldbronnen en 8 tekstbronnen
2e tijdvak: totaal 12: 3 beeldbronnen en 9 tekstbronnen
3e tijdvak: totaal 13: 4 beeldbronnen en 9 tekstbronnen

Slide 39 - Tekstslide

Hoe kom ik aan 36 tot 40pt?
  • Oefen met het beantwoorden van de verschillende typen examenvragen door oud-examens of examenvragen uit het Forumwerkboek te maken en na te kijken. 
  • Tip, Zie boekje Effectief antwoord geven op examenvragen GS voor uitleg + oefening of Examentraining Formuleren in je Studiewijzer GS tabblad Wat je moet kennen en kunnen / tips. 
  • Waarom? Je leert zo wat je moet doen bij ieder type vraag, maar kortgezegd draait het bij alle vragen om AUB. Je geeft een ARGUMENT/UITLEG = geleerde theorie/lesstof die BIJVOORBEELD met gegeven bronnen en/of geleerde voorbeelden worden verduidelijkt.          Als je een bronelement (citaat uit een tekstbron of element uit een afbeelding) gebruikt altijd volledig uitschrijven en/of duidelijk beschrijven en uitleggen waarom je dit bronelement kiest.  Hoe duidelijker hoe beter!


Slide 40 - Tekstslide

Algehele Conclusie Onderwerpen
Tijdvak 5 1500-1600 
Tijdvak 6 1600-1700
Tijdvak 7 1700-1800
Tijdvak 8 1800-1900
Tijdvak 9 1900-1950
Tijdvak 10 1950-heden
Historische context Britse rijk 1585-1900
Historische context Duitsland  1918-1991
Historische context Nederland 1948-2008

Slide 41 - Tekstslide