Les 22 - taalhumor

1 / 54
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 54 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Lachen is gezond
waar
niet waar

Slide 5 - Poll

Slide 6 - Video

Wat zijn de voordelen van lachen?

Slide 7 - Open vraag

Voordelen van lachen
  • Calorieën verbranden (10 min. lachen = 40 calorieën)
  • Geluksgevoel (dankzij hormonen dopamine en endorfine)
  • Pijnstillend
  • Ontspannend
  • Stimuleert alertheid 
  • Stimuleert creativiteit
  • Verbetert geheugen

Slide 8 - Tekstslide

p184

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

p184

Slide 11 - Tekstslide

Soorten humor
  1. Ironie
  2. Sarcasme
  3. Cynisme
  4. Zwarte humor
  5. Taalhumor
  6. Absurde humor
  7. Situatiehumor
  8. Parodie 

Slide 12 - Tekstslide

Ironie

Slide 13 - Tekstslide

Ironie
= het tegenovergestelde zeggen van wat je eigenlijk bedoelt
= zonder iemand te kwetsen


stille leerling ≠ spraakwaterval

Slide 14 - Tekstslide

Sarcasme

Slide 15 - Tekstslide

Sarcasme
= het tegenovergestelde zeggen van wat je eigenlijk bedoelt
= bijtende spot; je raakt er iemand mee

! verschil ironie en sarcasme

Slide 16 - Tekstslide

Cynisme

Slide 17 - Tekstslide

Cynisme
= schaamteloze vorm van spot
= je gelooft niet in het goede van mensen en dat laat je op een scherpe manier blijken
= vaak gericht naar politiek

Slide 18 - Tekstslide

Welke onderwerpen zijn taboe binnen de komediewereld?

Slide 19 - Woordweb

Zwarte humor

Slide 20 - Tekstslide

Zwarte humor
= wanneer je lacht met maatschappelijk gevoelige onderwerpen
= bij dit soort humor denk je meteen 'dit kan eigenlijk echt niet...'
= taboe

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Taalhumor

Slide 23 - Tekstslide

Taalhumor
= humor die ontstaat door bewust van het algemene taalgebruik af te wijken
= woordspelingen 


Slide 24 - Tekstslide

Absurde humor

Slide 25 - Tekstslide

Absurde humor
= gaat in tegen alle logica

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Welke vorm van humor past ook bij dit fragment?
A
Ironie
B
Sarcasme
C
Zwarte humor
D
Taalhumor

Slide 28 - Quizvraag

Situatiehumor

Slide 29 - Tekstslide

Situatiehumor
= humor die voortvloeit uit een specifieke situatie
= vaak onverwacht/onbedoeld

! denk aan try not to laugh video's

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Parodie

Slide 32 - Tekstslide

Parodie
= spottende nabootsing van iets wat oorspronkelijk ernstig bedoeld was

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video


A
Taalhumor
B
Absurde humor
C
Sarcasme
D
Parodie

Slide 35 - Quizvraag


A
Ironie
B
Absurde humor
C
Situatiehumor
D
Cynisme

Slide 36 - Quizvraag


A
Situatiehumor
B
Taalhumor
C
Ironie
D
Cynisme

Slide 37 - Quizvraag


A
Sarcasme
B
Situatiehumor
C
Zwarte humor
D
Ironie

Slide 38 - Quizvraag


A
Zwarte humor
B
Sarcasme
C
Cynisme
D
Absurde humor

Slide 39 - Quizvraag


A
Parodie
B
Absurde humor
C
Situatiehumor
D
Ironie

Slide 40 - Quizvraag


A
Taalhumor
B
Situatiehumor
C
Ironie
D
Sarcasme

Slide 41 - Quizvraag


A
Absurde humor
B
Cynisme
C
Zwarte humor
D
Sarcasme

Slide 42 - Quizvraag


A
Ironie
B
Sarcasme
C
Cynisme
D
Zwarte humor

Slide 43 - Quizvraag


A
Cynisme
B
Taalhumor
C
Situatiehumor
D
Sarcasme

Slide 44 - Quizvraag


A
Taalhumor
B
Situatiehumor
C
Ironie
D
Absurde humor

Slide 45 - Quizvraag


A
Cynisme
B
Ironie
C
Parodie
D
Absurde humor

Slide 46 - Quizvraag


A
Cynisme
B
Zwarte humor
C
Absurde humor
D
Sarcasme

Slide 47 - Quizvraag


A
Sarcasme
B
Taalhumor
C
Cynisme
D
Ironie

Slide 48 - Quizvraag


A
Sarcasme
B
Taalhumor
C
Situatiehumor
D
Ironie

Slide 49 - Quizvraag


A
Taalhumor
B
Absurde humor
C
Situatiehumor
D
Ironie

Slide 50 - Quizvraag


A
Zwarte humor
B
Ironie
C
Parodie
D
Cynisme

Slide 51 - Quizvraag


A
Absurde humor
B
Situatiehumor
C
Taalhumor
D
Ironie

Slide 52 - Quizvraag

Wat voor humor vind jij het leukst?

Slide 53 - Woordweb

Wat voor humor vind jij niet leuk?

Slide 54 - Woordweb