H5 schrijfvaardigheid sept

semaine 37
- lettre 18
- lettre 19
- lettre informelle
-onregelmatige bijwoorden
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

semaine 37
- lettre 18
- lettre 19
- lettre informelle
-onregelmatige bijwoorden

Slide 1 - Tekstslide

à deux; lees samen de tekst door en probeer de dikgedrukte en onderstreepte woorden zo correct mogelijk te vertalen zonder woordenboek. Wat niet lukt schrijf je op achterin je schrift.
Nous sommes bien arrivés aux Pays-Bas, lundi soir. Mardi, nous avons découvert Amsterdam, grâce à une visite guidée des différents quartiers historiques et des canaux de la « Venise du Nord ». Puis, nous avons visité le Musée Van Gogh, où nous avons admiré les tableaux de ce peintre. Nous avons rejoint l’auberge de jeunesse le soir, à La Haye.
Le lendemain, nous avons visité deux des nombreux villages aux environs d’Amsterdam : Volendam, village de pêcheurs, d’anguilles et de harengs, puis Zaandam et son parc-musée en plein air. Nous y avons visité les fromageries et les ateliers de sabots, au pied des moulins à vent. Magnifique !
Le dernier jour, nous nous sommes baladés dans les rues de La Haye, où nous avons vu le Parlement, le palais du Roi et le quartier des ambassades.
Après les derniers achats et le dîner au restaurant, nous avons pris le chemin du retour. Et voilà déjà la fin de notre voyage aux Pays-Bas 



Slide 2 - Tekstslide

Nous sommes bien arrivés => wij zijn goed aangekomen
nous avons découvert => wij hebben ontdekt
,nous avons visité => wij hebben bezocht
 nous avons admiré => wij hebben bewonderd
 Nous avons rejoint => wij hebben ons gevoegd bij
 Nous y avons visité => wij hebben er bezocht
 nous nous sommes baladés => wij hebben gewandeld (!)
 nous avons vu => wij hebben gezien
nous avons pris => wij hebben genomen   
lundi soir. => maandagavond
 Mardi => dinsdag.
 Puis=> vervolgens
Le lendemain=> de volgende dag
,Le dernier jour=> de laatste dag
Après => vervolgens

Slide 3 - Tekstslide

1. passende aanhef

Slide 4 - Open vraag

Vraag hoe het met hem/haar gaat en vraag naar het begin van het schooljaar

Slide 5 - Open vraag

Zeg dat je de blog hebt gelezen van ‘Projet Pays-Bas

Slide 6 - Open vraag

Nodig je vriend(in) met zijn/haar klas uit voor een week in Nederland.

Slide 7 - Open vraag

 Passende aanhef.
1. Vraag hoe het met hem/haar gaat en vraag naar het begin van het schooljaar.
– Zeg dat je de blog hebt gelezen van ‘Projet Pays-Bas’ en geef de inhoud kort weer.
– Nodig je vriend(in) met zijn/haar klas uit voor een week in Nederland.

Salut ........,1. Tu vas bien ? / comment vas-tu?
 Comment s’est passée ta rentrée ?/ La rentrée, c'est bien passé?/ Tu aimes bien ta classe? 

2. Sur internet, j’ai lu un blog d’une fille française / d'une  élève / d'une jeune fille de .... ans . Elle a fait un voyage scolaire aux Pays-Bas. Pendant une semaine, elle a visité  mon pays avec sa classe.Ils ont vu plein de choses intéressantes!

 3. Toi, tu pourrais  aussi venir aux Pays-Bas pour une semaine avec ta classe? 








Slide 8 - Tekstslide

zouden jullie kunnen komen......

Slide 9 - Open vraag

maak de zin af :
vous pourriez venir
A
au bus
B
en bus
C
avec le bus
D
au train

Slide 10 - Quizvraag

vertaal : de eerste dag
A
le première jour
B
le premier jour
C
la première joure
D
les premiers jours

Slide 11 - Quizvraag

montrer/futur ; je

Slide 12 - Open vraag

ik zal jullie laten zien :

Slide 13 - Open vraag

à deux
schrijf binnen 10 minuten de rest van de brief af in tweetallen.  
- een kladblaadje met de woorden (werkwoorden/ zn) die je kent en vanuit die woorden simpele zinnen maken.

Slide 14 - Tekstslide

Stel voor wanneer dat zou kunnen en vraag met welk vervoer ze dan komen.
Vertel dat er in Nederland heel veel bezienswaardigheden (sites intéressants) zijn.
– Beschrijf minstens drie activiteiten die hij/zij met zijn/haar klas kan ondernemen en die niet in de tekst van ‘Projet Pays-Bas’ worden genoemd.

 J’aimerais bien ça/ ce serait trop cool

. Pourriez-vous venir par exemple la première semaine de décembre? 
Vous pourriez venir en bus / en train/  même en avion!
Aux Pays-Bas, il y a beaucoup de sites intéressants. J'aimerais vous montrer ces sites! 
 Le premier jour, je vous montrerai la ville de Delft avec la maison de Vermeer. / ensuite/après le  cour de Prince. Guillaume d'Orange y a vécu., Et le Royal Delft, on y fabrique le bleu de Delft, connu dans le monde entier.   

Slide 15 - Tekstslide

Vraag of je vriend(in) met zijn/haar docent/school kan overleggen en of hij/zij snel kan terugschrijven.
– Zeg dat je hoopt dat jullie elkaar snel zullen zien.
– Groet en sluit af.
 Le deuxième jour, on va voir  la ville de la Haye, qui est tout près. Il y a le musée d' Escher au Palais, cela vaut le coup, c'est très intéressant avec les trompe-l'-oeil. Et il y aura aussi Sinterklaas au début de décembre. C'est très amusant. Le dernier jour on pourra visiter la maison d'Anne Frank à Amsterdam par exemple.
Est-ce que tu pourrais demander à tes profs d’organiser un échange scolaire avec mon école au mois de novembre ?
Réponds-moi vite s’il te plaît !
J’espère te revoir bientôt !
Ciao,



Slide 16 - Tekstslide

lettre 19
aide ; rentrer - thuiskomen (chez toi - bij jou)
hoe= comment/ trouver= vinden/ impressions= indrukken/ les monuments/ les sites -de monumenten/ de bezienswaardigheden / le plus beau - het mooist/ plus= meer

Slide 17 - Tekstslide

les
adverbes

Slide 18 - Tekstslide

een bijwoord zegt iets van:

1.     een werkwoord
2.    een bijvoeglijk naamwoord
3.    een andere bijwoord
4.    een hele zin

Slide 19 - Tekstslide

In het Nederlands hebben we een aparte vorm voor het bijwoord:

Dat is een goed boek >> goed is een bijvoeglijk naamwoord

Hij zingt goed. >> goed is een bijwoord.

Slide 20 - Tekstslide

maar ja...... het Frans heeft natuurlijk wel een aparte vorm voor het bijwoord. 
Je moet dus wel goed kunnen ontleden......

Slide 21 - Tekstslide

om een bijwoord te maken heb je nodig:

het bijvoeglijk naamwoord
+
het achtervoegsel ment

Slide 22 - Tekstslide

HOE WERKT HET?

Als het bijvoeglijk naamwoord eindigt op een klinker:
bijv.nw+ ment      poli (beleefd) wordt dan poliment,

Als het bijvoeglijk naamwoord eindigt op een medeklinker:
eerst vrouwelijk maken dan + ment

actif >> active >> activement
heureux  >> heureuse >> heureusement
doux >> douce >> doucement

Slide 23 - Tekstslide

et...
il y a des adverbes qui ont une forme spéciale:

bon >> bien                                                                goed, lekker
meilleur >> mieux                                                     beter, lekkerder
mauvais >> mal                                                         slecht
gentil >> gentiment                                                 aardig
long >> longtemps/longuement                         lang
rapide >> rapidement/ vite                                     snel
régulier >> régulièrement


Slide 24 - Tekstslide

avantage: 


les adverbes sont invariables.....

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

J'ai rencontré (récent) un curieux personnage ;

Slide 28 - Open vraag

Si tu laves ta voiture ........ (régulier), cela ne s'était pas arrivé.

Slide 29 - Open vraag

Le pauvre Tobby a eu un accident, il a été ( sérieux) blessé

Slide 30 - Open vraag

Les nains partent au travail. Blanche Neige leur dit (gentil) 'Au revoir !'

Slide 31 - Open vraag

(malheureux) elle est tombée malade après avoir mangé la pomme empoisonnée

Slide 32 - Open vraag

Slide 33 - Tekstslide