DTM Eindopdracht fotografie - les 3 - DTM

                     DTM

Smartphone fotografie
Les 3: Eindopdracht - zelfportret
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
MediawijsheidMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 43 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

                     DTM

Smartphone fotografie
Les 3: Eindopdracht - zelfportret

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat ga je vandaag doen?
Leren over standpunt en perspectief 
Een praktische opdracht doen
De eindopdracht voorbereiden waar je een cijfer voor krijgt

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat ga je vandaag doen?
Leerdoelen:
  • Je kan in eigen woorden omschrijven wat standpunt en kader is
  • Je kan deze technieken toepassen bij het maken van een foto-opdracht
  • Je kan een plan maken voor de eindopdracht fotografie: het maken van een creatief zelfportret





Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar of niet waar?
Met de 'regel van derden' zet je een object of een persoon precies in het midden van de foto.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar of niet waar?
Met 'kijkrichting' maak je een portret spannender.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Standpunt
Als je fotografeert kan je ervoor kiezen je onderwerp op ooghoogte te fotograferen. Maar je kan je onderwerp ook van boven of van onder fotograferen. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vogelperspectief
Bij een vogelperspectief fotografeer je jouw onderwerp van boven. 

Slide 8 - Tekstslide

Als je fotografeert kan je ervoor kiezen je onderwerp (zoals een persoon of jezelf) op ooghoogte te fotograferen. Dit gebeurt vaak bij (zelf)portretten. Maar je kan je onderwerp ook van boven of van onder fotograferen. 

Bij een vogelperspectief fotografeer je een onderwerp van boven. Wat is het effect? Je kijk op het onderwerp neer. (Effect? de persoon lijkt klein/kwetsbaar). We gaan naar een voorbeeld kijken. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neutraal standpunt
De camera bevindt zich op ooghoogte. Je staat als het ware recht voor je onderwerp. 

Slide 10 - Tekstslide

De camera bevindt zich op ooghoogte. Je staat als het ware recht voor je onderwerp. 

Slide 11 - Tekstslide

Sebastião Salgado, Ontheemd Meisje, Parana, Brazilie (1996) 

Het meisje kijkt ons recht aan, dit maakt het heel indringend. Dit was anders geweest als de persoon van boven of van onder was gefotografeerd. Je wordt uitgenodigd mee te leven met het meisje op de foto. Wat voelt ze? Wat denkt ze? Wat maakt ze mee? 

Let ook op het kleurfilter! Waarom kiest de fotograaf voor een foto in zwart-wit?

(Sebastião Salgado, is een Braziliaanse fotograaf, die vaak grote maatschappelijke onderwerpen aankaart in zijn werk). 
 
Kikvorsperspectief
Het onderwerp is van onderen gefilmd. Je kijkt tegen het onderwerp op. Effect? 

Slide 12 - Tekstslide

Het onderwerp is van onderen gefilmd. Je kijkt tegen het onderwerp op. Effect? De persoon lijkt groot/imposant. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groepsfoto (10 min)
Groepjes van 4 

Maak drie foto's vanuit drie verschillende perspectieven:
Vogelperspectief
Kikkerperspectief
Ooghoogte 

Timer aanzetten en go! 



Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kader
Het kader is als het ware hoe je de lijst om de foto plaatst. Wat laat je binnen de lijst en wat erbuiten? 

Slide 15 - Tekstslide

Het kader is als het ware hoe je de lijst om de foto plaatst. Wat laat je binnen de lijst en wat erbuiten? 
Close-up
Je fotografeert alleen het gezicht of een ander detail. Effect?

Slide 16 - Tekstslide

Je fotografeert alleen het gezicht of een ander detail. 
Effect? Vaak emotie goed zichtbaar. Je voelt je heel dichtbij de persoon.  

Slide 17 - Tekstslide

Tip: Voor het maken van een portret hoef je niet altijd iemands gezicht (volledig) in beeld te brengen. Soms kun je meer de nadruk leggen op de handen, of een detail van een kleding(stijl). 


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Medium
Je fotografeert iemand vanaf het middel. 

Slide 19 - Tekstslide

Je fotografeert iemand vanaf het middel. 
Effect? Handelingen zijn vaak goed zichtbaar, je ziet beter wat iemand doet. Je kan beter iets laten zien van iemands houding, of van de handen. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Tip: Voor het maken van een portret hoef je niet altijd iemands gezicht (volledig) in beeld te brengen. Soms kun je meer de nadruk leggen op de handen, of een detail van een kleding(stijl). 


Totaal

Slide 23 - Tekstslide

Je fotografeert de hele persoon (en de omgeving) 
Effect? Persoon in omgeving goed in beeld. 

Slide 24 - Tekstslide

Donovan Wylie, Het huis van mijn oom, 1998 

Moet op een (zelf)portret altijd een persoon staan? 
Denk eens aan iemand die je goed kent, bijvoorbeeld iemand in je familie of een goede vriend. Denk nu eens aan de spullen waarmee die persoon zich graag omringt. 

De omgeving, de context, is belangrijk als je mensen fotografeert. In de foto zie je de oom van de fotograaf in de achtergrond (onscherp). De aandacht wordt getrokken naar de tafel op de voorgrond. 
De voorwerpen (potje mosterd, zout en peper) die je ziet vertellen veel over de waarden of levensstijl of dagelijkse routine van deze oom. 

Welke voorwerpen vertellen jouw verhaal? 

Slide 25 - Tekstslide

Welk verhaal wil je vertellen met je portret? Welke voorwerpen kun je in beeld brengen die dit verhaal versterken?

Corona-tijd: veel thuis, en een stuk eenzamer...
Kader (10 min.)
In tweetallen, maak drie foto's met de drie kaders:
Close-up 
Medium 
Totaal
Gebruik bij elke foto één van de compositietips: dus leidende lijnen, symmetrie, natuurlijke kaders, regel van derden of kijkrichting
Timer aanzetten



Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Eindopdracht fotografie
Wie ben jij?
Maak een creatief zelfportret


Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Iedere foto vertelt een verhaal
Wat is jouw verhaal?

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Wie ben jij?
Denk na over:

Onderwerp: vrienden, familie, sport, eten, school, hobby’s, passies? 

Compositie / Standpunt / Kader /  Kleur(filters) . Hoe versterken deze technieken jouw verhaal? Voorbeeld keeper.
Gezichtsuitdrukking? Houding? Achtergrond/locatie? Voorwerpen?





Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips
Je kan een portret maken vanuit selfie stand, maar je kan ook je telefoon op een stapel boeken zetten en de timer aanzetten.
Of laat iemand anders de foto voor jouw maken. 
Belangrijkste is dat jij de regisseur bent van jouw foto

Moet je zelf in beeld? Denk aan de tips eerder vandaag: misschien vertellen bepaalde details en voorwerpen wel meer over jou...

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deadline
Alles af en heb je een plan? Maak dan 5 zelfportretten waarin je je proces laat zien. Verzin een titel bij je beste foto en vertel in 5-10 regels het verhaal van jouw foto.

Deadline is:
Lever je 5 foto's in via Teams, ik heb daarin de opdracht aangemaakt, daar kun je dan 5 foto's inleveren. Hoe? 


Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Teams inleveren
Ga naar Teams
Ga naar je klasteam: klas DTM
Ga naar opdrachten 
Kies de opdrachtkaart: Eindopdracht fotografie
Bij + bijlagen voeg je 5 foto's toe
Lever je boekje in bij je docent



Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Teams inleveren
Oefenen!
1. Mail via je telefoon je foto's naar je Outlook (je schoolmail)
2. Sla de foto's op in je DTM map
3. Open Teams (werk/school)
4. Lever je foto's in.



Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Extra opdracht close-up
Je fotografeert alleen het gezicht of een ander detail. 
Opdracht in tweetallen:
Ga naar buiten en fotografeer iets van heel dichtbij, close-up. Probeer wat dingen uit en laat je mooiste foto op de Padlet zien.
Zet je timer op 10 minuten en rustig op de gang.

Slide 37 - Tekstslide

Je fotografeert alleen het gezicht of een ander detail. 
Effect? Vaak emotie goed zichtbaar. Je voelt je heel dichtbij de persoon.  

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boekje invullen (20 min)
Ga aan de slag met het beantwoorden van de vragen over de eindopdracht in het boekje (het maken van een plan voor je zelfportret). Hier krijg je 20 minuten de tijd voor. 

Vraag? Check eerst diegene die naast je zit. Vraag niet beantwoord? Kom naar mij.
Klaar? Laat je klasgenoot de opdracht checken, en wissel tips uit
Echt klaar? Kom naar mij

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deadline (Plenda)
Maandag 23 september derde uur:

5 zelfportretten op je telefoon meenemen. 
Fotografieboekje ingevuld meenemen.

Berg het boekje goed op, zodat je het niet kwijtraakt.
Let op: je krijgt een cijfer voor de foto's en het boekje.



Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies