DTM Eindopdracht fotografie - les 3 - DTM

                     DTM

Smartphone fotografie
Les 3: Eindopdracht - zelfportret
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

                     DTM

Smartphone fotografie
Les 3: Eindopdracht - zelfportret

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eindopdracht fotografie
Wie ben jij?
Maak een zelfportret.


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Iedere foto vertelt een verhaal
Wat is jouw verhaal?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Tips voor jouw (zelf)portret
Tip 1: Standpunt

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vogelperspectief

Slide 7 - Tekstslide

Als je fotografeert kan je ervoor kiezen je onderwerp (zoals een persoon of jezelf) op ooghoogte te fotograferen. Dit gebeurt vaak bij (zelf)portretten. Maar je kan je onderwerp ook van boven of van onder fotograferen. 

Let op: Je hoeft je zelfportret niet vanuit de hand te maken, zoals je een selfie maakt. 
Je kan je camera ook op een andere plek neerzetten, door deze bijvoorbeeld op een stapel boeken te zetten. 

Bij een vogelperspectief fotografeer je een onderwerp van boven. Wat is het effect? Je kijk op het onderwerp neer. (Effect? de persoon lijkt klein/kwetsbaar). We gaan naar een voorbeeld kijken. 

Slide 8 - Tekstslide

Cindy Sherman, Zonder titel nr. 92, 1981

De persoon die je op de foto ziet zit gehurkt en draagt een schoolmeisjesuniform. De fotograaf heeft ervoor gekozen de persoon van bovenaf te fotograferen. Hierdoor lijkt ze  kwetsbaar en klein. Is ze op de vlucht? Wordt ze achtervolgt? Is ze wel veilig?

(Cindy Sherman heeft bekendheid verworven met zelfportretten waarop ze vrouwelijke filmcliches verbeeldt, zoals de femme fatale, de verleidster). 
Neutraal standpunt

Slide 9 - Tekstslide

De camera bevindt zich op ooghoogte. Je staat als het ware recht voor je onderwerp. 

Slide 10 - Tekstslide

Sebastião Salgado, Ontheemd Meisje, Parana, Brazilie (1996) 

Het meisje kijkt ons recht aan, dit maakt het heel indringend. Dit was anders geweest als de persoon van boven of van onder was gefotografeerd. Je wordt uitgenodigd mee te leven met het meisje op de foto. Wat voelt ze? Wat denkt ze? Wat maakt ze mee? 

Let ook op het kleurfilter! Waarom kiest de fotograaf voor een foto in zwart-wit?

(Sebastião Salgado, is een Braziliaanse fotograaf, die vaak grote maatschappelijke onderwerpen aankaart in zijn werk). 
 
Kikvorsperspectief

Slide 11 - Tekstslide

Het onderwerp is van onderen gefilmd. Je kijkt tegen het onderwerp op. Effect? De persoon lijkt groot/imposant. 

Slide 12 - Tekstslide

Keizo Kitajima - Japanse fotograaf (jaren '70, '80). Wanneer hij mensen op straat fotografeert, komt hij dicht bij zijn onderwerpen en fotografeert ze 'vanaf de heup', waardoor hij van onder omhoog kijkt naar zijn onderwerpen. Door dit gezichtspunt maken zijn onderwerpen een imposante indruk. Anonieme vreemdelingen zien er krachtig uit. 

Dit werkt ook goed in de modefotografie...zie zijn foto's voor Prada.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nog meer tips
Tip 2: Kader

Slide 14 - Tekstslide

Het kader is als het ware hoe je de lijst om de foto plaatst. Wat laat je binnen de lijst en wat erbuiten? 
Close-up

Slide 15 - Tekstslide

Je fotografeert alleen het gezicht of een ander detail. 
Effect? Vaak emotie goed zichtbaar. Je voelt je heel dichtbij de persoon.  

Slide 16 - Tekstslide

Robin de Puy, Randy, 2016

Randy is net met skaten op zijn mond gevallen, en Robin de Puy legt dit moment vast. Je ziet goed zijn emotie op zijn gezicht. 
Soms hangt een goede foto ook samen met op het juiste moment op de juiste plek zijn. 


Slide 17 - Tekstslide

Tip: Voor het maken van een portret hoef je niet altijd iemands gezicht (volledig) in beeld te brengen. Soms kun je meer de nadruk leggen op de handen, of een detail van een (kenmerkende) kleding(stijl). 

Robin de Puy, Steve, Hippie Hollow Park (Texas), 2015 

Medium

Slide 18 - Tekstslide

Je fotografeert iemand vanaf het middel. 
Effect? Handelingen zijn vaak goed zichtbaar, je ziet beter wat iemand doet. Je kan beter iets laten zien van iemands houding, of van de handen. 

Slide 19 - Tekstslide

Tip: Voor het maken van een portret hoef je niet altijd iemands gezicht (volledig) in beeld te brengen. Soms kun je meer de nadruk leggen op de handen, of een detail van een kleding(stijl). 


Totaal

Slide 20 - Tekstslide

Je fotografeert de hele persoon (en de omgeving) 
Effect? Persoon in omgeving goed in beeld. 

Slide 21 - Tekstslide

Welk verhaal wil je vertellen met je portret? Welke voorwerpen kun je in beeld brengen die dit verhaal versterken?

Slide 22 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Donovan Wylie, Het huis van mijn oom, 1998 

Moet op een (zelf)portret altijd een persoon staan? 
Denk eens aan iemand die je goed kent, bijvoorbeeld iemand in je familie of een goede vriend. Denk nu eens aan de spullen waarmee die persoon zich graag omringt. 

De omgeving, de context, is belangrijk als je mensen fotografeert. In de foto zie je de oom van de fotograaf in de achtergrond (onscherp). De aandacht wordt getrokken naar de tafel op de voorgrond. 
De voorwerpen (potje mosterd, zout en peper) die je ziet vertellen veel over de waarden of levensstijl of dagelijkse routine van deze oom. 

Welke voorwerpen vertellen jouw verhaal? 

Wie ben jij?
Denk na over:
Gezichtsuitdrukking? Kijkrichting? Voorwerpen?
Standpunt / Kader / Compositie / Licht / Kleur(filters)  
Onderwerp: vrienden, familie, sport, eten, school, hobby’s, passies?
In je boekje staan opdrachten over bovenstaande vragen. Ga die eerst maken.
Alles af en heb je een plan? Maak dan 5 zelfportretten. Verzin een titel bij je beste foto en vertel in 5-10 regels het verhaal van jouw foto.


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies