voggp KA

Kenmerkende aspecten
voggp 
per kenmerkend aspect
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Kenmerkende aspecten
voggp 
per kenmerkend aspect

Slide 1 - Tekstslide

VOGGP
  • De V  staat voor een verschijnsel. Wat zijn verschijnselen? Toestanden, instellingen die gedurende een lange tijd min of meer onveranderd hebben bestaan, een verschijnsel is herkenbaaraan overeenkomstige kenmerken. Een bepaald verschijnsel (herhaalt zich) is vaak in op verschillende tijden in de geschiedenis opnieuw “identificeerbaar”. Een paar voorbeelden: oorlog, revolutie, landbouw, begrafenis rituelen, verstedelijking, bestuursvormen etc.
  • De O staat voor een ontwikkeling. Wat is een ontwikkeling? Een reeks gebeurtenissen die samen een veranderingsproces kenmerken. Daarbij kan het gaan om de opkomstof het ontstaanvan iets, de ondergang of het verdwijnen van iets, of de overgangvan de ene situatie naar de andere, bijvoorbeeld: de ondergang van het Romeinse Rijk, de overgang van een agrarisch-urbane naar een industriële samenleving of het ontstaan van de parlementaire monarchie in Engeland. Enkele aansluitende begrippen: opkomst, ontstaan, ondergang, verdwijnen, overgang, verbetering, verslechtering. Een ontwikkeling betreft een wijziging er is dus geen sprake van continuïteit.
  • De 1e G staat voor een gebeurtenis. Wat is een gebeurtenis?Evenementen die zich op een moment in de tijd afspelen en waaraan dus een datering (jaartal, datum, tijdstip van de dag) kan worden gekoppeld(Arie Wilschut).Een gebeurtenis is dus een specifiek evenement/feit in ruimte en tijd. Historische gebeurtenissen worden krijgen voornamelijk betekenis doordat historici er het belang van inzien om hiermee 

Slide 2 - Tekstslide

VOGGP
  • De 2e Gstaat voor een gedachte of bepaalde handeling van een persoon. Wat is een gedachte? Het gaat hier over een gedachtegoed en ideeënwereld, deze ideeën zijn van invloed op ontwikkelingen en gebeurtenissen. 
  • De P staat voor een persoon. Wat is een persoon? De vooraanstaande personen in de geschiedenis zijn identificeerbaar door hun invloed op de geschiedenis ze drukken als het ware een stempel op de tijd waarin ze leefden

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

De levenswijze van jager-verzamelaars

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Tekstslide

Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen

Slide 7 - Woordweb

Slide 8 - Tekstslide

het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen

Slide 9 - Woordweb

Slide 10 - Tekstslide

De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en de ontwikkeling van het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat

Slide 11 - Woordweb

Slide 12 - Tekstslide

De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur

Slide 13 - Woordweb

Slide 14 - Tekstslide

De groei van het Romeinse imperium, waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa verspreidde

Slide 15 - Woordweb

Slide 16 - Tekstslide

De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van Noordwest-Europa

Slide 17 - Woordweb

Slide 18 - Tekstslide

De ontwikkeling van het Jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische godsdiensten

Slide 19 - Woordweb

De ‘klokbekercultuur’ is een verzamelterm voor prehistorische groepen mensen die in Europa leefden. In de buurt van het Gelderse Bergsham zijn van deze klokbekercultuur 36 graven gevonden. Sommige graven bestonden uit een kuil waar de dode in werd gelegd, andere hadden juist een heuvel en werden gemarkeerd met palen. In de graven zijn soms ‘klokbekers’ aangetroffen, de potten van aardewerk waar de groep haar naam aan dankt. Archeologen vermoeden dat alleen mensen met een hoge status een grafheuvel kregen; anderen kregen een grafkuil.

Op basis van deze informatie formuleer je de hypothese dat de groepen mensen die behoorden tot de klokbekercultuur, een sedentaire levenswijze hadden.

Geef twee argumenten voor deze hypothese.
De ‘klokbekercultuur’ is een verzamelterm voor prehistorische groepen mensen die in Europa leefden. In de buurt van het Gelderse Bergsham zijn van deze klokbekercultuur 36 graven gevonden. Sommige graven bestonden uit een kuil waar de dode in werd gelegd, andere hadden juist een heuvel en werden gemarkeerd met palen. In de graven zijn soms ‘klokbekers’ aangetroffen, de potten van aardewerk waar de groep haar naam aan dankt. Archeologen vermoeden dat alleen mensen met een hoge status een grafheuvel kregen; anderen kregen een grafkuil.

Op basis van deze informatie formuleer je de hypothese dat de groepen mensen die behoorden tot de klokbekercultuur, een sedentaire levenswijze hadden. Geef twee argumenten voor deze hypothese.

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Woordweb

Slide 22 - Woordweb

Slide 23 - Woordweb

Slide 24 - Woordweb

Slide 25 - Woordweb

Slide 26 - Woordweb

Slide 27 - Woordweb

Slide 28 - Woordweb

Slide 29 - Woordweb

Slide 30 - Woordweb

Slide 31 - Woordweb

Slide 32 - Woordweb