Hoofdstuk 6 les 2

H6 Verhoudingen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H6 Verhoudingen

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 6, je leert...
§6.1 werken met en rekenen in een verhoudingstabel
§6.2 rekenen via 1 in een verhoudingstabel
§6.3 de begrippen procent en percentage en rekenen met handige percentages 
§6.4 een aantal bij een percentage uitrekenen
GT een percentage bij een aantal uitrekenen/Gemengde opdrachten
Oefentoets
Test Jezelf
Samenvatting
Toets


Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
 Opstarten Lessonup/schrift openleggen                5 min
Les 6.1 nakijken                                                                      5 min
Uitleg 6.2                                                                                  15 min
Aan de slag                                                                              25 min

Slide 3 - Tekstslide

Siroop en water in de verhouding 3:8
betekent:
A
3 siroop en 8 water
B
8 siroop en 3 water
C
geen idee

Slide 4 - Quizvraag

Een auto heeft een verbruik van 1 op 15, dit betekent:
A
Voor 1 km heeft de auto 15 liter benzine nodig
B
Met 1 liter benzine kan de auto 15 km rijden

Slide 5 - Quizvraag

Een scooter heeft een verbruik van 1:18
Met 6 liter benzine kan de scooter hoe ver rijden?
A
3 km
B
108 km
C
24 km
D
12 km

Slide 6 - Quizvraag

Joop gebruikt potten rode en zwarte verf in de verhouding 2:4
Hoeveel zwarte verf is nodig bij 6 rood?
A
4 potten zwarte verf
B
8 potten zwarte verf
C
10 potten zwarte verf
D
12 potten zwarte verf

Slide 7 - Quizvraag

Schrijf twee verhoudingen op die hetzelfde zijn als 9 : 4

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Hoe reken je via 1?
  1. Zet aantal en prijs in een tabel onder elkaar
  2. Ga in de  onderste of de bovenste rij terug naar 1 en dan naar het einddoel. (Dit doe je waar de meeste getallen zijn ingevuld)
  3. zet bij de pijlen welke deling of vermenigvuldiging erbij hoort.
  4. Bereken de prijs of het aantal en schrijf je antwoord op. Het getal onder of boven de 1 vul je niet in.

Slide 11 - Tekstslide

Lever de vorige vraag in.

Slide 12 - Open vraag

Aan het werk

  • Maken: 6.2, blz. 190 t/m 192
  • Opdracht 9 t/m 17
  • Eerste 5 minuten stil aan het werk.

Klaar?

- Voorkennis Hoofdstuk 6



timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide

Drop
Een zak drop van 200 gram kost € 1,40. Ik wil 700 gram drop kopen. 

Slide 14 - Tekstslide

Wat zet je bij de pijl van 200 naar 100 gram?
A
x 2
B
: 200
C
: 2
D
x 7

Slide 15 - Quizvraag

Wat zet je bij de pijl van 100 naar 700?
A
: 7
B
x 7
C
: 2
D
x 2

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de volgende stap?
A
Reken 200 : 2 x 7 uit
B
Reken 140 : 2 uit
C
Zet het antwoord in het laatste vakje neer
D
Zet : 2 en x 7 bij de onderste pijlen neer.

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de volgende stap?
A
Reken 140 : 2 x 7 uit
B
Reken 200 : 2 x 7 uit
C
Reken 140 x 2 : 7 uit
D
Zet de antwoorden in de hokjes.

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de laatste stap?
A
Reken 200 : 2 x 7 uit
B
Reken 140 x 7 uit
C
Schrijf je antwoord op.
D
Eet je drop op.

Slide 19 - Quizvraag