GR zd ow/pv/wg/lv, B1 NN6e 1 T/H 12-1-2022

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Grammatica zinsdelen, hfst 4
het lijdend voorwerp


Voorkennis: wat weet je al van zinsontleding?
Even oefenen
Instructie: uitleg over het lijdend voorwerp in een zin
Opdrachten maken.

Slide 2 - Tekstslide

Voorkennis
Noem alle zinsdelen die je al kent.
Je kunt voor ieder zinsdeel een apart vakje gebruiken,
je mag ze ook allemaal in een tekstvakje zetten

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

LET OP:
- In elke zin staat een PV (=persoonsvorm)
- De PV is het enige zinsdeel dat je twee keer mag kiezen, namelijk als 
   PV en als onderdeel van het wg (=werkwoordelijk gezegde)
- soms is de PV ook het wg 



Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

LET OP:
-Niet in elke zin staat een OW (=onderwerp): in een zin met gebiedende  
   wijs staat geen onderwerp (zoals: Let goed op!)
- je kunt maar een keer een zinsdeel als OW kiezen: er is slechts een 
   zinsdeel in de zin dat het OW is
- Het OW voert de handeling uit / doet wat de werkwoorden aangeven.



Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Lijdend voorwerp
Je zoekt het onderwerp 
Je zoekt het werkwoordelijk gezegde
Je vraagt wat (of wie) + pv + onderwerp

Het antwoord op de vraag = het lijdend voorwerp
Klik op het schrift voor meer uitleg:

Slide 9 - Tekstslide

LET OP:
- niet in elke zin staat een LV (=lijdend voorwerp)
- je kunt maar een keer een zinsdeel als LV kiezen: er is slechts een 
   zinsdeel in de zin dat het LV is
- een LV begint nooit met een voorzetsel (zoals: in, op, over, met, ...)



Slide 10 - Tekstslide

Dan starten we nu met oefenen
Sla je lesboek open op bladzijde 108
§GR zd hoofdstuk 4, over het lijdend voorwerp

Maak opdracht 1 in je schrift

Slide 11 - Tekstslide

Upload een foto van opgave 1 die je in je schrift hebt gemaakt:

Slide 12 - Open vraag

Sleepvraag
Sleep op de volgende slide het juiste zinsdeel 
in het vakje 'lijdend voorwerp'

Slide 13 - Tekstslide

Sleep het LV in het rode vlak
Veel jongeren
lezen
graag
de spannende boeken van Carry Slee

Slide 14 - Sleepvraag

Sleep het LV in het rode vlak
De presentator van deze talkshow
laat
zijn gasten
nooit
uitpraten.

Slide 15 - Sleepvraag

Sleep het LV in het rode vlak
In veel culturen
laten
mensen
tatoeëren
ter versiering
hun lichaam

Slide 16 - Sleepvraag

Sleep het LV in het rode vlak
De meeste soorten koekjes
bevatten
te veel zout.

Slide 17 - Sleepvraag

Sleep het LV in het rode vlak
Amerikaanse onderzoekers
vonden
eind 19e eeuw
de eerste T-rexbotten.

Slide 18 - Sleepvraag

Sleep het LV in het rode vlak
in een pantserwagen.
voerden
De agenten
enkele demonstranten
af

Slide 19 - Sleepvraag

Maak nu opdracht 2 op blz 119.
Upload een foto van je schrift:

Slide 20 - Open vraag

Waar of niet waar?
Op de volgende slides kies je:

klopt de stelling: kies JA,
 of is het niet waar: kies NEE

Slide 21 - Tekstslide

In elke zin staat een persoonsvorm
A
JA
B
NEE

Slide 22 - Quizvraag

Er kunnen meer lijdend voorwerpen in een zin staan
A
JA
B
NEE

Slide 23 - Quizvraag

Er kunnen meer onderwerpen in een zin staan
A
JA
B
NEE

Slide 24 - Quizvraag

Een lijdend voorwerp bestaat in elk geval uit een zelfstandig naamwoord
A
JA
B
NEE

Slide 25 - Quizvraag

Ik vond deze werkvorm in de les:
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll