Herhaling P2 H5

Herhaling P2
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhaling P2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ben je er klaar voor?
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 4 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

3.4 + 8.1 
Sociale ongelijkheid bestuderen 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




Hoe noemen we de indeling van sociale lagen, waartussen ongelijkheid bestaat?
Hoe noemen we de indeling van sociale lagen, waartussen ongelijkheid bestaat? 
A
Maatschappelijke ladder
B
Klassensamenleving
C
Gesloten samenleving
D
Sociale stratificatie

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies




Van welke soort ongelijke verdeling is er sprake in de video?
Van welke soort ongelijke verdeling is er sprake in de video?
A
Economische hulpbronnen
B
Sociale hulpbronnen
C
Symbolische hulpbronnen
D
Politieke hulpbronnen

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies




Gaat het in dit fragment over positietoewijzing of positieverwerving?
Gaat het in dit fragment over positietoewijzing of positieverwerving? 
A
Positieverwerving
B
Positietoewijzing
C
Geen van beide

Slide 8 - Quizvraag

Het antwoord is positietoewijzing, omdat het advies van Yunuscan te maken heeft met zijn taalvaardigheid. Deze is niet genoeg voor havo, omdat hij een basistaalvaardigheid heeft gemist in zijn opvoeding. Het gaat daarbij niet om zijn eigen bijdrage, maar om iets waar hij zelf niets aan heeft kunnen doen: de plek waar zijn wieg staat is van invloed geweest op de manier van (talige) socialisatie.



Om welk soort kapitaal gaat het in dit fragment?
Om welk soort kapitaal gaat het in dit fragment?
A
Sociaal kapitaal
B
Cultureel kapitaal
C
Economisch kapitaal

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijke identiteit
Sociale identiteit
Collectieve identiteit
Het beeld dat iemand van zichzelf heeft. 
Het deel dat past bij de groepen waar iemand deel van uitmaakt.
Het beeld dat de samenleving heeft van een groep en het beeld dat ze blijvend kenmerkend voor die groep vindt.

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk soort identiteit herken je in de afbeelding?
A
Persoonlijke identiteit
B
Sociale identiteit
C
Collectieve identiteit

Slide 11 - Quizvraag

Hier kan eventueel het verschil tussen collectieve identiteit en externe collectieve identiteit uitgelegd worden (pagina 15 in het boek)
KERNCONCEPT Socialisatie (1)
Het proces van                       en verwerving van de                             van de groep(en) en de samenleving waar mensen toe behoren. Het proces bestaat uit                                            , opleiding en andere vormen van omgang met anderen.
overdracht
cultuur
opvoeding
aanleren

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke functie van socialisatie past het terug naar Nederland halen van de Formule 1?
A
continuering van cultuur
B
identificatie van het individu met anderen
C
identiteitsontwikkeling van het individu
D
gedragsregulatie

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Primaire socialisatie
Secundaire socialisatie
Tertiaire socialisatie

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk begrip past het beste bij de inburgeringscursus?
A
Enculturatie
B
Acculturatie
C
Tegencultuur
D
Socialisatie

Slide 15 - Quizvraag

Het gaat hier om een specifieke vorm van socialisatie, namelijk acculturatie. Mensen die een inburgeringscursus doen zijn zijn bezig met het aanleren en het verwerven van een nieuwe cultuur.
KERNCONCEPT Cultuur 
Het geheel van                       ,                        ,                           , waarden en normen die mensen als lid van een groep of samenleving hebben verworven. 
voorstellingen
oordelen
opvattingen
vermogen
uitdrukkingsvormen
uitdrukkingen

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dominante cultuur
Subcultuur
Tegencultuur

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Iraanse cultuur staat bekend om haar gastvrijheid. Welk element van cultuur is gastvrijheid?
A
Opvatting
B
Voorstelling
C
Waarde
D
Uitdrukkingsvorm

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Taal is een belangrijk onderdeel van cultuur. Welk element is het? En is het materieel of immaterieel
A
Uitdrukkingsvorm - Immaterieel
B
Uitdrukkingsvorm - Materieel
C
Voorstelling -Immaterieel
D
Voorstelling - Materieel

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

KERNCONCEPT Sociale cohesie 
Het                  en de                    van de bindingen die mensen in een ruimer sociaal kader met elkaar hebben, het gevoel een                  te zijn, lid te zijn van een gemeenschap, de mate van verantwoordelijkheid voor elkaars                  , en de mate waarin anderen daar ook een                   op kunnen doen. 
vraag
welzijn
aantal
kwaliteit
beroep
groep

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is GEEN voorbeeld van sociale cohesie?
A
Een eigen bedrijf hebben
B
Een buurtapp hebben in de wijk
C
Voor je land het leger in gaan
D
Vrijwilligerswerk doen

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Affectieve binding
Cognitieve binding
Economische binding
Politieke binding

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Formele sociale controle
Informele sociale controle

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is GEEN manier om een bindingen te versterken in een samenleving?
A
Gedeelde normen en waarden
B
Wederzijdse afhankelijkheid
C
Dwang
D
Bestaanszekerheid

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies